Energietransitie in tijden van netcongestie

27.08.2024 Arjan Muil​​​​ Senior adviseur bij INNAX

Energietransitie in tijden van netcongestie

Netcongestie lijkt een hype in energieland. Maar waar een hype vaak een innovatie is die gretig wordt omarmd, is netcongestie een hindernis in de energietransitie. Het lijkt soms wel een ouderwetse hindernisbaan. Netcongestie heeft impact op eigenlijk alle gebieden van de energietransitie zoals verduurzamen van bedrijfsprocessen, laden van elektrische auto’s, opwekken van duurzame energie, elektrificeren van ruimteverwarming.

Netcongestie wordt soms vergeleken met filevorming op het elektriciteitsnet. Bij filevorming stroopt het verkeer op of het loopt volledig vast. Dat is ergerlijk, maar op enig moment stroomt het verkeer wel weer door.

Maar elektriciteit moet constant door blijven stromen om te waarborgen dat er altijd 230 volt uit het stopcontact komt, de veilige marges zijn beperkt met maximale afwijking van plusminus 10 procent. Het elektriciteitsnet moet dus voldoende capaciteit hebben om op elk spitsmoment door te stromen. Netbeheerders zijn streng en weigeren nieuwe aansluitingen als het risico bestaat dat de netcapaciteit wordt overschreden.

Sluiproutes
De energietransitie wordt dus op vele vlakken gehinderd door deze netcongestie problematiek. Bij de warmtetransitie hebben bijvoorbeeld nieuwe warmtenetten last van netcongestie. Netbeheerders weigeren grote aansluitingen voor de centrale warmtepompen of stellen beperkingen aan af te nemen vermogens. Maar warmtebedrijven hebben ervaring met nemen van hindernissen. Een interessante sluiproute, om de files te vermijden, is door bijvoorbeeld een warmtebuffer mee te nemen.

Extra capaciteit wegens capaciteitsbeperkingen
De afspraak tussen dit warmtebedrijf en de netbeheerder is gebaseerd op een capaciteitsbeperkend contract. Dit betekent dat tijdens spitsuren op het elektriciteitsnet alleen elektriciteit kan worden afgenomen voor hulpsystemen maar de warmtepomp mag niet draaien. Het warmtenet krijgt dus wel een aansluiting op het elektriciteitsnet, maar op voorwaarde dat tijdens spitsmomenten de netbelasting wordt beperkt.

Om de woningen toch van warmte te voorzien is een warmtebuffer met extra capaciteit toegevoegd aan het warmtenet. Buiten de spitsuren kan de warmtepomp dan draaien om de buffer op te warmen. Omdat het aantal draaiuren van de warmtepomp beperkt is zal ook de capaciteit van de warmtepomp groter moeten worden gekozen. Elk nadeel heeft zo z’n voordeel, met deze opzet kan het warmtebedrijf ook gebruik maken van flexibele elektriciteitstarieven om zo goedkoop mogelijk warmte te maken. Da’s toch weer mooi voor de businesscase.

Suboptimaal?
Het warmtebedrijf heeft vast een mooie businesscase opgesteld met alle plussen en minnen om de hindernissen te nemen of te omzeilen. Maar het voelt toch wat ongemakkelijk dat creatieve technische keuzes moeten worden gemaakt op basis van de huidige omstandigheden.

Dat lijkt toch wat suboptimaal. Het warmtenet ligt er voor zeker dertig jaar en veel techniek zit meestal voor zo’n vijfiten jaar in de businesscase. Zijn de creatieve technische keuzes van nu voldoende robuust om toekomstige ontwikkelingen het hoofd te bieden? Of krijgen we later spijt van sommige sluiproutes? Als steeds meer systemen flexibel ingezet gaan worden is onduidelijk hoe groot de tariefverschillen over de dag nog zullen zijn, zeker in de winter.

Zonder hindernissen gaat het sneller
De hindernisbaan is waarschijnlijk nog niet afgelopen als het warmtenet in bedrijf is en de woningen zijn aangesloten, de komende jaren zullen zich ongetwijfeld nog nieuwe hindernissen aandienen.

Een belangrijke uitdaging voor onze overheid, die mooie doelen stelt voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Hoe kan de overheid meer regie nemen en kan de energietransitie echt duurzaam versnellen, zonder een hinderlijke hindernisbaan, waarbij telkens nieuwe hindernissen worden toegevoegd? Tom Poes verzin een list!