Restwarmte van ijsmachine verwarmt zwembadwater
18.09.2025 Evelien Schreurs

Zwembad en ijsbaan De Vliet in Leiden zijn volledig van het gas af. De ijsbaan wordt gemaakt en gekoeld met elektrische installaties en de warmte die daarbij vrijkomt wordt gebruikt voor het verwarmen van het zwembad. Het project had een lange aanloop, maar heeft een sportcomplex dat volledig van het gas af is als resultaat.
In 2012 begonnen de eerste ideeën voor het project te lopen toen duidelijk werd dat het toenmalige binnenzwembad aan vervanging toe was. Tegelijkertijd verliepen vergunningen van de ijshal en moest er een manier gezocht worden om deze in stand te houden. Zo werd besloten om de twee faciliteiten in één sporthal te combineren.
En dan ontstaat al snel het idee dat het zwembad en de ijshal naast gedeelde voorzieningen, ook hun energie kunnen gaan delen. Zowel het maken van ijs voor de schaatsbaan als het verwarmen van een zwembad zijn namelijk processen die veel energie kosten: en die processen bleken een goede aanvulling op elkaar te zijn. Dat vertellen Edwin Roest, coördinator Duurzame Sportaccommodaties en Toon Keijzer, afdelingsmanager sportaccommodaties. Beiden zijn al lange tijd betrokken bij het project dat, volgens hen, vrij uniek is voor Nederland.
Restwarmte
“IJs maken levert warmte op, heel veel warmte. En dat wordt gebruikt om het hele gebouw te verwarmen, inclusief het zwembad”, vertelt Roest. “En een gedeelte van wat overblijft gaat zelfs naar het buitenbad.” Het ijs voor de ijsbaan wordt met een volledig elektrisch proces gemaakt. Een deel van die elektriciteit komt van de zonnepanelen die op het dak van het sportcomplex liggen.
De vraag en aanbod van energie zijn erg seizoensgebonden voor De Vliet. In de zomer wordt veel stroom opgewekt met de zonnepanelen, terwijl het zwembad dan minder verwarmd hoeft te worden en een kleiner deel van de schaatsbanen wordt gebruikt.
Roest: “In de winter is het natuurlijk koud buiten, dan hoeven de ijsmaakmachines minder hard te werken om het ijs te maken. Het voor- en najaar zijn de momenten dat het systeem het hardst moet werken om het ijs te maken.” Die periodes overlappen deels met de momenten waarop het buitenbad verwarmd moet worden.

Zo is het gebouw gasloos en ook bijna energieneutraal. “Als we alle warmte die vrijkomt in het ijs-maak proces elk moment kwijt zouden kunnen, dan zou het gebouw energieneutraal zijn, maar op dit moment kan dat niet”, zegt Keijzer. “Maar hoe precies we bij energieneutraliteit zitten, dat moeten we nog precies op een rij zetten, en daar moeten we ook een paar jaar voor draaien voordat dat duidelijk is.”
Hoewel de energievoorziening dus volledig is geëlektrificeerd, moet er nog wel een flinke energierekening betaald worden. Een zwembad en ijsbaan blijven tenslotte grote energieverbruikers. Een deel van de stroom wordt opgewekt door de zonnepanelen die liggen op het dak van het sportcomplex, maar de meeste stroom komt nog van het stroomnet.
Veranderend energielandschap
Het gebouw is nu twee jaar in gebruik en het energiesysteem functioneert tot nu toe volgens verwachting. Het is vooral een kwestie van zaken bijstellen en net even anders inregelen, vertellen Keijzer en Roest.
Het gebouw is in principe af en het project daarmee afgerond, maar de energievoorziening is altijd een onderwerp dat gemonitord en bijgeschaafd moeten worden, zegt Roest. “Energiebesparing speelt constant, en door de prijsstijgingen zijn ook onze energiekosten gestegen.” En als straks de salderingsregeling stopt, zal ook De Vliet met een oplossing moeten komen om slim met hun opgewekte zonnestroom om te gaan.
Hoewel er al restwarmte naar het gebouw, het binnenbad en het buitenbad gaan, is er zelfs nog warmte over. “Je kan altijd blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden om iets met restwarmte te doen, als die mogelijkheden zich aandienen”, aldus Roest. Nu wordt bijvoorbeeld onderzocht of die warmte gebruikt kan worden voor de nieuwe gemeentewerf die waarschijnlijk naast De Vliet komt te liggen. Ook is er nog ruimte op de elektriciteitsaansluiting, wat mogelijkheden biedt, zoals laadpalen op de parkeerplaats.
Was dit een unieke situatie, omdat hier die ijsbaan en zwembad bij elkaar kwamen, of kan dit op meer plekken worden toegepast? “Als je dit soort voorzieningen aanlegt, of het nou een zwembad is of een schaatshal, moet je altijd heel goed kijken of het ergens mee gecombineerd kan worden zodat het een soort lokaal energienetwerk wordt.” Dat hoeft helemaal niet per se deze combinatie te zijn, er zijn veel meer mogelijkheden. “Je moet goed kijken in de omgeving of je kan koppelen zodat je zuiniger met energie kan zijn.”