Europa kan miljarden besparen met warmtepompdoelstelling
17.05.2023 Jan de Wit
60 miljoen extra warmtepompen, dat is de Europese doelstelling voor 2030. Maar wat zouden daar nou de gevolgen van zijn? De European Heat Pump Association en de European Climate Foundation onderzochten dit met behulp van Cambridge Econometrics. Uit het rapport blijkt dat de gasvraag van Europese gebouwen 40 procent lager zou kunnen liggen en dat er 60 miljard euro kan worden bespaard op het importeren van energie.
Na de Russische inval in Oekraïne zette de Europese Unie snel stappen in het afbouwen van zijn afhankelijkheid van Russisch aardgas. De volgende stap is om de afhankelijkheid van gas af te bouwen. De warmtepomp heeft hiermee ook geopolitieke component gekregen, behalve dat het een van de belangrijke technologieën is om de CO2-uitstoot te reduceren.
Een snelle uitrol van de warmtepomp betekent een nog kleinere afhankelijkheid van Russisch gas, er wordt namelijk nog altijd liquified natural gas (LNG) uit Rusland geïmporteerd. Daarnaast is een groot deel van het Russische gas vervangen voor LNG uit landen zoals Qatar, waarmee Europa ook een dubbelzinnige relatie heeft. Warmtepompen kunnen Europa meer energieonafhankelijk maken.
Om dit te bewerkstelligen heeft de Europese Commissie verschillende doelstellingen voor warmtepompen uiteengezet in REPowerEU. De belangrijkste doelstelling is 60 miljoen extra geïnstalleerde warmtepompen in 2030, waarvan bij voorkeur het grootste deel ook in Europa is geproduceerd.
Lees ook: Europese Commissie wil dat de uitrol van warmtepompen verdubbelt
In het rapport van de European Heat Pump Association en de European Climate Foundation wordt het scenario van 60 miljoen extra warmtepompen in 2030 vergeleken met een business as usual scenario, waarin cv-ketels een blijvende dominante positie innemen in het verwarmen van gebouwen.
Door 60 miljoen extra warmtepompen te installeren tegen 2030 zou de gasvraag van Europese gebouwen met 40 procent afnemen ten opzichte van 2022 en zouden de kosten van het importeren van gas met 60 miljard euro dalen. Warmtepompen kunnen ervoor zorgen dat de gemiddelde verwarmingskosten tegen 2030 met 20 procent zou zijn gedaald, ten opzichte van het business as usual scenario.
Daarnaast beschermen warmtepompen en eventuele bijkomende isolatie en, of renovatie ervoor zorgen dat minder huishoudens last hebben van grote schommelingen in de energieprijzen. Hierdoor wordt het risico op energiearmoede kleiner voor veel huishoudens. Ook zou het 3 miljoen extra banen op kunnen leveren en volgens het rapport ook een groei van het bruto binnenlands product van 2,5 procent.
Europese uitrol mogelijk met aangepaste wet- en regelgeving
Om de geschetste voordelen te benutten en de doelstellingen te halen, doen de European Heat Pump Association en de European Climate Foundation ook enkele aanbevelingen. Zo zou er een ondersteunend beleids- en financieringskader moeten worden ontwikkeld.
Lees ook: Ambitieuze Europese en Nederlandse industrieplannen, maar er kan nog een schepje bovenop
Daarnaast zou er een stop op de verkoop van verwarmingsketels op fossiele brandstoffen moeten komen, minimale energieprestatienormen voor gebouwen, ondersteunende subsidies voor kwetsbare huishoudens, lagere belastingen op elektriciteit en warmtepompen en een Europees partnerschap voor het delen van kennis over de warmtepomp en een actieplan om daarmee aan de slag te gaan.
In het rapport is er ook ingezoomd op de situatie in Duitsland, Frankrijk, Polen en Spanje. Zo neemt het aantal verkochte warmtepompsystemen in Duitsland snel toe, kunnen gebouwen er hun gasvraag met 40 procent terugbrengen met warmtepompen en is er een potentiële importbesparing van 26 miljard euro.
Lees ook: Warmtepompverkoop in Duitsland steeg met 111 procent
In Frankrijk worden de meeste warmtepompen geproduceerd en geïnstalleerd, zo werden er bijna 500.000 warmtepompen verkocht in 2022. Daarnaast kunnen er 300.000 extra banen worden gecreëerd en kunnen de kosten voor energie-import met 9 miljard euro omlaag.
In Polen nam de omzetstijging van warmtepompen in 2022 met maar liefst 130 procent. Een op de drie verkochte verwarmingstoestellen was een warmtepomp. De verwarmingskosten voor Poolse huishoudens kunnen naar verwachting met gemiddeld 8 procent dalen.
Hoewel de Spaanse markt minder hard groeit, nam de verkoop van warmtepompen er met ruim 20 procent toe. De vraag naar fossiele energie voor gebouwen kan met zo’n 35 procent worden verlaagd, ook kunnen consumenten meer dan 14 procent bezuinigen op hun verwarmingsrekening.
Noodzakelijke veranderingen voor een versnelling
Met de huidige maatregelen zal de CO2-uitstoot in 2030 slechts 11 procent lager liggen dan in 2022. Om de Europese doelstellingen te halen zal de warmtepompverkoop daarom snel moeten stijgen. Tot 2030 moet deze minstens verdrievoudigen.
Daarbij werkt de Europese Commissie aan een herziening van het productbeleid met wet- en regelgeving rondom Ecodesign en Energy Labelling. De komst hiervan is noodzakelijk om verwarmingsketels op fossiele brandstoffen vanaf 2029 te kunnen gaan uitfaseren.
Ook de voorgenomen herziening van de Europese bouwwetgeving zal volgens het rapport moeten worden doorgevoerd om deze uitfasering te realiseren. Het zou, in combinatie met minimale energieprestatienormen, gebouweigenaren ook dwingen om meer tempo te maken met hun gebouwrenovaties.
Dit moet terugkomen in de belastingtarieven, zodat gebouweigenaren en huishoudens die hebben verduurzaamd hier ook in de belastingen van kunnen profiteren. Het stelt Europese warmtepompproducenten ook in staat om te werken aan de betaalbaarheid van warmtepompen en zo een nieuwe pijler van de toekomstige Europese industrie te ontwikkelen.
Lees ook: De warmtepomp kan hét succes worden van Europa’s wens om zelf te produceren
Ten slotte zou er volgens het rapport op Europees niveau voor moeten worden gezorgd dat er voldoende technisch personeel is om alle warmtepompen te realiseren, van productie tot installatie. Daaraan kan het Europees uitwisselen van warmtepompkennis bijdragen. Zo kan Nederland ook profiteren van innovaties in andere Europese landen en andersom zodat de Europese energietransitie versneld.