Netcongestie, a blessing in disguise
29.10.2024 Ronald Schilt Directeur van Merosch
Netcongestie legt de grenzen van onze ongeremde groei naar elektriciteitsbehoefte pijnlijk bloot. Tegelijkertijd is het een enorme prikkel en kans om energie, ruimte en geld te besparen. Maar dan zullen we wel nadrukkelijk op alle fronten in moeten zetten op het benutten van de mogelijkheden die we hebben.
De netcongestie is op veel plaatsen slecht nieuws. Door de enorme groei van de elektriciteitsvraag van nieuwbouw, bedrijven en laadpalen raakt het elektriciteitsnet overbelast. Gevolg is dat op veel plaatsen nieuwe wijken, gebouwen en bedrijven geen stroom kunnen krijgen. Nederland loopt vast: woningbouw stagneert en bedrijven luiden de noodklok omdat ze niet kunnen uitbreiden.
Tegelijkertijd dwingt het ons om zuiniger om te gaan met wat we nog wel hebben aan aansluitingen. Tot enkele jaren geleden was het efficiënt omgaan met onze elektrische aansluitvermogens nauwelijks een zorg van bestuurders van overheid en bedrijven. Wethouders hadden tot voor kort alleen contact met netbeheerders zoals Stedin, Enexis en Alliander tijdens de borrel op de aandeelhoudersvergaderingen en bestuurders van bedrijven konden er van uitgaan dat er voldoende aansluitcapaciteit was.
Als samenleving gaan we voor het eerst voelen dat er elektriciteit schaarste is. Schaarste die niet binnen enkele jaren opgelost zal zijn maar zo maar tien jaar of langer kan gaan duren. Tegelijkertijd kan deze schaarste een enorme impuls geven om effectiever en efficiënter met onze elektriciteitsvoorziening om te gaan. En eerder de sprong te maken naar het energiesysteem van de toekomst, waarin slimme technieken ons helpen om het elektriciteitsnet én ons huishoudbudget te ontzien.
Verschillende studies laten zien dat het technisch goed mogelijk is om voor woonwijken met de helft van het elektrische aansluitvermogen aan te kunnen. Daarbij moet je denken aan zeer energiezuinige woningen, efficiënte warmteopwekking en slimme laadpalen. Technieken die allemaal beproefd zijn, beperkte meerinvestering vragen en zich binnen de levensduur terugverdienen. Er is dus sprake van haalbare businesscase als we willen en daar op sturen.
De winst: aanzienlijk lager energiegebruik (CO2-reductie), minder kabels, leidingen en trafohuisjes. Ook dat is beter voor het milieu (want minder materiaalgebruik), vraagt minder maatschappelijke investeringen en zorgt voor minder ruimtebeslag in wijken.
Dat betekent wel dat de overheid nadrukkelijker beleid zal moeten gaan voeren op dit schaarste onderdeel. Denk hierbij voor woningbouw aan aanscherping of uitbreiding van de energie-eisen die effect hebben op de grootte van de aansluitcapaciteit. Dit is relatief eenvoudig te verwerken in de huidige BENG-systematiek.
Ook kunnen consumenten en bedrijven financieel gestimuleerd worden om efficiënter met hun aansluiting om te gaan door aanpassing van de tarieven die netbeheerders in rekening mogen brengen.
Liever vandaag dan morgen, want één ding is al wel duidelijk: Wachten en weer verder gaan op dezelfde voet zal niet de oplossing zijn. Nu versneld werken aan inpassing van beschikbare nieuwe oplossingen en technieken wel.