Toekomst als uitgangspunt bij investeren in warmte-infra

05.02.2025 Robert-Jan van Egmond Programmamanager duurzame warmte en koude bij TKI Urban Energy

Toekomst als uitgangspunt bij investeren in warmte-infra

Bij investeringen in infrastructuur spelen onzekerheden een belangrijke rol. Infrastructuur leg je idealiter niet aan voor de komende 15-30 jaar, maar voor veel langere perioden van meer dan 50 jaar. Voor een investering in dit decennium, moeten dus de onzekerheden ten aanzien van deze infrastructuur in kaart worden gebracht voor de komende 50 jaar en daarna. Welke trends zijn van invloed op het gebruik van de gekozen infrastructuur? Hoe flexibel is de infrastructuur om met (al of niet) voorziene veranderingen om te kunnen gaan? En belangrijker nog: hoe kunnen we die in de beslissing van nu meenemen?

Bij de aanleg van warmte en koude (thermische) infrastructuur speelt dit evenzo. In hoeverre kan met de inzichten van nu meer zekerheid worden gekregen over de kans dat nieuwe infrastructuur op lange termijn relevant kan blijven? Om daar een gevoel bij te krijgen moet een veelheid van onzekerheden worden onderzocht. Hieronder een aanzet tot thema’s die in ogenschouw kunnen worden genomen om de toekomstbestendigheid van investeringsbeslissingen in thermische infrastructuur te onderbouwen:

  • Isoleren - Hoe snel en hoe veel zullen woningen worden geïsoleerd en welke regelgeving en subsidies gaan dat verplichten of stimuleren.
  • Adaptatie – In het jargon ook wel ‘volloop’ genoemd. Hoe snel wordt de nieuwe infrastructuur geadopteerd en gebruikt door zoveel mogelijk gebouwen langs de route.
  • Substitutie - Hoeveel huishoudens besluiten de infrastructuur initieel te gaan gebruiken maar stappen later (gedeeltelijk) over op een individuele voorziening voor verwarming (‘leegloop’).
  • Klimaatverandering - Hoe snel verandert het klimaat en daalt daarmee de warmtevraag door steeds mildere winters. En hoe warm worden de zomers met als gevolg investeringen in apparatuur waarmee gekoeld kan worden.
  • Hittestress - Wat is het effect van de infrastructuur op binnenstedelijke hittestress en bijvoorbeeld de drinkwatervoorziening.
  • Verzwaring elektriciteitsnet - Welke rol speelt (de versterking van) het elektriciteitsnet ten opzichte van warmte-koude infra.
  • Veranderende regelgeving - Op welke manier kan regelgeving het gebruik van nieuwe thermische infrastructuur bevorderen of juist in de weg zitten.
  • Energieprijzen – Hoe gaan de warmte-, gas- en vooral elektriciteitsprijs zich ontwikkelen?
  • Innovatie - Welke (disruptieve) innovaties zijn te verwachten die potentieel de thermische infrastructuur overbodig kunnen maken en op welke termijn zijn deze te verwachten.

En er zijn vast nog meer punten die ik nu nog vergeten ben. De vraag is nu of wij met onze huidige manier van economisch rekenen wel goed omgaan met al deze onzekerheden. De huidige werkwijze is gevoed doordat warmtenetten in de jaren negentig grotendeels zijn geprivatiseerd, waardoor het puur financiële denken op dit moment domineert. Er wordt bij het doen van investeringen gedacht in termen van businesscases en go-nogo beslissingen. Het is daarmee heel ingewikkeld om langjarige strategische investeringsbeslissingen in infrastructuur te kunnen maken, zeker als die gepaard gaat met alle genoemde onzekerheden.

Grote thermische infrastructuur projecten worden met de komst van de Wet Collectieve Warmte voor een belangrijk deel weer een overheidstaak. Maar de onzekerheden zijn daarmee niet weg. Er zal dus nieuw denken nodig zijn om de strategische – en niet direct renderende - beslissingen te kunnen onderbouwen. Eén van die manieren om met al die onzekerheden in de toekomst om te kunnen gaan is de zgn. Real Options theorie. Deze gaat er van uit dat bij het ontwerpen van de infrastructuur zoveel mogelijk flexibiliteit wordt ingebouwd (en gewaardeerd!) om met toekomstige onzekerheden om te kunnen gaan. Begin deze eeuw werd hier ook al onderzoek naar gedaan ten aanzien van het publiek aanleggen van glasvezelnetwerken, maar op een enkel voorbeeld (bijv. Helmond) na is dat publiek niet gelukt.

Ik zou het lokale overheden gunnen om op een geheel nieuwe manier naar de aanleg van thermische infrastructuur te gaan kijken. Door te vertrekken vanuit de toekomst ipv vanuit het verleden en hier-en-nu. Door alle beschikbare opties te waarderen op harde en zachte waarden en flexibiliteit t.a.v. onzekerheden te waarderen.