Wet Collectieve Warmte (WCW): wat verandert er voor warmtenetten, gemeenten en tarieven?

12.12.2025 Sjoerd Rispens

Wet Collectieve Warmte (WCW): wat verandert er voor warmtenetten, gemeenten en tarieven?

De warmtesector kan opgelucht ademhalen nu de Wet Collectieve Warmte (WCW) door de Eerste Kamer is aangenomen. Daarmee is er eindelijk duidelijkheid en weten meerdere bedrijven eindelijk waar ze aan toe zijn en wat ze de komende jaren allemaal kunnen gaan doen. De wet treedt 1 januari gefaseerd in werking. Maar wat zijn nu eigenlijk de belangrijkste veranderingen voor warmtenetten, gemeenten warmtebedrijven en afnemers?

De WCW vervangt de bestaande Warmtewet uit 2009 en het algemene doel is om ervoor te zorgen dat de warmtetransitie beter geregeld en gestuurd wordt en sneller zal gaan. De veranderingen op de volgende vlakken moeten daarvoor gaan zorgen.

Drie typen warmtesystemen onder de WCW

De WCW maakt onderscheid tussen drie verschillende warmtesystemen. Het gaat daarbij om warmtetransportnetten die warmte over lange afstanden vervoeren, zoals Warmtelinq. Dat is een ondergrondse leiding waarmee restwarmte uit de Rotterdamse haven wordt gebruikt om bedrijven te verwarmen. Het tweede onderscheid zijn collectieve warmtevoorzieningen, de grote warmtenetten in Amsterdam en Utrecht. Tot slot zijn er kleine, collectieve warmtesystemen met 10 tot 15.000 aansluitingen.

Grotere rol voor gemeenten in de warmtetransitie

Een van de meest ingrijpende wijzigingen is dat gemeenten in de nieuwe situatie een meer centrale rol krijgen in de warmtetransitie. Zo mogen gemeenten voortaan zelf warmtekavels aanwijzen waar een collectief warmtesysteem kan worden aangelegd en geëxploiteerd. Een warmtekavel in de WCW is een geografisch afgebakend gebied waarin één collectief warmtesysteem is. Gemeenten mogen daarnaast ook beslissen welke partij warmte mag produceren en leveren binnen een kavel. Zonder hun goedkeuring mag niemand iets doen. Lokale overheden krijgen dus veel meer zeggenschap, terwijl marktpartijen in de oude situatie veel meer vrij spel hadden.

Publiek meerderheidsbelang verplicht voor warmtebedrijven

De warmtebedrijven moeten dan ook een publiek meerderheidsbelang hebben, waarbij ze tenminste voor 50 procent in handen van een gemeente of provincie zijn. Er is een periode van zeven jaar vastgesteld om die 50/50 verdeling te bereiken. Als dat na die periode nog niet is gelukt kan er alsnog een privébedrijf worden aangewezen.

Nieuwe tariefstructuur: los van gasprijs

Een andere grote wijziging in de nieuwe situatie is terug te vinden bij de tarieven. Op dit moment zijn de kosten voor warmte- en koudelevering gekoppeld aan de gasprijzen. Dit heet het 'niet meer dan anders' principe. Met de WCW wordt deze koppeling stapsgewijs losgelaten en toegewerkt naar een op kostengebaseerd tarief. Deze wijziging moet leiden tot meer transparantie en eerlijke en betaalbare tarieven. De achterliggende gedachte is dat als consumenten reële prijzen kunnen betalen de warmtebedrijven een eerlijk rendement kunnen leveren.

Juridische hobbels

De WCW houdt ook rekening met warmtenetten die al in werking zijn getreden. Voor hen komt er een overgangsperiode. Gemeenten moeten de bestaande contracten gaan onderzoeken en ze vertalen naar de situatie die de WCW voorschrijft. De juridische stappen en knelpunten moeten daarbij worden opgelost.

Voor kleine warmtesystemen met maximaal 1.500 aansluitingen zijn de regels wat soepeler. Zij kunnen om ontheffing vragen voor het verbod op het leveren en transporteren van warmte. Zij hoeven dan niet door de gemeente aangewezen te zijn om toch warmte te kunnen leveren. De WCW noemt wel een aantal voorwaarden waar deze kleine warmtesystemen in zo'n geval aan moeten voldoen.

Kort samengevat verandert de WCW het volgende:

  • Gemeenten krijgen regie over warmtenetten via warmtekavels
  • Warmtebedrijven moeten voor minimaal 50% publiek eigendom zijn
  • Warmtetarieven worden losgekoppeld van de gasprijs
  • Bestaande warmtenetten krijgen te maken met overgangsrecht
  • Kleine collectieve warmtesystemen krijgen meer flexibiliteit