Fossiel verwarmen uitbannen via de ecodesign wet
28.06.2024 Evelien Schreurs
Het European Environmental Bureau (EEB) houdt zich vanuit Brussel bezig met Europese wetgeving omtrent milieu. Dat gaat over onderwerpen als landbouw, biodiversiteit en energie, waaronder ook de circulariteit van warmtepompen valt. Davide Sabbadin is beleidsmedewerker energie en klimaat, en vertelt aan Warmte365 over ecodesign, energielabels en standpunten van de EEB.
Door problemen aan te kaarten, te adviseren en te monitoren wil de EEB invloed uitoefenen op Europees beleid. “We reageren vooral op documenten van de commissie en doen toevoegingen als er dingen ontbreken”, vertelt Sabbadin.
De EEB is niet alleen van mening dat de uitstoot van verwarming teruggedrongen moet worden door bijvoorbeeld het overstappen naar warmtepompen, maar ze pleiten ook voor het duurzaam fabriceren van producten, vertelt Sabbadin. “Nu we alle warmtepompen aan het produceren en installeren zijn, moeten we dat op de manier doen die de minste milieu-impact heeft.”
Daar kunnen regels vanuit de Europese Unie een belangrijke rol bij spelen, want bij die regels weet je dat lidstaten zich altijd op zijn minst daaraan moeten houden, zegt Sabbadin. “Daarom is het zo belangrijk om Europese regels te hebben die zo ambitieus mogelijk zijn, want ook lidstaten die niet proactief zijn, moeten zich op zijn minst aan die EU regels houden.”
Belangrijk binnen de regels van de Europese Unie zijn de ecodesign wet en de energielabels, volgens Sabaddin. Daarnaast is ook de nieuwe F-gassenverordening een belangrijke stap geweest richting een meer circulair ontwerp van warmtepompen.
Politiek gesteggel
“De EU is bezig met het veranderen van de energielabels. We hebben nu labels zoals A++, dus we moeten weer terug naar A tot G, want anders blijven we plussen toevoegen”, vertelt Sabaddin.
Parallel hieraan loopt de revisie van de ecodesign wet: de regels over het ontwerp van apparaten. Volgens Sabaddin is daarover de afgelopen anderhalf jaar een verhit politiek debat gevoerd. “Wat eerst een soepel proces was, is nu vastgelopen. In de komende maanden wordt het gesprek misschien opnieuw gestart.”
Die Ecodesign wet loopt volgens Sabbadin vertraging op door politiek gesteggel. “Dit wetsvoorstel had het criterium dat er in 2029 geen gasboilers meer verkocht mogen worden. Dat is het politieke issue dat de wetgeving heeft tegengehouden.” Er zijn in Nederland, Duitsland, Italië, en eigenlijk veel landen in Europa, politieke partijen die niet willen dat warmtepompen de gasboilers gaan vervangen.
Herziene versie ecodesign
De EEB vindt dat de gesprekken over ecodesign snel moeten worden hervat, er strengere standaarden en een nieuwe schaal moeten komen voor de energie-efficiëntie van verwarmingssystemen. “Onze belangrijkste bepalingen gaan erover dat producten te repareren moeten zijn en dat er voor minstens tien jaar reserveonderdelen beschikbaar moeten zijn”, aldus Sabbadin.
Naar verwachting zal er later dit jaar een nieuwe tekst voor de ecodesign wet komen. “De nieuwste informatie die wij hebben is dat ze een nieuwe versie voorstellen wanneer de nieuwe commissie er is. Dat wordt gedaan door de director general energy van de Europese commissie, zij moet dat voorstellen en dan moet het door het parlement worden goedgekeurd. Dus wij verwachten een nieuw voorstel in de tweede helft van dit jaar. En als het goed gaat, wordt dat dan volgend jaar goedgekeurd.”
Via deze ecodesignwet hoopt de EEB verwarming met fossiele brandstoffen uit te bannen. Door de eisen aan energie-efficiëntie zo hoog te stellen zullen fossiele boilers de facto worden uitgebannen, omdat deze in het algemeen minder efficiënt zijn.
Tweedehands staal
Naast ecodesign ziet de EEB ook andere manieren om de milieu-impact van warmtepompen te beperken. Sabbadin: “We zouden graag strengere regels hebben voor F-gassen binnen de ecodesign wet. Maar de industrie vindt dit wel genoeg, ze willen geen dubbele regulering. Wij denken dat je op zijn minst aan de consumenten een indicatie moet geven over de koudemiddelen in een warmtepomp en of die wel of niet klimaatvriendelijk is. Zodat mensen het begrijpen en een keuze kunnen maken. Het zal geen doorslaggevende factor zijn bij het kiezen van een warmtepomp, maar we vinden het wel belangrijk om op zijn minst te informeren door middel van een label.”
Sabbadin verwacht ook dat carbon pricing een rol kan gaan spelen in het meer circulair produceren van warmtepompen. Als het importeren van bijvoorbeeld staal duur wordt, zal dat het gebruik van gerecyclede materialen aantrekkelijker maken. Op die manier kunnen er dus bewegingen ontstaan in de markt die niet direct met productbeleid te maken hebben, maar toch een bepaalde – meer circulaire – kant op kunnen sturen.
“Natuurlijk moeten we bepalingen voor de circulaire economie zo veel mogelijk meenemen, maar we begrijpen ook dat dat de producten duurder zal maken. We denken ook dat gerecycled staal, koper, zink, aluminium, zal helpen om de Europese unie onafhankelijker te maken, want we hebben zulke grondstoffen niet in Europa. Het is een dunne lijn waar we op lopen, want we willen dat mensen een warmtepomp kopen, en dat die zo goedkoop mogelijk is zodat iedereen het kan betalen, maar tegelijkertijd willen we ze zo ecologisch mogelijk hebben, en ook zoveel mogelijk in Europa gemaakt.”
Tegelijkertijd hebben zijn er ook zeker al stappen gezet, zegt Sabbadin: “Warmtepompen zijn tegenwoordig duurzamer dan ze eerst waren. En we kunnen ook in zeker mate zeggen dat bedrijven ze meer betaalbaar maken, want ze veranderen het businessmodel dat je bijvoorbeeld niet alles in een keer hoeft te betalen. En het is ook zeker dat warmtepompen efficiënter zijn, elk jaar worden er nieuwe efficiëntie-records behaald. Dus we gaan de goede kant op, maar we willen nog snellere vooruitgang, zeker op gebied van circulariteit.”