Welke opslagmogelijkheden biedt de ondergrond voor groene waterstof?

29.04.2022 Jan de Wit

Welke opslagmogelijkheden biedt de ondergrond voor groene waterstof?
©Gasunie

Vanwege steeds verdergaande netcongestie wordt de noodzaak van meer flexibiliteit in het netbeheer steeds groter. Dit vergroot ook de roep om efficiënte energieopslag. In een recent webinar van Voortgangsoverleg Klimaatakkoord onder leiding van Ed Nijpels, de voorzitter Voortgangsoverleg Klimaatakkoord, gingen Ruud Cino (ministerie van Economische Zaken en Klimaat), Annemiek Asschert (Energie Beheer Nederland), en Bart Kuijlman (Gasunie), in gesprek over de opslagmogelijkheden van groene waterstof.

De webinar werd opgedeeld in drie blokken over respectievelijk batterijopslag, grootschalige opslag van waterstof en warmteopslag. Alle gasten waren het er eigenlijk wel over eens: “Er is dringend een vergunningversnelling nodig om efficiënte opslag van energie voor 2030 te kunnen realiseren.”

Wat betreft grootschalige waterstofopslag delen Cino, Asschert en Kuijlman de mening dat eigenlijk alleen de ondergrond daar geschikt voor is. Zowel lege gasvelden als zoutcavernes bieden mogelijkheden om natuurlijke ruimte te benutten voor ondergrondse energieopslag.

Toch is het geen abc’tje dat dit er zomaar gaat komen. Volgens Cino zal er vanzelfsprekend maatschappelijk debat ontstaan over de wenselijkheid en de risico’s. Hoewel noodzakelijk voor het draagvlak zal dit het aanlooptraject van grootschalige waterstofopslag ook niet versnellen.

“Dat is onvermijdelijk. Het draait dan om drie vragen die de burgers zullen stellen: waarom is het nodig, waarom moet het hier en is het wel veilig? Je moet de burgers vanaf het begin meenemen en alle vragen beantwoorden. Daarom is gedegen onderzoek belangrijk. En je moet beloven geen besluit te nemen voordat het in de regio is getoetst.”

Vraag en aanbod lijken ook bij waterstofopslag op elkaar te wachten
Waterstofopslag kan veilig in zoutcavernes, aldus Cino. Dit bleek een jaar geleden uit een demonstratieproject van Gasunie. Het onderzoek of dit ook veilig kan in lege gasvelden loopt nog. Evenals onderzoeken naar de gedraging van waterstofmoleculen in lege gasvelden.

“De waterstofmolecuul is anders dan de aardgasmolecuul en gedraagt zich dan ook anders. Waterstof kan zich mengen met in de bodem aanwezige gassen, of met water. Of het kan ‘verdwijnen’ in de wanden. Gebruikers hebben zuivere waterstof nodig, dus dat kan een groot probleem vormen”, aldus Asschert.

Toch hebben lege gasvelden ook voordelen ten opzichte van cavernes, zo legt ze uit. In een gasveld kan namelijk net zoveel waterstof worden opgeslagen als in 32 zoutcavernes. Daarnaast zitten zoutcavernes vol met zout dat niet zomaar ergens gedumpt mag worden.

Kuijlman ziet met name uitdagingen voor de periode na 2030, hij vermoed dat er daarvoor genoeg cavernes beschikbaar zijn, maar niet als de waterstofproductie flink gaat groeien. “Er moet wel waterstof worden geproduceerd om het in de cavernes te kunnen stoppen. Dat gebeurt nu nog nauwelijks.”

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat verwacht dat het ‘een issue wordt’
Eén ding dat zeker is, is dat de overheid een sturende rol moet nemen. “Je hebt de markt nodig om veranderingen in gang te zetten, maar gezien de ruimtelijke component is overheidssturing essentieel”, daarbij wijst Cino op de verschillende belangen in de ondergrond. Behalve opslag vragen bodemenergietechnieken en de drinkwatervoorraad ook op ruimte.

Daarbij verwacht het ministerie van Economische Zaken en Klimaat dat het maatschappelijk draagvlak “een issue wordt”. Zo bleek uit het introductiedossier van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan minister Micky Adriaansens, Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, en Hans Vijlbrief, staatssecretaris van Mijnbouw.

Daarnaast merkt het ministerie op dat uit eerdere ervaringen is gebleken dat de mogelijkheden voor waterstofopslag in zoutcavernes in het noorden en noordoosten van Nederland liggen. “Die al zwaar belast zijn met aardgas- en zoutwinning vanuit de ondergrond.” Andere alternatieven zijn offshore waterstofopslag en “mogelijkheden voor opslag in het buitenland”.

Opslaginfrastructuur wordt verkend
Voor de bewindspersonen op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is het daarom van belang om een beleidskader voor ondergrondse energieopslag op te gaan stellen. Het is namelijk een “puzzel in ruimte, tijd, infrastructuur en maatschappelijke draagvlak”. Zo schrijven de ambtenaren in het introductiedossier.

“Hierin zullen de randvoorwaarden moeten worden beschrijven voor de ruimtelijke ordening, vergunningenprocedures, veiligheidsaspecten, taken en rollen van stakeholders et cetera. De potentie tot energieopslag in de ondergrond in Nederland is groot, maar in samenwerking met decentrale overheden, operators en marktpartijen moet voldoende capaciteit worden gerealiseerd.”

Om de toegang tot waterstof voor industriële en commerciële afnemers mogelijk te maken is het eveneens nodig om duidelijkheid te gaan verschaffen over de waterstoftransport en –opslaginfrastructuur. Inclusief “duidelijkheid over de rol van staatsdeelnemingen” in toekomstige projecten. “Hiervoor moet een verkenning worden gericht.”

In dat licht was het recente bezoek van minister Jetten en Robbert Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aan Gasunie interessant om te volgen. Zij spraken hier met CEO Han Fennema “onder andere over de opschaling van de waterstofketen en de rol van infrastructuur”.