Heat as a service-model staat nog echt in de kinderschoenen

23.01.2023 Jan de Wit

Heat as a service-model staat nog echt in de kinderschoenen
©Ennatuurlijk

Er zijn al warmteleveranciers die met een heat as a service-model werken, maar het businessmodel is nog niet zo ver ontwikkeld. Er bestaat zelfs nog discussie over hoe het model eruit kan zien. De meeste leveranciers zijn het er wel over eens dat het eindproduct een verwarmde woning is. Maar moeten zij dan een bepaalde temperatuur in huis leveren of een bepaalde hoeveelheid warmte? Rekenen in graden Celsius of gigajoule?

Er zitten nog best wat onzekerheden in de businesscase. Wanneer er een bepaalde warmte wordt aangeboden moet de ontvanger hier ook de geschikte apparatuur voor hebben, zoals een warmtepomp. Hoeveel ondersteunend materiaal gaat er in de businesscase mee?

Voor leveranciers van heat as a service zou dit extra risico opleveren, want in een totaalmodel van heat as a service draaien zij op voor de onderhouds- en reparatiekosten. En dat betekent vanwege financiële en technische risico’s ook een duurdere en dus minder concurrerende businesscase.

Lees ook: Wat is heat as a service en waarom is het belangrijk?

Maar er zijn ook variabele risico’s verbonden aan het heat as a service-model. Wanneer een bepaalde temperatuurlevering is afgesproken is de aanbieder a­fhankelijk van de prestaties van de afgiftesystemen in de woning van de klant, van de energieprijzen – die momenteel zeer volatiel zijn – en van het klantgedrag.

Wanneer een klant besluit hartje winter zijn ramen open te zetten voor wat natuurlijke ventilatie moet de leverancier meer warmte leveren om dezelfde temperatuur te leveren.

Hierdoor neemt de ook de verduurzamingsprikkel voor de consument af. De consument betaalt immers hetzelfde maandbedrag, ongeacht hoeveel hij investeert in de isolatiegraad.

Ten slotte betekenen stijgende energieprijzen meer kosten voor de leverancier als er een bepaalde temperatuur is afgesproken. Zeker omdat de prijs voor duurzame warmte aan de gasprijs is gekoppeld.

Transparantie is cruciaal
De verwachting (of in ieder geval de hoop vanuit de sector) is dat de prijzen van gas en duurzame warmte worden ontkoppeld in de nieuwe Warmtewet. Maar niet alleen laat deze wet door meerdere vertragingen al lang op zich wachten, ook zijn duurzame warmte en gas aan elkaar gekoppeld onder het prijsplafond voor 2023.

Om alle bovenstaande redenen is het voor een warmteleverancier met een heat as a service-model aantrekkelijk om niet een vaste temperatuur in het contract vast te stellen, maar een vaste hoeveelheid gigajoule.

Het gemiddelde warmteverbruik van huishoudens met stadsverwarming is volgens Milieu Centraal zo’n 35 gigajoule per jaar. Voor warm water komt daar nog 6,6 gigajoule bij.

Daarbij is het voor de warmteleverancier cruciaal om transparant te zijn over de kosten en winsten, zo waarschuwt adviesbureau Berenschoot. Zeker als een warmteleverancier voor een tussenoplossing kiest door de hoogte van de temperatuur als variabele op te nemen in het contract.

Hoe meer diensten worden samengebracht, hoe minder transparant het is waar welke kosten liggen. De energiesector is al niet de sector die het meeste maatschappelijke vertrouwen geniet, dat geldt ook zeker voor een relatief onbekend businessmodel als heat as a service.

Onbekend maakt onbemind. Bovendien zijn Nederlanders vooral gewend aan koopcontracten en worden leen-, huur- en leasecontracten vaak als duur gezien. Daarom is het als warmteleverancier met een heat as a service-model belangrijk om transparant te zijn en de consument te ontzorgen.

Vooral de apparatuur wordt as a service geleverd
Een bedrijf als Econic doet dit door niet alleen heat as a service aan te bieden, maar gelijk een volledig e-home as a service te bieden. In dat geval wekken zonnepanelen de stroom op om de warmtepomp te laten draaien. In de meeste nieuwbouwhuizen is dat een all-electric, in de bestaande bouw vaker een hybride warmtepomp of PVT-panelen.

De overige zonnestroom kan worden teruggeleverd aan het elektriciteitsnet of kan via een bijgeleverde laadpaal naar de elektrische auto. Alle apparatuur is voor een vast bedrag per maand te huur.

Voor de energieleverancier is het van belang dat de apparaten ook zo goed mogelijk op elkaar zijn aangesloten. Idealiter worden ze aangestuurd door slimme apparatuur. Dit staat echter nog in de kinderschoenen omdat nog lang niet alle warmtepompen geschikt zijn voor slimme aansluiting.

In het Actieplan hybride warmtepompen hebben de Nederlandse Verwarmingsindustrie, Netbeheer Nederland en Techniek Nederland zich daarom gecommitteerd aan de afspraak om, samen met sectorpartijen, een standaard protocol voor slimme aansturing van de installatie te ontwikkelen. Deze zou in het derde kwartaal van 2024 gereed moeten zijn.

HAASheat gaat nog een stap verder in het ontzorgen van consumenten. Door de (hybride) warmtepomp samen met de werkgever aan te schaffen kan een werknemer met zijn werknemersvoordelen betalen, wat fiscaal aantrekkelijk is omdat dat niet wordt belast. Zo kunnen ambtenaren betalen met hun Individueel Keuze Budget en de zorg met het Persoonlijk Levensfase Budget. Ook overuren en vrije uren kunnen worden ingezet.

Het kost de werkgever niets, maar werknemers kunnen direct besparen op hun energierekening en door af te betalen met brutoloon en verlofdagen kan het volgens HAASheat tot 50 procent voordeliger uitpakken en de terugverdientijd worden teruggebracht tot een tot twee jaar. Ten slotte neemt het bedrijf ook de subsidieaanvraag voor zijn rekening.

Beleid richt zich nog nauwelijks op terugdringen grondstoffenvraag
Die extreem korte terugverdientijd wordt natuurlijk ook mede veroorzaakt door de huidige energiecrisis en de hoge prijzen die dit veroorzaakt. Wat ook weer zorgt voor een groeiende interesse in heat as a service.

Maar om ervoor te zorgen dat het heat as a service-model daadwerkelijk voor een afnemende vraag naar grondstoffen en materialen zorgt, moet er nog een hoop veranderen. In het huidige model zetten leveranciers vooral in op het leveren van al bestaande apparatuur as a service. Waardoor de vraag gelijk blijft.

Lees ook: SER: ‘Grondstoffentransitie moet sneller om de klimaatdoelen te halen’

Zoals Ed Nijpels, voorzitter SER-commissie duurzame ontwikkeling concludeerde is “samenhangend beleid cruciaal”. Ontzorgen is belangrijk om de consument te overtuigen, maar voor de grondstoffen- en energietransitie moet de geleverde warmteapparatuur ook circulair worden gebouwd. En die slag staat nog echt in de kinderschoenen.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Warmtepomp Trendrapport 2023, een gezamenlijke uitgave van Warmte365 en Dutch New Energy Research. Wilt u het hele rapport lezen met alle trendanalyses en marktdata? Klik dan hier.