De warmtepomp kan hét succes worden van Europa’s wens om zelf te produceren

05.04.2023 Jan de Wit

De warmtepomp kan hét succes worden van Europa’s wens om zelf te produceren
©European Heat Pump Association

De Europese Commissie presenteerde met de Net-Zero Industry Act en de European Critical Raw Materials Act onlangs twee ambitieuze groene industrieplannen, waarbij de focus meer komt te liggen op eigen productie van hernieuwbare energieopwekkers. Een goed signaal vindt Thomas Nowak, secretaris-generaal van de European Heat Pump Association (EHPA), maar de warmtepompambities kunnen nog veel hoger. De commissie mikt op 31 gigawatt Europese productiecapaciteit tegen 2030, maar de EHPA is ervan overtuigd dat 47 gigawatt zeker moet lukken.

2022 is een bijzonder goed jaar geweest voor de warmtepompsector. Zo steeg de warmtepompverkoop met 38 procent ten opzichte van 2021 tot 3 miljoen, waarmee het aantal geïnstalleerde warmtepompen in Europa op 20 miljoen kwam.

Toch is 2022 niet het jaar van de doorbraak van de warmtepomp, die kwam al een jaar eerder. “In 2021 groeide de sector ook al met 34 procent. Je zou kunnen zeggen dat dat de ‘echte vraag’ is geweest, zonder externe factoren zoals de oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis”, stelt Nowak.

“Door de oorlog is de vraag flink gestegen en het is knap en enigszins verrassend dat de warmtepompsector ondanks alle supply chain issues nu zulke groeicijfers kan blijven laten zaten. Maar de sector laat al jaren groeiende installatiecijfers zien. Sinds 2013 is er al sprake van significante groei en sinds 2015 van dubbele groeicijfers. Wat we het afgelopen jaar hebben gezien is het resultaat van tien jaar groei en ontwikkeling.”

Daarbij klopt het ook niet om alle Europese lidstaten over één kam te scheren. Ieder land heeft volgens Nowak zijn eigen push en pullfactoren richting een fossielvrije toekomst met warmtepompen.

“Vanuit het noorden is er meer interesse gekomen in de warmtepomp door de ontwikkeling van district heating. In het Middellandse Zeegebied vanwege de wens om woningen te koelen. Duitsland sprak in 2019 heel duidelijk de wens uit om van het gas af te gaan en doorbrak daarmee de status quo met fossiele energie. Nederland zit met de aardbevingen die door de gaswinning worden veroorzaakt en in Oostenrijk is er sterke weerstand tegen nucleaire energie. Zo heeft ieder Europees land zijn eigen verhaal.”

De warmtepomp als hoeksteen
Maar het zijn niet alleen de fraaie groeicijfers die de ontwikkeling van de warmtepomp laten zien. Het apparaat staat vol op de radar van beleidsmakers en burgers als een efficiënte en duurzame manier om van het aardgas en een hoge energierekening af te gaan. Dat was niet zo lang geleden nog heel anders.

“Vijftien jaar geleden waren zon, wind en biomassa nog verenigd in één hernieuwbare energiebrancheorganisatie. Als warmtepompvertegenwoordiger konden we daar niet bij horen en hadden we zelfs niet eens een eigen kantoor”, memoreert Nowak.

“Uiteindelijk is de grootste verandering in 2009 geweest. Toen is de warmtepomp door de Europese Unie erkend als een bron van hernieuwbare energie. Daar is nog steeds veel weerstand tegen omdat veel mensen het zien of willen framen alsof het alleen een energie-efficiënt apparaat is. Nu zien steeds meer mensen de warmtepomp ook als een van de belangrijkste manieren om van fossiele energie af te komen.”

Dat geldt ook zeker voor Europese beleidsmakers. Of het nou Fit for 55, de European Green Deal, REPowerEU of de Net-Zero Industry Act is, de warmtepomp is een hoeksteen geworden van het Europese energiebeleid. Zowel als instrument richting een klimaatneutrale samenleving als middel om meer energieonafhankelijk te worden van onwelgevallige landen.

Een groene race
Toch wil Nowak de nieuwe sterrenstatus niet alleen toeschrijven aan de lobbykunsten van de EHPA. “Het is vooral verrassend dat zoveel mensen de voordelen van warmtepompen nog steeds niet kennen. Wij focussen ons daarom nog altijd op het uitleggen van de werking van de techniek en het voorlichten van Europese beleidsmakers. We brengen de juiste partijen aan tafel om de beleidsmakers te verzekeren dat de warmtepompsector de doelstellingen kan realiseren.”

Desondanks reageerde de EHPA enigszins teleurgesteld op de Net-Zero Industry Act. Hoewel de Europese Commissie duidelijk maakte veel meer te willen inzetten op Europese productie van onder andere warmtepompen, vond de EHPA de Europese warmtepompambities “niet ambitieus genoeg”.

Lees ook: Ambitieuze Europese en Nederlandse industrieplannen, maar er kan nog een schepje bovenop

“De Net-Zero Industry Act is een goed begin, omdat het een commitment is aan groene industriële groei, maar het strookt niet met onze groeicijfers. In ons conservatieve groeiscenario komen wij tegen 2030 al uit op 47 gigawatt Europese productiecapaciteit, terwijl de Europese Commissie mikt op 31 gigawatt. Dat is echt veel te laag”, stelt Nowak.

“We weten niet precies welke definitie de commissie heeft gehanteerd omdat het plan in slechts zes weken is geschreven. Maar we zien bijvoorbeeld dat olie- en gasboilers ook door warmtepompen worden vervangen en die categorie is niet meegenomen. We hebben hun rekenmodel daarom ook opgevraagd en onze interpretatie overgebracht, want wij geloven in onze marktcijfers.”

Dat de duurzame doelstellingen nu over elkaar heen duikelen in Europa is volgens Nowak ook te danken aan een interne Europese strijd. “Het Green Deal Industrial Plan werd onlangs door de Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen gepresenteerd. Daarin zat ook de wens dat Europa de productie meer in handen gaat nemen.”

Lees ook: Europa gaat staatssteunstrijd aan met VS en China

Europese productie is het terrein van Thierry Breton, de Eurocommissaris voor de Interne Markt. “Door niet alleen het aantal installaties te willen opschalen, maar ook het aantal Europese producten wil Europa zich meer verhouden tot de andere machtsblokken. Maar de Europese productie is een kwestie voor de interne markt en Breton heeft daar sterk op gepusht. In die is zin is het een vruchtvolle race richting meer duurzame ambities.”