‘Dit is de volgende industriële revolutie, elektrificatie is echt een immense klus’

06.12.2021 Jan de Wit

‘Dit is de volgende industriële revolutie, elektrificatie is echt een immense klus’
©Fieldlab Industrial Electrification

In 2020 was de haven van Rotterdam nog verantwoordelijk voor 13,5 procent van alle Nederlandse CO2-uitstoot. Om ervoor te zorgen dat de haven klimaatneutraal wordt, is elektrificatie volgens Josepha van Kollenburg, directeur van het Fieldlab Industrial Electrification (FLIE), een noodzakelijke stap die nú gezet moet worden. “Dit moet niet alleen nu, maar ook veel meer vanuit bedrijven en bedrijfsgericht gebeuren.”

In deze serie probeert Warmte365 te schetsen hoe groene industriepolitiek er uit zal gaan zien. In deel 1 aandacht voor groene waterstof en de waterstofbackbone, deel 2 over wat de industrie nodig heeft om zijn energietransitie te versnellen en in deel 3 staat industriële elektrificatie centraal.

Het belangrijkste industriële cluster van Nederland heeft zich verzameld rondom de haven van Rotterdam. Het grootste haven- en industriecomplex van Europa. Dit zorgt tegelijk voor een CO2-uitstoot die minstens even indrukwekkend is: 22,4 megaton in 2020. 13,5 procent van het Nederlandse totaal.

Belangrijke kanttekening hierbij is dat dit enkele jaren geleden nog 16 procent was en dat de CO2-uitstoot van de Rotterdamse haven tussen 2016 en 2020 is afgenomen met 27 procent. Met name door de uitstoot van kolencentrales flink terug te schroeven. Hiermee loopt de uitstoot harder terug dan het landelijke gemiddelde.

Het Fieldlab Industrial Electrification
Om de CO2-uitstoot van het industriële cluster van de haven van Rotterdam nog sneller naar beneden te krijgen, zijn de eerste ideeën en vorming van FLIE twee jaar geleden ontstaan. Met op 10 februari 2021 de lancering met de opening van het Solution Center.

Het Fieldlab is een gezamenlijk initiatief van Deltalinqs, Port of Rotterdam, InnovationQuarter, FME en TNO en wordt in nauwe samenwerking met de Gemeente Rotterdam en de Provincie Zuid-Holland vormgegeven.

“Zij zijn de oprichters en aandeelhouders van FLIE. Deze bedrijven werken in een energie-intensieve omgeving waar nog veel fossiele brandstoffen worden gebruikt”, ziet ook Van Kollenburg. “Elektrificatie is dé stap die nu gezet moet worden en is de aanjager voor veel nieuwe bedrijfsprocessen.”

Bij het Fieldlab kan de industrie kennis opdoen over de potentie van elektrificatie, nieuwe technologie testen en gereed maken voor implementatie. “We brengen ambitieuze spelers uit de hele wereld samen in Rotterdam om de implementatie van elektrische technologieën – die nodig zijn voor de energietransitie – te demonstreren en te versnellen”, aldus de directeur.

“Het gaat om bedrijven uit de hele wereld, maar die door de haven een relatie met de regio hebben. We hebben ons ook aangesloten bij het Rotterdamse Klimaatakkoord, de gemeente en de provincie vonden dit namelijk ook een mooi project. We ontwikkelen immers regionale economische kansen en bedrijvigheid.”

‘Begin nu al met elektrificeren’
Een kleine 70 procent van het energieverbruik van de industrie wordt besteed aan de productie van warmte voor industriële processen. Dit is echter behoorlijk CO2-intensief, omdat de productie voornamelijk gebeurt met aardgas. In combinatie met warmteopslag of met waterstof kan dit proces geëlektrificeerd worden.

“20 tot 25 procent van de Nederlandse klimaatdoelen is haalbaar door de industrie van het Haven Industrieel Complex te elektrificeren”, zei Van Kollenburg onlangs nog op het congres Recharge Earth. “Die stap is noodzakelijk onderweg naar klimaatneutraliteit en het is van groot belang om daarbij technologie en industrie bij elkaar te brengen.”

Dit doet FLIE met een team van dertien mensen gedetacheerd vanuit de partners die bij het Fieldlab betrokken zijn. “Het is een samenwerkingsvorm waarin de teamleden een aantal dagen in de week op projectbasis werken, hierdoor beschikken we over veel expertise vanuit de sector.”

