Hoeveel impact hebben warmtepompen nu echt op het elektriciteitsnet?

24.02.2025 Gijs de Koning

Hoeveel impact hebben warmtepompen nu echt op het elektriciteitsnet?

Onderzoekbureau BDH onderzocht in hoeverre de warmtepomp zorgt voor belasting op het net. BDH analyseerde, in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en in samenwerking met Techniek Nederland en Netbeheer Nederland, slimme meterdata van 6.000 huishoudens met volledig elektrische en hybride warmtepompen. Het onderzoek concludeert dat er grote verschillen zijn tussen deze twee typen warmtepompen.

Voor het onderzoek werd data verzameld van huizen met een bouwjaar tussen 1920 en 2012 over de periode van september 2023 tot september 2024. De onderzochte woningen variëren van vrijstaande huizen tot rijtjeswoningen. Appartementen werden vanwege een gebrek aan aanmeldingen buiten beschouwing gelaten. Daarnaast keek het onderzoek naar het verliesoppervlak van de woning. Dit wordt gedefinieerd als: “Het verliesoppervlak is het totale oppervlak van alle scheidingsconstructies (beganegrondvloer, gevel, dakoppervlak, etc.) die het beschermde volume van een gebouw omhullen of omsluiten van de buitenlucht.”

Het verliesoppervlak blijkt volgens het onderzoek de belangrijkste indicator te zijn voor de opname- en terugleverpiek. Dit komt doordat woningen met een groter verliesoppervlak een hogere warmtevraag hebben. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat: “Bij -4 graden Celsius is het gemiddelde dagverbruik van een hybride warmtepomp in de kleinste categorie woningen 19 kilowattuur. Voor de grootste categorie woningen is dit twee keer zo hoog, namelijk 38 kilowattuur per dag. Voor all-electric woningen is de toename nog groter: het dagverbruik stijgt van 30 kilowattuur per dag voor de kleinste woningen naar 70 kilowattuur voor de grootste woningen.”

Door het grotere verliesoppervlak moet er meer worden verwarmd, wat leidt tot een grotere piekvraag aan het net. Daarnaast stelt het onderzoek dat ook het teruggeleverde vermogen (door de opwek van zonnepanelen) evenredig groter wordt bij een groter verliesoppervlak. Dit komt doordat grotere woningen doorgaans meer dakoppervlak hebben en dus meer ruimte voor zonnepanelen.

Maximale netbelasting
Om te bepalen wat de maximale netbelasting zou zijn bij extreem koude temperaturen, heeft BDH de data moeten extrapoleren. De koudst gemeten temperatuur tijdens de onderzoeksperiode was -4 graden Celsius. Hieruit concludeerden de onderzoekers dat bij -10 graden Celsius de warmtepomp tussen de 1,7 en 4,2 kilowatt aan vermogen zal trekken.

Bij kleine woningen bleef dit beperkt tot 1,7 kilowatt.

Voor grote woningen zonder elektrisch back-up element liep dit op tot 3,3 kilowatt.

Pas bij grote woningen mét inschakeling van het elektrische back-up element kwam de piekvraag uit op 4,2 kilowatt.

Het elektrische back-up element van een warmtepomp is een onderdeel dat bijspringt als de warmtepomp niet kan voldoen aan de warmtevraag. Dit gebeurt doorgaans pas bij lage buitentemperaturen, tussen -7 en -15 graden Celsius. Dit weerstandselement heeft een lage energie-efficiëntie, met een COP van slechts 1.

Het onderzoek heeft vastgesteld dat in een voorbeeldwoning met 250 vierkante meter verliesoppervlak (wat overeenkomt met een tussenwoning van ongeveer 178 vierkante meter of een vrijstaande woning van 114 vierkante meter), de gemiddelde maximale piekvraag met een volledig elektrische warmtepomp 9,2 kilowatt was. Dit betekent dat de volledige voorbeeldwoning, inclusief alle elektrische apparaten, warmtepomp en laadpaal, 9,2 kilowatt vermogen van het net vroeg. Bij dezelfde voorbeeldwoning met een hybride warmtepomp was dit 6,3 kilowatt. Dit verschil is mede te verklaren door de afwezigheid van het elektrische back-up element bij de hybride warmtepomp, omdat deze dan overschakelt op gas.

Dit verschil is ook zichtbaar in de dagprofielen van huishoudens met een hybride warmtepomp die BDH heeft geanalyseerd. Hieruit blijkt dat er weinig verschil zit in het afnameprofiel tussen een winterdag en een matig koude dag. De verklaring hiervoor is dat de hybride warmtepomp bij winters weer wordt bijgestaan door de cv-ketel en daardoor slechts een beperkte elektriciteitsafname heeft. Hierdoor is de impact van een hybride warmtepomp op het elektriciteitsnet aanzienlijk lager dan die van een volledig elektrische warmtepomp.

Leeftijd van de woning
Een andere opvallende conclusie uit het onderzoek is dat het gemiddelde piekvermogen niet verschilt tussen oude en nieuwe woningen. De leeftijd van de woning had nagenoeg geen effect op het gevraagde piekvermogen van de warmtepomp.

De onderzoekers verklaren dit doordat huiseigenaren die investeren in een (hybride) warmtepomp vaak tegelijkertijd ook isolatiemaatregelen treffen. Daarnaast wordt gesteld dat mensen bewuster omgaan met hun energieverbruik naarmate de energierekening hoger wordt. Om een inschatting te maken van de netbelasting van warmtepompen in een bepaalde wijk, moet dus vooral gekeken worden naar het verliesoppervlak van de woningen.

Zonnepanelen versus de warmtepomp
Het rapport stelt: “De gelijktijdige opgenomen piekvermogens liggen een stuk lager dan de gemiddelde opgenomen piekvermogens. Het verschil tussen deze twee pieken is minder groot bij de teruglevering, omdat de pieken worden veroorzaakt door de zon en deze bijna overal tegelijk schijnt.”

Dit verschil is te verklaren doordat huishoudens niet allemaal op hetzelfde moment hun warmtepomp op vol vermogen laten draaien. Factoren zoals variatie in woningisolatie en warmtevraag, de aanwezigheid van een buffervat, slimme sturing en individueel gedrag spelen hierbij een rol.

Zonnepanelen daarentegen veroorzaken een grotere gelijktijdige piekbelasting op het net. Als de zon schijnt, leveren alle zonnepanelen tegelijkertijd stroom terug, waardoor hun maximale vermogen op hetzelfde moment wordt bereikt.

Warmtepompen hebben dus zeker impact op het elektriciteitsnet, maar deze impact is sterk afhankelijk van het verliesoppervlak van de woning, het type warmtepomp en de isolatiegraad. Daarnaast is het bij een warmtepomp eenvoudiger om de piekbelasting te spreiden dan bij zonnepanelen.