Niet alleen elektrische opslag groeit, ook thermische en chemische opslag in de lift
20.11.2024 Jan de Wit
Dat elektrische opslag groeit in Nederland was al duidelijk, maar nu blijkt dat dit ook geldt voor thermische en chemische opslag, dat blijkt uit de Marktrapportage van onderzoeksbureau Ecorys, in opdracht van brancheorganisatie Energy Storage NL. Door onder andere toenemende spreiding in energieprijzen zorgt ervoor dat energieopslag steeds meer financierbaar wordt en dat het aantal energieopslagprojecten hierdoor hard groeit.
In 2023 zijn er 24.400 nieuwe batterijsystemen in gebruik genomen, met een totale opslagcapaciteit van 410 megawattuur, zo bleek eerder uit het Nationaal Smart Storage Trendrapport 24/25 van Dutch New Energy Research en Solar365. Een ruime verdubbeling van het aantal batterijsystemen in Nederland, want het totale aantal batterijsystemen in Nederland komt hiermee uit op zo’n 40.000, met een totale capaciteit van 621 megawattuur.
Het lijkt het begin van een groeicurve te zijn voor de Nederlandse batterijsector. In het basisscenario van Dutch New Energy Research groeit de verkoop namelijk naar verwachting naar 942 megawattuur extra opslagcapaciteit in 2024. “Met name de residentiële batterijmarkt lijkt in Nederland aan het begin te staan van een trend die vergelijkbaar is met die van de zonne-energiemarkt”, stelt Hrvoje Medarac, hoofdonderzoeker van Dutch New Energy Research.
Nu blijkt uit onderzoek van Ecorys onder tweehonderd respondenten, van ontwikkelaars tot netbeheerders enzovoorts, dat dit ook geldt voor thermische en chemische opslag. Zo kan elektrische opslag doorgroeien naar 11,8 gigawatt in 2027, thermische opslag naar 1,9 gigawatt in 2027 en chemische opslag naar 10,5 gigawatt in 2027.
De belangrijkste reden is volgens Energy Storage NL de toenemende financierbaarheid van energieopslag, met name door de steeds grotere spreiding in energieprijzen tussen verschillende tijdsvakken. In de periode 2010 tot 2019 was het verschil tussen de honderd duurste uren en de honderd goedkoopste uren nog zo'n 500 euro per megawattuur. In 2022 was dit verschil opgelopen tot 1.700 euro per megawattuur en in 2023 is dit verder gegroeid naar 1.900 euro per megawattuur.
Eerder bleek al dat hierdoor een enorm aantal batterijprojecten een aanvraag voor transportcapaciteit deden bij netbeheerders. Bij TenneT is dit bijvoorbeeld opgelopen tot ongeveer 74 gigawatt. Toch zit slechts 3 gigawatt in de realisatiefase, met name in de provincies Flevoland en Groningen, omdat er nog veel onduidelijk is over de businesscase en beschikbare locaties.
Energy Storage NL en de onderzoeksrespondenten geven daarom aan dat de overheid zich zou moeten inspannen voor een duidelijke strategie over de gewenste opslagroute richting 2030 en 2050, een oplossing voor het ongelijke speelveld ten opzichte van omringende landen die dubbele transporttarieven hanteren voor energieopslag en de gewenste opslaglocaties en bijbehorende vergunningverlening.