Eén van die teamleden is Marco Kirsenstein, business development manager bij FME en sinds twee jaar ook bij FLIE. “We moeten nu aan de slag met elektrificatie, daarom hebben we FLIE ook opgericht. Je hoort veel verhalen over groene waterstof en dat wordt ook een hele belangrijke pijler van de energietransitie, maar elektrificatie vormt de springplank.”

Er zijn industriële bedrijven die liever wachten tot de ontwikkeling van waterstof wat verder is en de waterstofbackbone er ligt in Nederland. Om de vijf Nederlandse industriële clusters met elkaar, met het buitenland en met waterstofopslagen te verbinden gaat Gasunie de komende zeven jaar deze waterstofinfrastructuur aanleggen.

“Bedrijfsprocessen elektrificeren is maatwerk, zeker wanneer energie flexibel toegepast moet kunnen worden én er leveringszekerheid moet zijn. Het is een lastige discussie, want je hebt aan de ene kant incentives nodig om bedrijven op gang te helpen, maar de industriële bedrijven moeten nu al aan de slag met de elektrificatie, anders lopen ze een kennisachterstand op”, aldus Van Kollenburg.

Elektrische revolutie
Om te onderzoeken welke oplossingen op maat bij welk bedrijf passen, beschikt FLIE over een Solution Center. “Dat hebben we nu sinds februari dit jaar, maar daarvoor hebben we er ook al ongeveer twee jaar aan gewerkt door partijen enthousiast te maken”, vertelt Kirsenstein.

“We hebben hier te maken met een industrieel cluster vanwege de haven, maar op termijn willen we ons concept ook uitbreiden richting de andere industriële clusters in Nederland. Door de samenwerking van de verschillende oprichters beschikken we over kennis van de juiste technologieën, apparaten, bijpassende opleidingen en een testlocatie op relevante schaal.” Dat is interessant voor de industrie, omdat ze hun maatwerk nu in opgeschaalde vorm kunnen testen.

“Voor bedrijven zoals Shell is dat belangrijk, omdat er iedere dag partijen contact met hun zoeken en hun ‘beste oplossing’ willen aanbieden. Daarvoor hebben we ons Solution Center en de Central Hub locatie vanaf medio 2022 als pilot- en testlocatie, en een demolocatie.”

De vraag is welke techniek bij welk bedrijfsproces past en op welke schaal deze daar moet worden toegepast, vertelt Van Kollenburg. “De ‘beste techniek’ is altijd een kwestie van maatwerk. Het gaat dus altijd om de vraag wat de beste technology fit is.”

Hierbij heeft ze ook een duidelijk advies voor bedrijven, staar je niet blind op één technologie. “Er komen nu eerst vooral hybride oplossingen. We weten nog niet wat hoeveel kan bijdragen, omdat het vaak om gecombineerde oplossingen op maat gaat. Wij bieden de keuze en de mogelijkheid om die te onderzoeken, zodat een bedrijf tot de beste fit kan komen. Van oplossing, naar testlocatie, naar demolocatie.”

Daarbij wijst de directeur ook op het belang van samenwerking tussen ketenpartners. “Natuurlijk speelt de overheid een belangrijke rol, maar die werkt te veel op de korte termijn, terwijl de elektrificatie van de industrie een proces is van investeren op de lange termijn. De energietransitie moet veel meer bedrijfsgericht gebeuren, zodat de transitie ook echt vanuit de industrie kan komen.”

Zowel Van Kollenburg als Kirsenstein sluiten zich daarbij volledig aan bij de oproep die steeds luider vanuit de sector klinkt. “Zorg voor voldoende technisch personeel. Scholing moet daarvoor ook veel beter aansluiten op de vragen vanuit het bedrijfsleven, dus meer gericht op innovatie, digitalisering en robotisering”, aldus Kirsenstein.

“We zitten in een transitie naar een nieuw systeem met nieuwe bedrijfsprocessen, dus we moeten nu aan de slag zodat de oplossingen op maat ook op tijd klaar zijn”, stelt Van Kollenburg. “Samen willen we de volgende industriële revolutie realiseren, want het elektrificeren van de industrie is echt een immense klus.”