Circulaire economie met minder grondstoffenverbruik nog niet in zicht

27.02.2025 Sjoerd Rispens

Circulaire economie met minder grondstoffenverbruik nog niet in zicht
©Shutterstock

In tegenstelling tot wat de overheid probeert te bereiken, is het gebruik van grondstoffen in Nederland de afgelopen jaren gestegen. Dat blijkt uit onderzoek van het Planbureau van de Leefomgeving (PBL). In 2022 was het gebruik van grondstoffen gestegen ten opzichte van 2020. Het doel van de overheid, om in 2030 minstens de helft minder fossiele grondstoffen te gebruiken, lijkt niet meer haalbaar.

De vraag naar grondstoffen in Nederland stijgt, maar dat heeft een negatieve impact op klimaat en milieu. Dit terwijl de grondstoffen ook nodig zijn om de energie- en warmtetransitie mogelijk te maken. Ook maakt de import van grondstoffen Nederland meer afhankelijk van andere landen.

De belangrijkste materialen in warmtepompen zijn koper, goud en ijzer. Koper wordt in warmtepompen gebruikt voor elektronica, de compressor en voor de leidingen.

Bij voortzetting van de huidige ontwikkelingen in het grondstoffengebruik in Nederland, en met het huidige beleid, is het heel erg onwaarschijnlijk dat het nationale doel wordt gehaald om in 2030 de hoeveelheid primaire grondstoffen te halveren. Zo is het grondstoffengebruik in 2022 juist toegenomen ten opzichte van 2020. Daarnaast zijn de leveringsrisico’s van de meeste kritieke grondstoffen in Nederland de afgelopen tien jaar toegenomen.

De oorzaak voor de stijging ligt volgens de onderzoekers aan het feit dat de concurrentiedruk tussen bedrijven. Fossiele brandstoffen, die voorheen goedkoper waren, worden steeds duurder. In China en de Verenigde Staten is het inkopen van grondstoffen veel goedkoper dan in andere delen van de wereld. Daardoor blijft de vraag naar nieuwe grondstoffen groeien, omdat de leveringszekerheid achterblijft.

Aanbevelingen
Om de transitie naar een circulaire economie, met minder grondstoffenverbruik, te versnellen, is het in elk geval nodig om de plannen uit het Nationaal Programma Circulaire Economie uit te werken en te implementeren met betrekking tot de doelen, beleidsinstrumenten en sturing. Het PBL doet de volgende aanbevelingen voor beleidsmakers:

Het inzetten op ambitieus, Europees circulair economiebeleid om een gelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven moet meer worden nagestreefd. Dit betreft met name nieuw beleid uit het EU Circular Economy Action Plan, de uitwerking van het Right to Repair en de uitwerking van wetgeving voor producten binnen de Ecodesign-verordening.

Volgens de onderzoekers moeten de nationale instrumenten ook beter benut worden, zoals uitgebreide warmtepompproducentenverantwoordelijkheid en circulaire inkoop door overheden. Er kunnen bijvoorbeeld dynamische eisen worden gesteld die verder gaan dan inzameling en recycling.

Tevens moet er sterk worden ingezet op beleidsinstrumenten met grote potentiële milieueffecten. Het gaat hierbij om een Europese heffing op primaire fossiele grondstoffen voor plastics, en meer circulair aanbesteden bij grond-, weg- en waterbouw.

Tot slot raden de onderzoekers aan om het bestaande sturingsmodel te versterken voor een circulaire economie door duidelijke, bindende afspraken te maken tussen ministeries, decentrale overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties over rollen, verantwoordelijkheden en het behalen van doelen.

Prioriteitenlijstje
"Helaas moet het PBL constateren dat de circulaire economie te laag op het prioriteitenlijstje van de overheid staat’, stelt Marko Hekkert, directeur van het PBL. ‘Nederland mist daarmee kansen. Als we erin slagen zuiniger om te gaan met materialen, kan Nederland minder afhankelijk worden van de levering van cruciale zeldzame materialen die veelal uit China komen. Ook kunnen bedrijven hier, met de al aanwezige kennis en innovatiekracht, geld verdienen aan een circulaire economie."