Een circulair installatieontwerp kan 80 procent milieuwinst betekenen

13.03.2024 Jan de Wit

Een circulair installatieontwerp kan 80 procent milieuwinst betekenen

Door circulair te renoveren kan tot 40 procent van de materiaalgebonden emissies worden vermeden, zo blijkt uit onderzoek van een breed consortium. Dat is extra belangrijk omdat er de komende decennia veel materialen nodig zijn om alle woningen en gebouwen te renoveren. Daarbij kan een circulair installatieontwerp voor bijna 80 procent milieuwinst zorgen.

In 2030 moet er 3,4 megaton minder CO2 worden uitgestoten in de gebouwde omgeving dan in 1990, zo is afgesproken in het Klimaatakkoord. Dat betekent dat een groot aantal woningen en gebouwen moet worden gerenoveerd. Grote aanjagers hiervan zijn de hybride warmtepompnorm die vanaf 2026 in werking treed en de steeds strenger wordende energielabelnormering voor utiliteitsgebouwen en huurwoningen.

Dit betekent dat de materialenvraag voor renovaties de komende jaren ook sterk zal toenemen. Zo zijn er meer isolatiematerialen en materialen voor duurzame verwarmingsinstallaties nodig. Hierdoor is 70 procent van de materiaalgebonden emissies gerelateerd aan de renovatieopgave.

Dit zal over de levensduur van de materialen tot veel meer energie- en CO2-besparing leiden dan wat het initieel aan materialen en bijkomende CO2-uitstoot kost. Deze zogenoemde ‘CO2-terugverdientijd’ van de gebruikte materialen ligt tussen de twee en zeven jaar.

Maar omdat voorkomen beter is dan genezen, zou een meer circulaire renovatieaanpak veel CO2-uitstoot al gelijk kunnen vermijden. Volgens een consortium, bestaande uit Stichting W/E Adviseurs, TU Eindhoven, Metabolic, Nibe, Nieman, Marjet Rutten, Alba Concepts, LBP | Sight, SGS Search, TU Delft, DGBC, Circular Catalyst en Copper8, kan 40 procent van de materiaalgebonden emissies worden vermeden door circulair te renoveren.

Wanneer er wordt gekozen om circulair te renoveren met biobased en hergebruikte materialen daalt de CO2-terugverdientijd met maximaal twee jaar. Daarbij tekenen de onderzoekers wel aan dat 60 procent van de materialen circulaire energierenovaties rond Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht te vinden zijn.

lees ook
Lees ook dit artikel

Material issues

Verwarmingsinstallaties bieden de meeste mogelijkheden
“Aan de aanbodzijde liggen de grootste kansen op het vlak van installatietechniek, en met name verwarmingsinstallaties”, zo concluderen de onderzoekers. Vanzelfsprekend kan de meeste CO2-reductie worden behaald door een woning van het gas af te halen. Met de huidige energiemix heeft de warmtepomp een CO2-terugverdientijd van anderhalf jaar.

Deze CO2-terugverdientijd kan korter door de woning te verwarmen met een installatie die op hernieuwbare energie draait. Maar de productie van zonnepanelen geldt dat deze meestal met fossiele energie, doorgaans kolenstroom, worden geproduceerd. Hierdoor hebben de materiaalgebonden CO2-emissies van zonnepanelen een flinke impact op de CO2-voetafdruk van de renovatie. Zonnepanelen blijven echter onmisbaar om de energetische klimaatdoelen te halen.

De mate van verduurzaming van een verwarmingsinstallatie hangt sterk samen met de kwaliteit van de gebouwschil. Hoe beter de isolatiewaarde hoe kleiner de verwarmingsinstallatie kan zijn. Daarnaast is het aanbod van biobased en hergebruikte materialen vooral hoog in de isolatiesector. Als alle woningen die voor het jaar 1975 zijn gebouwd met circulaire materialen worden gerenoveerd, scheelt dat 8 megaton CO2 ten opzichte van traditionele renovatiematerialen.

Dit werpt tegelijk een lastige spagaat op: een circulair ontwerp van de verwarmingsinstallatie kan voor bijna 80 procent milieuwinst zorgen, maar er is nu nog geen incentive voor ontwerpers en fabrikanten om hiermee aan de slag te gaan. Door producenten of importeurs verantwoordelijk te maken voor de gehele levenscyclus kan dit volgens de onderzoekers veranderen. Dan heeft deze partij een incentive dat het apparaat zo lang mogelijk meegaat en deze kan worden gerepareerd.

Dit is volgens de onderzoekers een noodzakelijke stap: “Als Nederland zich serieus wil committeren aan het Klimaatakkoord van Parijs en haar duurzaamheidsambities wil realiseren, is het van cruciaal belang dat biobased en circulaire materialen een prominentere rol krijgen in de noodzakelijke energierenovaties.”

MilieuPrestatie Gebouwen kan onderscheid bieden
De onderzoekers concluderen dat de energietransitie zich nu nog bijna uitsluitend focust op het operationele energieverbruik, maar dat de blik ook op de materiaalgebonden emissies zal moeten. De milieueffecten en circulariteit van installaties zal daarom moeten verbeteren en het gebruik van biobased of circulaire materialen moet fors omhoog.

“Het lijkt niet raadzaam om renovatiebeslissingen enkel te baseren op gunstige CO2- terugverdientijden. Daarentegen bieden de resultaten van de MilieuPrestatie Gebouwen (MEPG)-indicator een beter onderscheid tussen renovatie-ingrepen en geeft op integraal niveau de betere keuzes weer”, zo schrijven zij.

Daarbij moet er een integrale renovatiebenadering worden ontwikkeld, moet de milieu-impact en circulariteit van (met name verwarmings-)installaties versneld worden verbeterd, moet er een ondergrens komen in het gebruik van biobased of circulaire materialen bij renovaties, moeten de materiaalgebonden grenswaarden worden aangepast en moeten er financiële stimuli komen voor circulaire en biobased materialen.