‘De aanleg van warmtenetten blijft ver achter bij de ambities van de transitie’

19.05.2025 Sjoerd Rispens

‘De aanleg van warmtenetten blijft ver achter bij de ambities van de transitie’

De duurzame transitie verloopt met horten en stoten, ziet de Nederlandse Vereniging van Duurzame Energie (NVDE). Op het gebied van duurzame stroomopwek is Nederland een van de koplopers, maar de warmtetransitie kent meer hobbels. De verkoop van warmtepompen liep in 2024 terug ten opzichte van het jaar ervoor en de realisatie van warmtenetten komt maar langzaam van de grond. Maar juist warmtenetten dragen bij aan meer energieonafhankelijkheid en balans in het systeem, betoogt de NVDE in een position paper.

In de paper, dat tijdens een wetgevingsoverleg over de Wet Collectieve Warmte in de Tweede Kamer behandeld wordt, stelt de NVDE dat warmtenetten een onmisbare schakel vormen in de warmtemix. Zo ontsluiten ze het potentieel van de Nederlandse bodem en water die vol duurzame warmte zitten. En dragen ze bij aan meer energieonafhankelijkheid en balans in het energiesysteem.

Daarnaast haalt de NVDE in haar paper een veelbesproken onderzoek aan dat Berenschot in opdracht van hen uitvoerde. Daaruit bleek dat warmtenetten voor dichtbevolkte wijken dertig procent goedkoper zijn dan wanneer inwoners individueel warmtepompen aanschaffen. Soortgelijke conclusies trekt CE Delft, die tot 2040 € 1,6 miljard kostenvoordeel ziet in een scenario mét warmtenetten.

Warmtenetten zijn volgens de NVDE een goede uitkomst in dichtbevolkte gebieden, zoals appartemetencomplexen en flats. “Maar het realiseren van een collectieve oplossing is veel complexer in vergelijking met een individuele oplossing, dit vraagt om meer publieke inzet om het gewenste resultaat gerealiseerd te krijgen”, geeft de NVDE aan. “Er zijn veel ambities rond warmtenetten maar de aanleg blijft ver achter.”

Belang van inpandige kosten
Een van de redenen daarvoor is de imagoschade die warmtenetten hebben opgelopen. Het afgelopen jaar is er veel te doen geweest om de aanleg van warmtenetten in de steden Amsterdam en Utrecht. De kosten voor gebruikers waren hoog en de aanleg werd stopgezet. Mensen zijn daardoor terughoudender geworden om aan te sluiten bij een warmtenet en kiezen dan liever voor een warmtepomp.

De NVDE stipt nog een ander punt aan op het zakelijke vlak. “Vaak wordt onderschat hoe hoog de inpandige kosten van aansluitingen zijn, deels ook voor de klanten zelf. In weerwil van het beeld dat op warmtenetten veel geld wordt verdiend, constateerde de ACM dat het afgelopen jaar een gemiddeld rendement van 1,03 procent op warmtenetten door warmtebedrijven is behaald. Dit rendement is niet toereikend voor een gezonde bedrijfsvoering op de langere termijn.”

Kan de Wet Collectieve Warmte hier verandering in brengen? Volgens de NVDE biedt deze op dit moment nog onvoldoende zekerheid dat betaalbaarheid voor consumenten en investeerbaarheid voor warmtebedrijven in balans zijn. Daarmee lijkt een vorm van een garantie op de betaalbaarheid van warmte voor consumenten onontkoombaar op korte termijn.

“Tegelijkertijd zal aan warmtebedrijven comfort gegeven dienen te worden dat een redelijk rendement haalbaar is voor het uitvoeren van hun wettelijke taken”, geeft de NVDE aan in de position paper. “Dat is echt nodig, want de investeringen in de bestaande bouw liggen momenteel vrijwel stil. Hoewel de Voorjaarsnota en de brief van minister Hermans van 25 april nog geen antwoorden bevatten rond deze kwesties, vindt de NVDE het belangrijk dat de besluitvorming rond de WCW wel doorgang vindt. In het Warmtebod staan diverse handreikingen die kunnen helpen bij het waarborgen van betaalbaarheid van collectieve warmte voor zowel bestaande als nieuwe warmtesystemen.”

Burgers blijven niet eindeloos wachten
De NVDE sluit het paper af met aandacht voor bewoners. “Waar overheden dralen met het geven van duidelijkheid over de plek waar warmtenetten zullen worden ontwikkeld, maken burgers terecht hun eigen afweging. Wat helpt is als gemeenten vast aangeven waar in elk geval géén collectieve warmtesystemen komen en de warmteoplossing sowieso individueel is.”

Gemeenten moeten volgens de NVDE alles op alles zetten dat zij in 2026 hun warmteprogramma’s klaar hebben zodat de uitfasering van aardgas landelijk gemonitord kan worden. Daarnaast ligt het niet voor de hand individuele oplossingen te subsidiëren op plekken waar in de vorm van een investeringsbeslissing of gemeentelijk kavelbesluit al is besloten tot aanleg van een warmtenet.

Het kabinet benadrukt keuzevrijheid voor burgers en dat juicht de NVDE toe. “Maar dat moet ook betekenen dat een warmtenet als meest aantrekkelijke keuze wordt gezien waar dat het maatschappelijk gezien ook het beste alternatief is. Hoe langer de onduidelijkheid over deze wet en flankerend beleid blijft bestaan, hoe kleiner de vijver wordt van potentiële klanten van collectieve systemen.”

“Burgers blijven immers niet eindeloos wachten op de aangeboden warmtenet-oplossing vanuit de gemeenten”, besluit de NVDE. “Hoe dan ook is een spoedige behandeling van de Wet collectieve warmte in een ieders belang.”