Zijn woningcorporaties dé startmotor van de warmtetransitie?

12.01.2022 Simone Tresoor

Zijn woningcorporaties dé startmotor van de warmtetransitie?

Het Rijk wil tienduizenden woningen per jaar van het aardgas af halen en woningcorporaties bezitten 30 procent van de Nederlandse woningvoorraad. De corporaties worden in het Klimaatakkoord aangewezen als dé startmotor van de warmtetransitie en de aanpak aardgasvrije wijken.

Komt deze woningsector in beweging, dan raakt de warmtetransitie in een stroomversnelling, zo is de gedachte. Alleen welk pad moet een corporatie volgen? Zijn de beren op de weg al geschoten en de kuilen gedicht of valt elke corporatie in hetzelfde gat? En wie heeft de schep om die kuilen vol te gooien?

'Verduurzaming bij corporaties gaat over veel meer zaken dan alleen energie'
Als er iemand weet dat er nog wel een paar beren rondlopen is het Khing Go. Go is business development manager bij INNAX en specialist in woningmarktontwikkelingen. INNAX richt zich op de integrale verduurzaming van de gebouwde omgeving en helpt woningcorporaties met de volledige verduurzamingsopgave. Al dertig jaar ondersteunen zij bij het inzichtelijk maken van de technische en energetische kwaliteit van woningen en maken naar aanleiding van deze data-analyses integrale energieconcepten om woningen en wijken te verduurzamen.

De invulling en realisatie van deze complexe opgave gaat de ene corporatie makkelijker af dan de andere. Go: “Het gaat over veel meer zaken dan alleen energie. Een corporatie heeft veel taken tegelijk te vervullen. De primaire taakstelling is zorg dragen voor kwalitatief goede en betaalbare huisvesting voor de laagste inkomensgroepen.”

Welzijn, betaalbaarheid renovatie en niet te hoge woonlasten
Hij vervolgt: ”Het gaat over het welzijn van de bewoners, betaalbaarheid van de renovatie en niet te hoge woonlasten. Maar er moet ook toekomstbestendig gebouwd worden. We vergrijzen enorm – in 2040 is een kwart van de bevolking 65-plus – en men is tegenwoordig veel langer aangewezen op zelfstandig wonen. Tenslotte ligt er ook een taak om veel nieuwe woningen bij te bouwen.”

Zo’n twintig jaar geleden is men begonnen met de voorloper van het huidige energielabel. Vrijwillige energiescans die inzicht geven in de energieprestatie van een woning. De methodiek is in de loop der jaren stevig geïnstitutionaliseerd en gekoppeld aan financiële disciplines van corporaties, zoals het woningwaarderingsstelsel.

Dit stelsel is, naast voor de vaststelling van de maximale huur, ook bepalend voor de leencapaciteit van de woningcorporatie. Hoe meer huurpunten een woning scoort, des te hoger is de theoretisch maximale huur en daarmee de beleidswaarde van de woningvoorraad. Aan die totale maximale huurwaarde van een woningcorporatie is vervolgens weer de leencapaciteit verbonden. Geldige en vooral groene energielabels zijn dus van grote invloed op de financiële ratio’s  van de corporatie.

Energielabels worden gebruikt als meetinstrument voor subsidies
Ook worden de energielabels steeds vaker gebruikt als meetinstrument voor het verkrijgen van subsidies of heffingskortingen. Zo heb je de Regeling Vermindering Verhuurdersheffing Verduurzaming (RVV-V), waarbij het energielabel wordt gebruikt voor de nulmeting voor en na de renovatie. Na de renovatie wordt het label opnieuw vastgesteld en krijgt men de heffingskorting, die tussen de 3.000 en 10.000 euro per woning kan bedragen, als men onder andere voldoet aan het vereiste aantal gemaakte energielabelstappen.

Go: “Bij complexmatige renovaties zijn dat behoorlijke bedragen. In 2021 zat er 150 miljoen euro in de RVV-V-pot en is er voor 190 miljoen euro ingetekend. En zo gaat het eigenlijk met alle subsidieregelingen. Het feit dat veel van deze stimuleringsregelingen structureel worden overschreven laat goed zien dat de woningcorporaties ‘kort op de bal zitten’ als het gaat om het treffen van verduurzamingsmaatregelen.”

'Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan'
Woningcorporaties lijken dus voortvarend aan de slag te gaan met de verduurzamingsopgave. Maar hoeveel van de 2,3 miljoen corporatiewoningen en rond de 850.000 particuliere huurwoningen zijn er inmiddels van het gas? Go: “Nog niet zoveel, maar laten we niet te pessimistisch zijn. Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Er zijn zoveel factoren die meespelen. Denk bijvoorbeeld aan de kwaliteit van de woningen, beschikbare capaciteit en belemmerende wet- en regelgeving. Vandaar dat er een programma Proeftuinen Aardgasvrije Wijken is om belemmeringen boven tafel te krijgen.”  

In deel twee over dit onderwerp, op 24 januari, lees je of er een ultieme verduurzamingsroute voor woningcorporaties bestaat.

Op donderdag 14 april van 13.35-13.55 zal tijdens Duurzaam Verwarmd (Expo Haarlemmermeer) Joost Straat van Innax komen spreken over 'Bouwen voor de toekomst: energiepositief bouwen zonder verwarming en toch comfortabel?'