Nederlanders maken zich minder zorgen om klimaat, het verlagen van energierekening belangrijkste reden voor verduurzamen
04.04.2025 Evelien Schreurs

Nederlanders maken zich wat minder zorgen over het klimaat dan voorgaande jaren. Ze zijn minder bezig met het verduurzamen van hun woning en ook minder bereid te investeren in energiezuinige of duurzame oplossingen. De belangrijkste drijfveer voor het verduurzamen van woningen is nog altijd het verlagen van de energierekening. Zo blijkt uit de Rapportage Nationale Monitor Energietransitie 2025.
Jaarlijks peilt marktonderzoeksbureau MWM2 in opdracht van Feenstra, de houding en het gedrag van Nederlanders tegenover duurzaamheid en de energietransitie. 1.020 Nederlanders van tussen de 18 en 75 jaar vulden de vragenlijst in.
Nederlanders maken zich minder zorgen over het klimaat, concludeert het onderzoek. “In lijn met het politieke debat lijkt het thema te worden overvleugeld door andere maatschappelijke problemen en lijkt er wat sprake van ‘klimaatmoeheid’. Ook het gevoel van urgentie om actie te ondernemen is verder gedaald, naar de laagste stand sinds 2021.”
Nederlanders hebben minder vertrouwen in de klimaataanpak van het kabinet dan vorige jaren. Ze vinden het beleid rondom verduurzaming van woningen onduidelijk en zeggen daarom te wachten met het nemen van maatregelen. Ondanks het gedaalde vertrouwen in de klimaataanpak van het kabinet, wordt de Rijksoverheid samen met gemeenten gezien als de partijen die het initiatief moeten nemen voor het verduurzamen van woningen.
“Er is minder vertrouwen in de klimaataanpak van het kabinet dan eerdere jaren, maar tegelijkertijd ook een minder grote roep om subsidies en richtlijnen voor de verduurzaming van woningen vergeleken met voorgaande jaren”, schrijven de onderzoekers.
Minder duurzame apparaten
Nederlanders zijn minder dan vorige jaren bezig met het nemen van duurzame maatregelen in hun eigen huis. Vier op de tien Nederlanders beschouwt zijn woning ‘(bijna) klaar voor de toekomst’. Dat geldt in hogere mate voor mensen met een koopwoning dan mensen met een huurwoning, en geldt vaker voor mensen met een hoog inkomen dan mensen met een lager inkomen.
69 procent van de Nederlanders is bereid te investeren in verduurzaming van de woning, vorig jaar was dat nog 77 procent. Hoe hoger de investering is, hoe belangrijker subsidies zijn. Investeringen tot 1.000 euro zouden veel mensen nog zelf betalen. Als de investering meer dan 5.000 euro bedraagt, zou het merendeel van de mensen niet investeren zonder dat er subsidie wordt gegeven.
De belangrijkste reden om wel te investeren blijft het verlagen van de energierekening (78 procent), gevold door stijgende energieprijzen (57 procent). ‘Goed voor het milieu’ werd minder vaak aangegeven (54 procent) als reden dan vorig jaar, terwijl ‘meer comfort in huis’ juist vaker werd genoemd (43 procent). De zorgen om energieprijzen zijn ten opzichte van vorig jaar toegenomen, maar nog wel lager dan de zorgen ten tijde van de energiecrisis in 2023.
Redenen om niet te investeren in het verduurzamen van een woning zijn dat de investering te groot is, dat de terugverdientijd te lang is of er onzekerheid is over het beleid betreffende de duurzame oplossing.
Tussen verschillende verduurzamingsmaatregelen zijn grote verschillen te zien. Het overgrote deel van de mensen zet de verwarming lager en heeft al dubbel of triple glas. Ook het monitoren van energieverbruik en het aanschaffen van energiezuinige apparatuur zijn stappen die mensen graag nemen.
Ten opzichte van vorig jaar waren meer mensen bereid te investeren in energiezuinige apparaten en in een hybride warmtepomp, concluderen de onderzoekers. “De twijfel over de warmtepomp lijkt iets toegenomen: indien men nu de cv-ketel zou moeten vervangen, zou nog slechts 34 procent voor een warmtepomp kiezen, 41 procent zou nu voor een nieuwe cv-ketel kiezen. Vorig jaar was dit nog andersom.” Gebruikers van de (hybride) warmtepomp zijn hier over het algemeen wel (zeer) tevreden over.
De houding die mensen hebben tegenover verduurzamingsmaatregelen is nog steeds het meest positief tegenover het isoleren van de woning, gevolgd door zonnepanelen en elektrisch verwarmen. De houding tegenover zowel hybride als all-electric warmtepompen is positief of neutraal. Het grootste negatieve sentiment wordt gezien jegens stadswarmte, maar ook daar is de meerderheid ‘neutraal’.
Overige maatregelen die worden genoemd, zijn het plaatsen van ledverlichting, tochtstrips en radiatorfolie, en het plaatsen van airco’s om mee te verwarmen.
Opvallend is het stookgedrag van Nederlanders. In 2025 zette Nederlanders de thermostaat gemiddeld op 18,3 graden Celsius. In 2024 was dat 18 graden, in 2023 17,7 graden. Voor de energiecrisis was dat nog 18,8 graden.