Gasproductie daalt minder hard dan voorheen: TNO verwacht stabilisatie voor de komende jaren

18.07.2025 Sjoerd Rispens

Gasproductie daalt minder hard dan voorheen: TNO verwacht stabilisatie voor de komende jaren
©Enexis

De gasproductie in Nederland is zowel op land als zee wederom afgenomen. Dat blijkt uit het jaarverslag genaamd Delfstof en Aardwarmte 2024 dat TNO in opdracht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft opgesteld. Algeheel neemt de productie af door minder investeringen, aanvullende belastingen op de productie en minder maatschappelijke acceptatie. De onderzoekers van TNO verwachten wel dat de gasproductie de komende jaren gaat stabiliseren.

De gasproductie op zee neemt sinds 2015 elk jaar af omdat de reeds bekende gasvelden leeg raken en daardoor langzamer produceren. Een andere reden voor de afname is dat er te weinig nieuwe velden worden gevonden om deze daling te compenseren. De gemiddelde daling over de afgelopen 10 jaar was 1,1 miljard kubieke meter per jaar.

De daling zette in 2024 dus door, al was deze ‘maar’ 0,2 kubieke meter. Dat komt neer op van 5,9 miljard kubieke meter in 2023 naar 5,7 miljard kubieke meter in 2024. De totale aangetoonde gasvoorraad op zee is gedaald van 42 miljard kubieke meter naar 40 miljard kubieke meter eind 2024. De afgelopen 10 jaar was die daling gemiddeld 8 miljard kubieke meter.

In 2024 is er echter wel voor het eerst sinds 2002 voldoende gasvoorraad op zee gevonden om de jaarlijkse productie voor 95 procent compenseren. Om die reden verwachten de onderzoekers van TNO dat er de komende jaren een afremming in de daling te zien zal zijn.

Sluiting van het Groningse gasveld

De daling van gasproductie op land is veel sterker dan op zee. In 2019 daalde de productie van bijna 20 kubieke meter naar ongeveer 12 kubieke meter. Tussen 2023 en 2024 is de productie op land gedaald van 4,3 naar 2,7 miljard kubieke meter. De aangetoonde voorraad was 32 miljard kubieke meter begin 2024 en deze is gedaald tot 31 miljard kubieke meter begin 2025. 

De sterke daling op land is volgens de onderzoekers te wijten aan de sluiting van het Groningse gasveld en het leegraken van overige velden. Daardoor verloopt de productie langzamer. Verder worden er weinig nieuwe velden gevonden om de daling te compenseren. Bovendien was het Groningse gasveld sowieso al veel groter dan de overige beschikbare velden. De onderzoekers concluderen echter wel dat de sterke daling, die de afgelopen tien jaar telkens doorzette, nu afneemt.

Ook hebben er vorig jaar geen exploitatieboringen plaatsgevonden, dat was voor het eerst sinds 80 jaar. Dit jaar zijn er al wel dergelijke boringen uitgevoerd. Op basis van cijfers en statistieken schat TNO in dat er een gasvolume van 75 miljard kubieke meter op zee is en 40 miljard kubieke meter op land in potentiële gasvelden zit. Daarmee is er voldoende potentieel voor nieuwe exploratieboringen.

Stimuleren van nieuwe investeringen

In april van dit jaar is er een sectorakkoord gesloten. In dit akkoord wordt ingezet op het stimuleren van nieuwe investeringen in opsporing en winning van gas uit de Nederlandse kleine velden op de Noordzee, de importafhankelijkheid zo beperkt mogelijk te houden en de voorzieningszekerheid bevorderen.

TNO verwacht dat, als de afspraken uit dit akkoord worden nagekomen, er op korte termijn een stabilisatie van de gasproductie komt.