Warmtegemeenschappen: een ander verhaal
20.08.2025 Frits Verhoef Ondernemer en expert hernieuwbare energie

Ik ben fan van een simpel model van de Amerikaanse filosoof Charles Eisenstein. Voor mij was dit model een openbaring in de categorie Johan Cruijff: je gaat het pas zien als je het doorhebt. Met de toevoeging: als je het eenmaal doorhebt, kun je het niet meer níet zien.
Het model bestaat uit drie lagen: symptomen, systemen en verhalen (stories). Symptomen zijn de zichtbare problemen om ons heen, zoals klimaatverandering of het gebrek aan voortgang in de warmtetransitie. De systemen zijn de onderliggende struc-turen, overtuigingen en paradigma’s die deze problemen (symptomen) veroorzaken. Denk aan het kapitalistische groeimodel of ons diepgeworteld individualisme.
Onder de systemen liggen de verhalen. De verhalen die wij onszelf vertellen over de wereld en onze plaats daarin. Ze sturen onze waarneming, bepalen hoe we handelen en – heel belangrijk – ze zijn door onszelf gemaakt. We hebben de verhalen namelijk zèlf ver-zonnen. En net zoals het weinig zin heeft om symptomen te bestrijden zonder het sys-teem te veranderen, heeft het geen zin om systemen te veranderen zonder ook de on-derliggende verhalen aan te pakken.
Ook in de warmtetransitie is dit model behulpzaam.
Een nieuw verhaal in de wet
Na jaren van vergaderen ligt de nieuwe Wet collectieve warmte (Wcw) bijna klaar. Alleen de behandeling in de Eerste Kamer moet nog plaatsvinden. De wet richt zich op warm-tebedrijven die collectieve systemen met meer dan 1.500 aansluitingen exploiteren. Een belangrijk nieuw uitgangspunt: de zeggenschap van warmtebedrijven moet in publieke handen zijn. Dat is een radicale breuk met het oude verhaal waarin private partijen het eigendom en daarmee de zeggenschap hadden.
In de taal van Eisenstein: het systeem van collectieve warmtelevering was gebouwd op het verhaal van privaat eigendom. Met de Wcw wordt dat verhaal herschreven. En dat is geen kleinigheid – want verhalen zitten diep in ons collectieve bewustzijn.
Maar de wet opent ook de deur naar nóg een ander verhaal: dat van burgerparticipa-tie. Naast het publiek-private onderscheid introduceert de Wcw warmtegemeenschap-pen. Lokale eigendom en zeggenschap, waarbij bewoners niet alleen meebetalen maar ook meebeslissen en meedelen in de baten.
Toch heeft de wetgever dit in een rigide vorm gegoten: óf de zeggenschap ligt volle-dig bij een warmtegemeenschap, óf die heeft nauwelijks echte macht. Een soort van alles of niets optie. Een hybride vorm – waarin bewoners samen met publieke partijen de meerderheid vormen – is niet voorzien. En dat is jammer. Want juist in dat midden zou het nieuwe verhaal van warmtegemeenschappen kunnen bloeien: bewoners en publieke partijen die samen verantwoordelijkheid dragen.
De wet in de praktijk
Een verhaal in een wet opschrijven is belangrijk, maar geen garantie dat het ook écht wordt doorleefd. Daar zit precies het spanningsveld.
Omdat het verhaal van de warmtegemeenschappen voor velen nieuw is, is het niet eenvoudig om dat verhaal echt als onderliggend aan het systeem van collectieve warmte te beschouwen.
De kans bestaat dat we warmtegemeenschappen in projecten worden teruggebracht tot een bijrol: een paar bewoners aan tafel voor draagvlak, terwijl de echte zeggenschap bij publieke partijen als gemeente of netwerkbedrijf blijft. Dan wordt burgerparticipatie een decorstuk – een vinkje voor de legitimiteit van het project. Het nieuwe verhaal staat wel in de wet, maar we blijven handelen binnen de oude verhalen.
Het echte verschil ontstaat pas als de betrokken partijen het nieuwe verhaal van lo-kale eigendom ook daadwerkelijk omarmen. Als netbeheerders, gemeenten en andere partners niet alleen zeggen dat bewoners mogen meepraten, maar ook bereid zijn om eigenaarschap en macht te delen. Door de alles of niets optie in de Wcw is dat niet mak-kelijk, maar met vertrouwen, begrip voor elkaars belangen èn een breedgedragen lobby naar de politiek is er best wat mogelijk. Want pas met een nieuw verhaal, komt er een ander systeem tot stand, en pas dan veranderen de symptomen – zoals een vastzittende warmtetransitie.
Tot slot
De Wcw geeft ons een kans om het verhaal van de warmtetransitie opnieuw te schrijven. Een warmtegemeenschap is geen bijzaak, maar een wezenlijk ander vertrekpunt.
De wet blijft de wet – maar publieke partijen hoeven zich daar niet achter te ver-schuilen. Samen zoeken naar de ruimte die er tussen de letter en de geest van de wet is geslopen. En samen met warmtegemeenschappen richting Den Haag laten zien dat er behoefte is aan gedeeld eigenaarschap, met voldoende zeggenschap voor warmtege-meenschappen.
Want alleen als we het nieuwe verhaal ook echt durven te doorleven, krijgt de warm-tetransitie de kracht én de snelheid die ze nodig heeft. Uiteindelijk is het verduurzamen van onze warmtevoorziening het doel dat we niet uit het oog mogen verliezen!