Op zoek naar de niet-geregistreerde warmtepompen

14.08.2024 Jan de Wit

Op zoek naar de niet-geregistreerde warmtepompen

Dankzij slimme-meterdata van de netbeheerders heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) seizoenspatronen in het huishoudelijk elektriciteitsverbruik van individuele woningen in kaart weten te brengen. Hiermee kan het maandelijkse elektriciteitsverbruik van geregistreerde warmtepompen beter worden gemeten, maar ook woningen met een niet-geregistreerde elektrische hoofdverwarmingsinstallatie worden herkend. Om welke seizoenspatronen gaat het en hoe identificeert het CBS de niet-geregistreerde warmtepompen?

Om individuele warmtepompen in kaart te brengen, maakte het CBS tot voor kort hoofdzakelijk gebruik van registers van energielabels en aanvragen van de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Hieruit blijkt wat het aantal geregistreerde warmtepompen binnen een bepaalde periode is.

Het is bekend dat een flink aantal huishoudens weliswaar een warmtepomp aanschaffen, maar deze niet laten registreren. Om ook de niet-geregistreerde warmtepompen mee te nemen en zo te schatten hoeveel warmtepompen er daadwerkelijk worden geïnstalleerd in een jaar gebruikt het CBS verkoopcijfers van installateurs.

Voor het pilotonderzoek heeft het CBS gegevens gebruikt van maandelijkse leveringen en -terugleveringen van elektriciteit en jaarlijkse aardgasleveringen van ongeveer 6 miljoen woningen in 2022. De totale woningvoorraad bestond dat jaar uit ruim 8 miljoen woningen. Van deze 6 miljoen woningen hadden er 139.000 een warmtepomp op 1 januari 2022 en 186.200 op 31 december 2022. Een toename van 47.200 geregistreerde warmtepompen. In totaal werden er zo’n 100.000 warmtepompen geïnstalleerd dat jaar, waardoor het totale aantal geïnstalleerd warmtepompen in de gebouwde omgeving eind 2022 op ruim 400.000 uitkwam.

De slimme-meterdata van de netbeheerders maakt het voor het CBS mogelijk om onderscheid te maken tussen woningen die een ontbrekend of laag gasverbruik dankzij hun warmtepomp en blok- of stadsverwarming. Hierdoor ontstaat een veel scherper beeld van het elektriciteitsverbruik van woningen met een warmtepomp en hoe sterk seizoensafhankelijk dit is.

Finaal elektriciteitsverbruik stijgt juist in de zomermaanden
Wanneer huishoudens met een geregistreerde warmtepomp, zonder een geregistreerde warmtepomp en huishoudens met zonnepanelen met elkaar worden vergeleken dan valt op dat huishoudens met een geregistreerde warmtepomp logischerwijs een veel hoger elektriciteitsverbruik hebben buiten de lente- en zomermaanden. Ook wordt duidelijk dat de warmtepomp in deze warme maanden wordt ingezet om de woning te koelen.

©CBS


Daarnaast krijgen huishoudens met zonnepanelen in de herfst en winter meer elektriciteit geleverd dan huishoudens zonder een geregistreerde warmtepomp. Een mogelijke verklaring is dat uit cijfers van Dutch New Energy Research blijkt dat er vaker zonnepanelen liggen op – de gemiddeld grotere – koopwoningen dan op – de gemiddeld kleinere – sociale huurwoningen en een groter huis doorgaans meer stroom verbruikt.

Wanneer het bruto elektriciteitsverbruik wordt aangevuld met het directe gebruik van de zelfopgewekte zonnestroom (het finale elektriciteitsverbruik), dan blijft het verbruik van huishoudens zonder geregistreerde warmtepomp en zonder zonnepanelen vanzelfsprekend ongewijzigd. Het elektriciteitsverbruik van huishoudens met zonnepanelen en, of een geregistreerde warmtepomp neemt toe in de lente- en zomermaanden.

©CBS


Dat het finale elektriciteitsverbruik van deze huishoudens een stuk hoger ligt in de lente- en zomermaanden is niet alleen een indicatie dat de zonnestroom zelf direct wordt gebruikt, maar ook dat dit in de zomermaanden specifiek wordt ingezet om het huis te koelen met een airco of geregistreerde warmtepomp.

Het aantal graaddagen doet de niet-geregistreerde warmtepomp de das om
Hierbij vergelijkt het CBS het finale elektriciteitsverbruik met het aantal graaddag. Een graaddag is een rekeneenheid voor de mate waarin de buitentemperatuur lager is dan de temperatuur waarop de verwarming in een gemiddeld huishouden aanslaat. Wanneer de referentietemperatuur 18 graden Celsius is en het is 3 graden Celsius op 1 januari 2022, dan heeft die dag een equivalent van 15 graaddagen.  

Het elektriciteitsverbruik in de maanden met minder dan 120 graaddagen kunnen worden gezien als het basis finaal elektriciteitsverbruik. Dit is het elektriciteitsverbruik van een woning dat niet wordt gebruikt voor ruimteverwarming. Al het finale elektriciteitsverbruik dat hier aanvullend op komt wordt wél ingezet voor ruimteverwarming.

Zo blijkt ook uit de CBS-data dat een woning met een geregistreerde warmtepomp hebben gemiddeld een veel groter aanvullend finaal elektriciteitsverbruik heeft dan een woning zonder geregistreerde warmtepomp. Dit is geen verrassende conclusie, maar wel een belangrijke om bijvoorbeeld de impact van warmtepompen op het elektriciteitsnet te meten.

©CBS


Veel woningen met een geregistreerde warmtepomp hebben ook zonnepanelen. Om de niet-geregistreerde warmtepompen er toch uit te pikken heeft het CBS een extra parameter toegevoegd. Waar de verdelingen van het basis- en aanvullend finaal elektriciteitsverbruik van huishoudens met zonnepanelen sterk overeenkomen, verschilt dit sterk voor huishoudens met en zonder een geregistreerde warmtepomp.

De hoeveelheid wattuur dat een huishouden met een geregistreerde warmtepomp gebruikt per graaddag per vierkante meter woonoppervlak, ligt namelijk veel hoger en is daarom een goede graadmeter. Een effect dat overigens nog duidelijker wordt wanneer dit wordt uitgesplitst naar het woningtype, bouwjaar en bewonersaantal van de woningen.

©CBS


Een woning zonder geregistreerde warmtepomp, maar met een hoog aanvullend aantal wattuur per graaddag per vierkante meter woonoppervlak, heeft vermoedelijk dus wél een elektrische hoofdverwarmingsinstallatie en is niet aangesloten op blok- of stadsverwarming. Dat dit aanvullende finale elektriciteitsverbruik sterk samenhangt met het aantal graaddagen laat tegelijk zien hoe sterk seizoensafhankelijk het elektriciteitsverbruik van een woning met een warmtepomp is.