Eerste resultaten SCAN-project positief: ‘We willen de ontwikkeling van aardwarmte versnellen’
13.03.2025 Sjoerd Rispens

De ondergrond van de aarde bezit een grote hoeveelheid warmte. Deze kan, als de omstandigheden het toelaten, gewonnen en gebruikt worden als duurzame warmte. Maar welke plekken in Nederland hiervoor geschikt zijn is nog gedeeltelijk onbekend. Het SCAN-project, dat inmiddels een paar jaar loopt, probeert de Nederlandse ondergrond beter in kaart te brengen, onder meer door seismisch onderzoek en boringen. Vier boringen zijn intussen afgerond.
“Het wezenlijke doel van dit project is om de ontwikkeling van aardwarmte (geothermie) te versnellen”, zegt Marten ter Borgh, onderzoeksleider van het SCAN-project namens Energie Beheer Nederland (EBN). “Om dat te doen moet je duidelijkheid over de bodem hebben. De Nederlandse bodem is door de jaren heen niet onderzocht op aardwarmte. De focus heeft altijd meer op olie en gas gelegen.”
“In die delen van Nederland waar olie of gas is gevonden is de ondergrond wel heel goed in kaart gebracht. Die kennis is ook van groot belang voor de ontwikkeling van aardwarmte. Echter, nu willen we de warmtetransitie aanjagen. Daarvoor is het belangrijk om in heel Nederland voldoende kennis te hebben van de ondergrond. Daar dient het SCAN-programma voor. En bij alle keuzes stellen we onszelf de vraag of het de ontwikkeling van aardwarmte gaat versnellen.”
Bij het SCAN-project wordt er nu op de volgende locaties onderzoek gedaan middels boringen: Ouder-Amstel, De Bilt, Ede, Heesch, Stad van Gerwen en Heijningen. Wat ging hier aan vooraf? “We zijn begonnen met het uitvoeren van regionaal seismisch onderzoek”, legt Ter Borgh uit.
“Dan betekent dat je dwarsdoorsneden maakt van de ondergrond, zodat je weet hoe die is opgebouwd. Je weet dan welke lagen er zijn, maar niet of ze doorlatend met ruimte tussen de zandkorreltjes zijn. Daar zit het warme water tussen dat je wil gebruiken voor een aardwarmteproject. De doorlatendheid kan je niet alleen met seismiek zien, daarvoor moet je een put bouwen en boren. Dat zijn we nu aan het doen.”
Ingrid Giebels, business manager warmtetransitie bij EBN, voegt toe: “We boren alleen daar waar we denken dat geothermie een optie is. Als er te weinig water kan stromen is het al geen optie meer.”
Grootschalig seismisch onderzoek
“Waar we ook aan werken is dat als we zien dat de ondergrond technisch geschikt is voor heet water we vervolgens gedetailleerde beschrijvingen maken”, gaat Ter Borgh verder. “Eerst doen we de 2D-seismiek. Daarbij moet je je de ondergrond als een taart met allerlei laagjes voorstellen, van bijvoorbeeld zand- en kleisteen. Stel je voor dat je de taart doorsnijdt, dan heb je een 2D doorsnede. Dat is genoeg om onderzoeksboringen op te plannen, maar als je constateert dat er in een gebied een doorlatende laag zit, moet je meer weten en doen voordat je een aardwarmteproject op kan starten.”
Wat in sommige gevallen nodig is, is grootschalig seismisch onderzoek. Dit moet voor marktpartijen meer geologische zekerheid geven om aardwarmteprojecten op bepaalde locaties te kunnen starten. Giebels: “We hebben drie zoekgebieden aangewezen voor 2 of 3D seismiek, waaronder de metropoolregio Amsterdam. We hopen daar in het najaar te gaan starten. Maar dat hangt van veel factoren af, vooral van vergunningen.”
Onderzoeksresultaten
Bij Ouder-Amstel en Heijningen zijn de eerste onderzoeksresultaten al binnen. Wat is daar gevonden? “Bij Ouder-Amstel is doorlatend gesteente gevonden”, zegt Ter Borgh. “We hebben 1000 kuub omhoog gepompt en teruggepompt. We hebben veel data verzameld en op basis daarvan weten we dat we daar warm water omhoog kunnen halen. Dat geldt ook voor Heijningen.”
Dat er doorlatend gesteente is gevonden, is volgens de twee nog geen garantie dat er dan ook echt aardwarmte de grond uit kan worden gehaald. Dat het technisch gezien kan betekent namelijk niet dat het economisch ook voordelig gaat zijn. Eventuele winning van aardwarmte moet door marktpartijen worden uitgevoerd.
Maar wat zijn de grote voordelen van aardwarmte? “Het is een lokaal beschikbare, duurzame warmtebron”, aldus Giebels. “Laten we dat dus vooral gebruiken want we zijn nu nog sterk afhankelijk van gas. Daarnaast zijn er maar weinig alternatieven. Waterstof kan je beter voor andere zaken inzetten en er is niet voldoende groen gas beschikbaar.”
“Bij warmtepompen zien we nu de problemen met netcongestie”, gaat Giebels verder. “Netbeheerders doen hun uiterste best om het allemaal draaiende te houden, maar je hoort van hen ook: ga alsjeblieft kijken naar collectieve oplossingen, anders halen we de doelstellingen van 2050 niet en worden de problemen alleen maar groter. Geothermie is in het begin wel lastig omdat je veel huishoudens nodig hebt die er op moeten worden aangesloten. De ambitie ligt er om drie miljoen huishoudens in 2050 aan te sluiten op warmtenetten. Minimaal een derde daarvan kunnen we met geothermie dekken.”
Voortgang project
De resultaten van het SCAN-project zijn goed en de twee zijn tevreden met de voortgang. Het project loopt nog een paar jaar, maar de twee zijn ook al met de toekomst bezig. “De boorfase hopen we dit jaar af te ronden”, zegt Ter Borgh. “Met het grootschalig seismisch onderzoek hopen we de tweede helft van het jaar te beginnen in de regio Amsterdam. Daarna volgen nog meer locaties. Het project loopt dan door tot 2027.”
Volgens Giebels zal het in de praktijk nog wel langer doorgaan. “We krijgen vanuit de sector hele positieve reacties op dit project en we merken een duidelijke behoefte aan meer onderzoek. Daarom kijken we wat er hierna nog meer te doen is en waar er ruimte voor is. We leren van elke boring en die lessen nemen we mee naar de toekomst.”
“Ik wil wel benadrukken dat wat we met SCAN oplossen maar één aspect is om een aardwarmteproject te ontwikkelen, namelijk het verminderen van onzekerheid over de ondergrond”, zegt Ter Borgh. “Sommigen redeneren vanuit de vraagkant, is er ruimte voor een warmtenet? Hoe zit het met het vollooprisico (waarbij de vraag achterloopt op de afzet)? Anderen kijken alleen of de ondergrond geschikt is. Maar het moet beiden kloppen voor je van start kan met een project.”