De netbelasting van de warmtepomp kan tot vijf keer lager
09.05.2024 Ronald Schilt Directeur van Merosch
De verwachting is dat uiteindelijk vijf op de zes woningen voorzien zal worden van een (individuele) warmtepomp. Deze oplossing wordt nu al drie keer vaker toegepast dan de circa 130.000 warmtenetaansluitingen in 2023 en het tempo neemt rap toe. Het (individuele) warmtepompspoor heeft meer draagvlak, is veelal goedkoper en gaat sneller. Maar wordt in veel gevallen niet optimaal en netbewust toegepast, want met zeven tips voor een netbewuste inpassing kan de netbelasting tot wel vijf keer lager.
Wat is nou het verschil tussen een netbewuste inpassing van een individuele warmtepomp of een inpassing die daar geen rekening mee houdt? Dat kan zomaar een verschil in vermogenspiek van gemiddeld 1 tot 5 kilowatt per woning – oftewel een factor vijf – beteken.
Dát is het verschil tussen een wijk waar het licht tijdens een donkere avond in december wel blijft branden en een wijk waar het licht uit gaat. Mijn oproep aan lagere en hogere overheid is daarom om met beter en gerichter beleid en wet- en regelgeving voor dit spoor te komen. Zo worden er geen kansen gemist, maar kunnen toekomstige knelpunten juist worden voorkomen.
Dit baseer ik op gepubliceerde metingen en onderzoeken en op lopend onderzoek van Merosch. Momenteel zijn we verschillende centrale en decentrale warmtepompvarianten naast elkaar aan het zetten wat betreft de netbelasting en de mogelijkheden om deze systemen zo netbewust mogelijk in te zetten. Hieruit blijkt dat er een zeer grote spreiding is van de netbelasting van individuele warmtepompen. Om de netbelasting te verlagen en beter te spreiden over de dag hebben we zeven praktische tips ontwikkeld.
Zeven praktische tips om de netbelasting te verlagen
Allereerst is het natuurlijk zaak om de woning goed te isoleren om zo de warmteverliezen te reduceren. Wanneer er minder verwarmingsvermogen nodig is, betekent dit ook minder elektriciteitsbelasting. Dit kan al zo’n 0,5 tot 1 kilowatt per woning schelen.
Zorg daarnaast voor een laagtemperatuur verwarming van minder dan 40 graden Celsius. Concreet betekent dit laagtemperatuur convectoren of vloerverwarming. Iets wat bij een stevige renovatie al vaak meegenomen wordt. De netbelasting van een hoogtemperatuur warmtepomp – zo’n 70 graden Celsius – is al rond twee keer zo hoog. Dit scheelt nog eens 0,5 tot 1 kilowatt per woning.
Zorg dat het elektrische bij- of noodverwarmingselement uitsluitend (handmatig) ingeschakeld wordt bij een storing van de warmtepomp en dus niet functioneert als bij- of piekverwarming. Dit scheelt ongeveer 2 tot 3 kilowatt.
Kies – als dit mogelijk is – voor een bodemwarmtewisselaar in plaats van een luchtwarmtepomp. Een bodemwarmtewisselaar is niet alleen energiezuiniger, maar bij hele lage buitentemperaturen ligt de pieknetbelasting ook rond de 1 kilowatt lager.
Voeg de bovenstaande punten toe als voorwaarden voor het verkrijgen van een bijdrage uit de ISDE+-regeling. Zo kun je ervoor zorgen dat de warmtepompontwerpen met de laagste netbelasting de hoogste ISDE-bijdrage krijgen en degene met de hoogste netbelasting de laagste bijdrage. Te meer omdat hogere netbelasting ook voor hogere maatschappelijke kosten zorgt doordat er meer in de netwerken geïnvesteerd moet worden door de netbeheerders. Ook vanuit dit punt is het dus logisch dat warmtepompen met een hogere netbelasting minder subsidie krijgen.
Individuele warmtepompen hebben technisch nu al de mogelijkheid om op gunstige momenten aan- of uitgeschakeld te worden door externe sturing. Dit kan bijvoorbeeld op basis van elektriciteitstarieven en, of netbelasting zonder dat dit ten koste hoeft te gaan van het comfort. Zorg daarbij voor positieve financiële prikkels zodat huishoudens hier ook daadwerkelijk gebruik van gaan maken.
Neem ten slotte alle genoemde aspecten mee in de voorlichting naar gemeenten en vanuit gemeenten weer door naar de burgers. Dit kan onder andere binnen het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) worden geregeld, want over het meewegen van de netbelasting van de warmtepomp is nog veel onbekendheid.