Uitstellen deadline warmteprogramma is oliedom.
17.12.2025 Tim van Nes Projectleider Grondstoffen en Circulaire Economie bij Natuur & Milieu

Vroeger hoorde Eva de Vries (58) (fictief persoon) in de winter het geruststellende aanslaan van haar cv-ketel en wist ze: het wordt weer warm. Tegenwoordig is dat geen vanzelfsprekendheid meer. Soms slaat de ketel niet aan, soms valt hij halverwege uit. Dan zit ze met een extra trui aan in de woonkamer te wachten tot het weer lukt. Een monteur bellen durft ze nauwelijks. “Straks moet hij helemaal vervangen worden”, zegt ze.
Eva woont in een rijtjeswoning uit de jaren zeventig, in een wijk waar de gemeente al sinds 2021 zegt “binnenkort” aan de slag te gaan met energie besparen. Eind 2026 zou zij via het warmteprogramma te horen krijgen wanneer zij gezamenlijk gaan isoleren en of zij als eersten een aansluiting op een warmtenet krijgen. Belangrijk voor Eva, want haar cv-ketel houdt het steeds minder betrouwbaar vol. Maar als het aan het demissionaire kabinet ligt kan Eva nog een jaar langer wachten. Minister Keijzer (VRO) adviseert namelijk om de deadline voor het opleveren van een warmteprogramma een jaar uit te stellen naar 31 december 2027. Hierin zegt zij de uitvoerbaarheid van de warmtetransitie in acht te nemen en ruimte te geven voor betere afstemming. Zonder uitstel zouden gemeenten niet genoeg voorbereid zijn op nieuwe wetgeving (o.a. de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie). Terwijl gemeenten geen uitstel nodig hebben maar duidelijkheid en ondersteuning van het Rijk.
Een warmteprogramma vraagt van gemeenten dat ze in één document nieuwe wetgeving vertalen naar wijkkeuzes, technische infrastructuur plannen, betaalbaarheid voor bewoners borgen en met alle betrokken partijen overeenstemming bereiken. Zij hebben daarom extra ondersteuning nodig om hiermee om te gaan. Meer vertraging lost dit niet op. Sterker nog, vertraging kan het verbinden van deze verschillende facetten juist bemoeilijken. Een uitgestelde deadline betekent dat noodzakelijke plan-MER’s, ruimtelijke plannen en investeringen kunnen worden herzien en uitgesteld. Daarnaast krijgen warmtepompen meer voet aan de grond in wijken waar warmtenetten eigenlijk goedkoper zijn. Doordat minder huizen in een straat een aansluiting op een warmtenet krijgen stijgen de kosten. Zo vertraag je niet alleen het plan maar ook de uitvoering. Dit verhoogt de kosten voor de warmtetransitie en legt meer druk op de uitvoerende capaciteit van gemeenten, ook doordat veel gemeenten al personeel hebben aangenomen voor de uitvoering. Partners en marktpartijen vragen om helderheid en wachten op duidelijke gemeentelijke plannen om investeringen te doen. Uitstel betekent dat veel van deze partijen op pauze staan. Dat is niet “betere afstemming”, maar stilstand.
Het belang van een tijdig warmteprogramma
Mensen zoals Eva hebben juist baat bij een snelle en voorspelbare warmtetransitie. Met een warmteprogramma weet ze wanneer haar woning van het gas af gaat, welke alternatieven er komen en hoeveel geld ze overhoudt. Dus of een warmtepomp of een warmtenet haar bijna kapotte CV ketel vervangt. Want een goed warmteprogramma laat bewoners zien:
- Hoe ze op termijn lagere energiekosten krijgen;
- Wanneer hun wijk over gaat op welke vorm van duurzame warmte;
- Hoe hun huis comfortabeler en gezonder wordt;
- Hoe ze zonder gedoe kunnen overstappen van een cv ketel naar een warmtenet of warmtepomp omdat de gemeente het proces ontzorgt.
Draagvlak verdampt bij aarzelen overheid
Door vertraging verliezen gemeenten ook momentum en urgentie. Uitstel kan draagvlak bij bewoners ondermijnen: vertraging wekt de indruk dat plannen vrijblijvend zijn. Dit werkt wantrouwen in de hand en vermindert het gevoel van urgentie. Terwijl studies aantonen dat gemeenten in Nederland het beste resultaat boeken bij lokaal eigenaarschap én strakke deadlines. Uitstel zorgt voor beleidsmoeheid bij burgers en prioriteitsverschuiving bij gemeenten.
Een belangrijk debat
SGP-Kamerlid André Flach heeft een debat aangevraagd waar Kamerleden over dit advies de minister kunnen bijsturen. Wat gemeenten nodig hebben is geen uitstel, maar ondersteuning en duidelijke kaders: structurele financiering om hun warmteprogramma’s te schrijven, duidelijke en voorspelbare subsidieregelingen (zo concludeert ook het PBL), en een duidelijk format voor wat er in het warmteprogramma moet staan.
Het kan zijn dat tijdens dit debat in een mum van tijd de warmtetransitie, die toch nooit last had van een hoog tempo, nog verder vertraagd. En dat Eva nog een jaar langer in de kou zit. Het is daarom belangrijk dat het advies van demissionair minister Keijzer om het schrijven van de warmteprogramma’s uit te stellen niet wordt overgenomen.



























