Warmtenet of warmtepomp: individueel belang niet in lijn met maatschappelijk belang

22.05.2024 Sjoerd Rispens

Warmtenet of warmtepomp: individueel belang niet in lijn met maatschappelijk belang
©Techniek Nederland

Uit recent onderzoek van Berenschot, in opdracht van Energie Beheer Nederland (EBN), Bouwend Nederland, netbeheerder Stedin en de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), blijkt dat een warmtenet in dichtbevolkte stadswijken lagere maatschappelijke kosten heeft in vergelijking met individuele warmtepompen. Deze kosten vertalen zich echter niet naar de huishoudens.

Het onderzoek is gebaseerd op het oude stadscentrum in Den Haag, waar eind vorig jaar de plannen voor een warmtenet de ijskast in gingen. Het onderzoek laat ziet dat de nationale meerkosten voor all-electric warmtepompen 40 procent hoger liggen dan voor warmtenetten. Wanneer woningen worden aangesloten op warmtepompen leidt dit ertoe dat het elektriciteitsnet in een wijk versterkt moet worden en de kosten voor netverzwaring zijn 30 procent hoger.

Een kanttekening bij die conclusie is dat de ontwikkeling van een warmtenet ook heel kostbaar is. Dat komt doordat warmtenetten in de praktijk vaak maar moeilijk van de grond komen, waardoor individuele gebruikers weer overstappen op een warmtepomp. De maatschappelijke kosten van een warmtenet nemen daardoor toe. Volgens Berenschot is dit het gevolg van een speelveld wat vooral is gebaseerd op individuele keuzes in plaats van beleidskeuzes of de maatschappelijk optimale route.

Uitdagingen
Een warmtenet komt uit het onderzoek naar voren als goedkopere optie, maar scoort niet op alle criteria beter dan een warmtepomp en omgekeerd is dit ook het geval. Gezien de netcongestie en de schaarse ruimte in Den Haag is het onzeker in hoeverre de route richting warmtepompen de komende tien tot twintig jaar uitvoerbaar is voor een netbeheerder zoals Stedin.

Daar komt bij dat appartementen vaak weinig ruimte hebben om een individuele warmtepomp te plaatsen. Netbeheerders kunnen niet overal in Nederland het elektriciteitsnetwerk tijdig verzwaren. Dit kan betekenen dat bij de keuze voor warmteoplossingen het aansluiten van nieuwe woningen en bedrijven in de stad gedurende langere tijd niet mogelijk is, ten opzichte van een warmtenet.

Maar bij de aanleg van een warmtenet moeten alle straten open om warmteleidingen te plaatsen. Dat is een zeer arbeidsintensieve en ingrijpende onderneming. Bovendien kent de warmtesector een personeelstekort. Tevens is nog niet duidelijk of er voldoende ruimte is om in alle straten leidingen te plaatsen.

Volgens de NVDE moeten huishoudens daarom beter ondersteund worden bij een aansluiting en voor warmtebedrijven moet het aantrekkelijker worden gemaakt om te investeren. NVDE-voorzitter Olof van der Gaag reageert: “We zitten met een weeffout in het systeem. Deze studie laat duidelijk zien dat warmtenetten voor grote delen van Den Haag de beste optie zijn: ze zijn goedkoper, gemakkelijker realiseerbaar en je voorkomt extra netcongestie.”

“Maar niemand wil op een warmtenet als het duurder uit is”, gaat Van der Gaag verder. “Laten we dus zorgen dat eindverbruikers, anders dan nu, meeprofiteren van dat voordeel. Help burgers met de kosten voor de aansluiting. Om te zorgen dat warmtenetten tijdig gerealiseerd kunnen worden, dienen het individuele en het maatschappelijke belang met elkaar in lijn te worden gebracht, stellen de onderzoekers.

Aanpassingen
Het individuele en het maatschappelijke belang met elkaar in lijn brengen vergt aanpassingen aan de manier waarop kosten en baten worden verdeeld tussen de verschillende warmteoplossingen. De Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) vormt een belangrijk instrument om deze kosten en baten beter met elkaar in lijn te brengen.

Vorig jaar sloten de voorwaarden van deze subsidie van nog onvoldoende aan bij de behoeften waar de markt om vraagt. Dit jaar komen naar verwachting nieuwe voorwaarden voor de WIS beschikbaar. Dit vormt een kans om de ontwikkeling van warmtenetten een nieuwe impuls te geven.

Het vollooprisico,  waarbij de vraag naar warmte en koude achterblijft bij de verwachte afzet op het moment dat het investeringsbesluit werd genomen, kan bij voldoende bijdrage uit de WIS deels gedekt zijn volgens het onderzoek. De beschikbaarheid van aanvullende financiële middelen alleen, is echter onvoldoende om tot de beoogde mate van versnelling te komen.

Ook aspecten zoals een gebrek aan vertrouwen bij eindgebruikers, zekerheid dat warmte betaalbaar blijft, hoge eindgebruikerskosten bij specifieke doelgroepen, de verdeling van risico’s tussen partijen in de warmteketen en arbeidscapaciteit vormen uitdagingen. Op verschillende fronten liggen er kansen om de ontwikkeling van warmtenetten te versnellen.

Een andere belangrijke conclusie uit het rapport is dat er in de huidige situatie simpelweg geen specifieke warmteoplossing bestaat die voor alle gebruikers tot lage kosten leidt. Er zijn altijd mensen die meer zullen gaan betalen én mensen die minder geld kwijt zijn aan de verwarming van hun huis.