‘Bedrijven denken op lange termijn, daarom moet de overheid consistent beleid gaan voeren’

15.12.2023 Jan de Wit

‘Bedrijven denken op lange termijn, daarom moet de overheid consistent beleid gaan voeren’

Hoe kijkt de markt naar de belangrijkste uitdagingen waarop het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2024 ingaat? In deze tijdelijke rubriek geven zes marktexperts hun visie op de impact van het elektriciteitsnet, de uitfasering van F-gassen, de opkomst van de airco als warmtebron, de toekomstige verdeling tussen warmtenetten, all-electric warmtepompen en hybride warmtepompen op groen gas en waterstof en – als het bedrijf actief is in het utiliteitssegment – wat er moet gebeuren om het aantal geïnstalleerde warmtepompen in de utiliteit flink te verhogen.

In deze expertbijdrage is Ildert Burghout, nationaal salesmanager bij Panasonic Heating & Cooling, aan het woord. Panasonic Heating & Cooling kijkt naar de utiliteit, het elektriciteitsnet, de uitfasering van F-gassen, de opkomst van de airco als warmtebron en de toekomstige verdeling tussen warmtenetten, all-electric warmtepompen en hybride warmtepompen op groen gas en waterstof.

Wat moet er gebeuren om het aantal geïnstalleerde warmtepompen in de utiliteit flink te verhogen in de komende jaren?
“Allereerst is het belangrijk om te zorgen voor een duidelijk en consistent beleid vanuit de overheid. We moeten weten: Wat is er nodig? Welke richting slaan we in? Welke subsidies zijn er mogelijk? Wat gaat er met de subsidies gebeuren? Het is belangrijk dat de subsidies constant blijven en de regels omtrent deze regelingen niet continu veranderen. Een organisatie denkt vooral op de lange termijn en past haar beleid daar ook op aan.

Daarnaast, doordat we steeds meer focussen op het uitfaseren van F-gassen, staat er een rem op de ontwikkeling en is het belangrijk dat er voldoende elektriciteitscapaciteit beschikbaar is om de groei van het aantal geïnstalleerde warmtepompen te kunnen realiseren. Men wacht af wat de volgende stap is en wat er gaat gebeuren. We moeten weten waar we aan toe zijn om die ontwikkeling door te maken.

De overheid heeft een grote door vooral consistent beleid te maken en te volgen. Zoals met het verduurzamen van bedrijfspanden, wat wordt er van ons verwacht de komende tien tot vijftien jaar? We zijn nu bij energielabel C, maar als er nu wordt verwacht dat we binnen enkele jaren bij B of misschien wel A zijn, is dat niet realistisch. De impact kan groot zijn.

Ten slotte moeten we – met de hele markt – nadenken hoe we bij het aanpassen van installaties er rekening mee kunnen houden dat deze in de toekomst geschikt zijn voor nieuwe aansluitingen en hoe de warmtepomp past in het huidige energiesysteem. We moeten meer dan ooit de gasketel in de ban doen.”

 Hoe kan het elektriciteitsnet worden voorbereid op het snel groeiende aantal geïnstalleerde warmtepompen?
“Het allerbelangrijkste is investeren in de aansluitcapaciteit. Die verantwoordelijkheid ligt bij de netbeheerder en de overheid. Daarbij is er het probleem dat te veel mensen inspraak hebben, dat aantal moet omlaag willen we de processen versnellen.

Daarbij heeft de overheid boter op het hoofd, want ze wisten vijftien jaar geleden al dat we moesten verduurzamen, maar er is vijftien jaar achterover geleund, terwijl zij hierin het voortouw hadden kunnen nemen. Een mogelijke oplossing had kunnen zijn om dit met lokale overheden op te pakken en te investeren in lokale opslag om de pieken op te vangen. Nu zijn het vooral de consument en de bedrijven die hiervan de dupe zijn.

Door de beperkte mogelijkheden van netaansluitingen is de hybride tussenstap een goede oplossing. Ondanks dat je hierbij gas moet blijven gebruiken om de warmtepomp te laten draaien, verduurzaam je door de hoeveelheid gas terug te brengen en een stap in de goede richting te zetten. Ook is het noodzakelijk dat er goede energiemanagementsystemen worden geïmplementeerd om piekbelasting te voorkomen.”

Hoe kunnen F-gassen op een realistische, maar zo snel mogelijke manier worden uitgefaseerd?
“Ik snap dat er een uitfasering noodzakelijk is en dat geeft de industrie zeker kans om nieuwe technieken toe te passen, máár we moeten ook de industrie de kans geven om dit te realiseren. Dat betekent dat sneller uitfaseren en de regels naar voren halen eigenlijk averechts werkt voor de ontwikkeling van warmtepompen.

Dan gaat de markt wachten tot de regels constant blijven en afwachten wat beter past. Consistent beleid is belangrijk en als er afspraken zijn gemaakt tussen industrie en overheid – zowel, lokaal, landelijk als Europees – moeten we ons daar ook aan houden.”

Wat betekent de opkomst van de airco als warmtebron voor de energietransitie?
“Dat zie ik echt als een hele grote kans. Maar ook hier ligt weer een belangrijke rol voor de overheid. Ik ben van mening dat hierop ook ISDE moet worden gegeven. Daarnaast zou het kunnen meewerken als we stoppen met het gebruik van het woord ‘airconditioning’ en het benoemen als een lucht-lucht-warmtepomp.

Zo haal je de negatieve lading van het apparaat af, vooral ook omdat airco vaak alleen wordt geassocieerd met koeling, maar het is al jaar en dag een bewezen technologie voor het verwarmen of koelen van ruimtes, waarbij je eigenlijk geen aanpassing hoeft te doen aan bestaande installaties. Hiermee helpen we Nederlandse huishoudens eenvoudig naar een stap met minder gas.”

Hoe gaat de verdeling tussen warmtenetten, all-electric warmtepompen en hybride warmtepompen op groen gas en groene waterstof eruit zien?
“Dit is heel politiek afhankelijk. Dit ligt eraan hoe lokale overheden dit aanpakken, welke wijken warmtenetten krijgen of een andere oplossing. Groen gas moeten we niet als oplossing zien omdat dit nog steeds CO2-uitstoot meebrengt, daar moeten we écht vanaf. Kies voor duurzame oplossingen, zoals wind, zon et cetera.

Daarbij is het van belang dat we zoveel mogelijk verbrandingsprocessen zien te voorkomen. Waterstof is op zichzelf een prima oplossing, maar zal in mijn beleving vooral gebruikt worden en makkelijker toepasbaar zijn in de industrie.

Hybride is een tussenoplossing en als hiervoor wordt gekozen, dient dit wel all-electric ready te zijn. Daarmee voorkom je dat je dubbele investeringen nodig zijn, in een kort tijdsbestek. Dat is goed voor de portemonnee en we zorgen ook voor minder werkdruk bij bestaand personeel.”