Duitsland verbiedt nieuwe olie- en gasverwarmingssystemen vanaf 2024

21.04.2023 Jan de Wit

Duitsland verbiedt nieuwe olie- en gasverwarmingssystemen vanaf 2024
©Thomas Koehler

In Duitsland is een wetsvoorstel aangenomen dat vanaf 2024 nieuwe olie- en gasverwarmingssystemen verbiedt, dat meldt de Financial Times. Vanaf volgend jaar moeten nieuwe verwarmingssystemen op minstens 65 procent hernieuwbare energie draaien, wat in de praktijk minimaal een hybride warmtepomp betekent. Het wetsvoorstel is onderdeel van het Duitse streven om al in 2045 klimaatneutraal te zijn.

In Duitsland zijn gebouwen vorig jaar verantwoordelijk geweest voor 112 miljoen ton aan broeikasgasemissies, ongeveer 15 procent van de totale uitstoot. Daarnaast maken de Duitse gebouwen ongeveer een derde van het totale energieverbruik uit en is 80 procent van de warmte afkomstig van fossiele brandstoffen. Van de 41 miljoen huishouden gebruikt bijna de helft gas en 25 procent stookolie.

Vanaf 2024 moet elk nieuw geïnstalleerd verwarmingssysteem in Duitsland voor minimaal 65 procent op hernieuwbare energie draaien. Er zijn alleen een aantal uitzonderingen na maandenlange onderhandelingen tussen de coalitiepartijen die er verschillende ambitiesnelheden op na houden.

Zo worden ook cv-ketels toegestaan als ze waterstofready zijn en er een bindend investerings- en transformatieplan voor waterstofnetwerken is. Deze ketels moeten in 2030 voor minimaal 50 procent op biomethaan werken en vanaf 2035 voor minimaal 65 procent op waterstof.

Daarnaast worden hybride systemen en systemen die al op minimaal 65 procent waterstof draaien toegestaan in de nieuwbouw, worden huiseigenaren ouder dan tachtig jaar en uitkeringsgerechtigden volledig vrijgesteld en thermische zonne-energie, houtkachels of pelletverwarming moeten worden overwogen als opties, naast warmtepompen en stadsverwarming.

Andere aanpak dan Nederland, maar beoogde resultaat vergelijkbaar
Duitsland heeft hiermee een hele andere benadering gekozen dan Nederland. De Duitse regering heeft zich wat techniekneutraler opgesteld dan de Nederlandse, al kan het heel goed zo zijn dat de verschillen in de praktijk niet zo groot zullen zijn. Maar het Nederlandse kabinet heeft zich met het Actieplan hybride warmtepompen een stuk duidelijker voor een (overgangs)techniek uitgesproken.

Lees ook: Waar Nederland meer een techniek promoot, zet Duitsland vooral in op uitstootreductie

De belangrijkste reden dat de praktijkverschillen wel eens mee kunnen vallen is dat het hier duidelijk om een overgangstechniek gaat. Ook in Nederland blijft het streven zo elektrisch mogelijk en een beoogde minimale besparing van 65 procent gas komt erg overeen met de prestaties van een hybride warmtepomp. In het vergelijkbare Nederlandse klimaat bespaart een hybride warmtepomp namelijk gemiddeld zo’n 70 procent, in heel Europa is dit zelfs gemiddeld 80 procent.