Geothermie Nederland wil projecten innoveren en versnellen

06.02.2025 Sjoerd Rispens

Geothermie Nederland wil projecten innoveren en versnellen

Een duidelijk beleidskader en een versneld vergunningstraject is nodig om geothermieprojecten op te schalen en te versnellen. Dat stelt Geothermie Nederland in een onderzoek met allerlei maatregelen de integratie van geothermie in de warmtetransitie te vergroten. De brancheorganisatie wil ook dat de Taskforce Versnelling Geothermie kansrijke projecten sneller kan selecteren om uit te voeren.

Daarnaast moeten de volgende maatregelen snel worden toegepast om innovatieve projecten te versnellen: er moet een eenvoudiger en kortere aanvraagprocedure komen. De toetsingscriteria moeten helder zijn. Er moet geanticipeerd worden op het delen van kennis met sectorgenoten, EBN en Geothermie Nederland moeten hier op toezien.

De organisatie schetst in het document verder   problemen waar uitvoerders tegenaan lopen en stelt acties en adviezen voor om deze op te lossen. Zo moet er volgens de organisatie een beleidskader komen. Dat leidt tot kortere doorlooptijden voor projecten omdat het een toetsingskader biedt voor vergunningverleners en adviseurs tijdens de bijbehorende procedure.

Ook daarna kan een dergelijk kader van pas komen, omdat er tijdens de levensduur van de bron duidelijkheid moet zijn over de regels waar de activiteiten aan moeten voldoen. Geothermie Nederland constateert dat er een grote behoefte is aan duidelijke regels zodat trillingen en schade door geothermische projecten zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden.

De financiële kosten zorgen ook voor problemen. Volgens Geothermie Nederland is het tegenwoordig duurder om een project te financieren. In de ontwikkelingsfase moeten bedrijven namelijk de investeringskosten van zo’n 20 á 30 miljoen op de eigen balans verrekenen of een risicodragend vermogen aantrekken.

Vervolgens moeten ze vaak lang wachten op vergunningen, wat gepaard gaat met veel onzekerheid. Dat maakt het duurder om vermogen aan te kunnen trekken, omdat er huiverigheid is om aan geothermie te beginnen. De realisatie van een project gaat vervolgens niet door.

Het financiële plaatje
Geothermieprojecten zijn al sinds 2012 opgenomen in de Stimulering Duurzame Energieproducten en Klimaatregeling (SDE), maar de sector ervaart volgens het onderzoek dat deze niet goed functioneert. De sector pleit er daarom voor dat de subsidieregeling herzien wordt zodat deze beter aansluit bij de specifieke ontwikkelingsfasen van geothermieprojecten.

Ook wil de sector dat de regeling gecombineerd wordt met een CAPEX-subsidie, die bedoeld is voor de kosten voor de ontwikkeling of levering van niet-verbruikbare onderdelen van een product. Deze combinatie leidt volgens het onderzoek tot snellere realisatie en van projecten en verkleint de risico’s en maatschappelijke kosten.

Daarnaast pleit Geothermie Nederland er op financieel vlak voor om clusterdeals, zoals in Zuid-Holland, meer te stimuleren. Bij clusterdeals werken gemeenten samen om warmtebronnen beter te gebruiken en de benodigde vraag goed te bundelen.

Vermindering CO2-uitstoot
Op het gebied van veiligheid benadrukt Geothermie Nederland dat het verantwoord winnen van aardwarmte voorop staat bij de bedrijven uit de sector. Seismisch risico bij geothermie is al zeer klein en een onderzoek van TNO uit 2019, dat hier een wereldwijde studie naar heeft gedaan, bevestigt dit. Desondanks kan het risico niet naar het nulpunt worden gebracht, dus worden alle veiligheidsmaatregelen van tevoren goed vastgelegd.

Bewoners moeten er namelijk van op aan kunnen dat er alles aan wordt gedaan om bevingen en schade te voorkomen. En mochten die er onverwacht toch zijn, dan moet het verantwoordelijke bedrijf de schade vergoeden, aldus de onderzoekers. Daarom wil de sector samen met het Rijk een schadefonds opzetten, als een achtervang. Het beheer daarvan moet op dezelfde manier worden vormgegeven als bij het Waarborgfonds voor Mijnbouwschade.

Geothermie kan ook een grote rol spelen bij het verminderen van de CO2-uitstoot, volgens de onderzoekers. TNO-onderzoek wijst uit dat de uitstoot van een geothermiebron 90 procent lager is dan een cv-ketel op aardgas. Een cv-ketel stoot volgens TNO zo’n 2900 kilo CO2 per jaar uit. Het is daarom volgens Geothermie Nederland niet meer dan logisch dat er wordt gekeken naar een CO2-afbouwpad, dat in de Wet Collectieve Warmte (WCW) wordt opgenomen en aansluit op geothermie.

Belangrijke stappen om nog minder CO2 uit te stoten zijn diverse projecten die in ondergrondse seizoensopslag van warmte voorzien. Warmteopslag speelt een rol in de systeemintegratie en bevordert de efficiëntere inzet van geothermie.

Budget
Omdat geothermie nog een relatief nieuwe duurzame energiebron is, zijn er logischerwijs nog steeds heel veel vragen. Geothermie Nederland wil daarom dat alle aanwezige kennis rondom de methode wordt gebundeld en beschikbaar wordt gemaakt, vooral voor omwonenden en beleidsmakers. Daarbij moet er voor gezorgd worden dat provinciaal en landelijk beleid op elkaar aansluit, zodat alles helder is.

Tot slot geeft Geothermie Nederland aan dat er een budget van 152 miljoen euro beschikbaar is voor projecten. De brancheorganisatie wil dat zij zelf, samen met Energie Beheer Nederland (EBN) betrokken worden bij het ontwerp van een regeling om het budget te verdelen.