Hoe kijkt de politiek naar de warmtetransitie?

14.11.2023 Jan de Wit

Hoe kijkt de politiek naar de warmtetransitie?

Iedere politieke partij heeft zijn eigen speerpunten en stokpaardjes en voor vele partijen heeft de energie- en warmtetransitie niet de hoogste prioriteit. Dat is dan ook terug te zien in de partijprogramma’s, waar de ene partij een uitgebreide visie heeft op het duurzaam verwarmen, koelen en ventileren van Nederland, heeft de andere partij een lijstje met punten waar het vanaf wilt. Hoe zien deze visies en, of wensenlijstjes voor de warmtetransitie eruit?

De standpunten van alle politieke partijen, eenmansfracties en one-issuepartijen op alle facetten van de energietransitie uiteenzetten is niet te doen. Niet in beknopte vorm. Warmte365 kijkt daarom alleen naar de verkiezingsprogramma’s van partijen die nu actief zijn in de Tweede Kamer. Afgescheiden Kamerleden zonder partij zijn niet meegenomen.

In dit artikel komen de tweede negen partijen – op alfabetische volgorde – en hun standpunten rondom isolatie, warmtepompen en warmtenetten ter sprake. De overige partijen en hun standpunten staan beschreven in onderstaand artikel.

JA21
JA21 is “voorstander van zuinig en efficiënt met energie omgaan” en wil daarom nieuwe woningen zo energiezuinig mogelijk en gasloos bouwen, vol inzetten op het isoleren van woningen en kritisch kijken naar energieverbruikende processen in industrie en bedrijfsleven. Tegelijk wil het belastingen niet als pressiemiddel gebruiken “om Nederlanders een andere, ‘duurzamere’ levensstijl op te dringen”.

Wel wil de partij de energiebelasting op gas verlagen, de hybride warmtepompnorm schrappen, stoppen met de ‘operatie aardgasvrij’, de Wet Collectieve Warmtevoorziening en de Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie intrekken, de Wet Voortgang Energietransitie herzien door het aardgasverbod nieuwbouw terug te draaien en tot slot onderzoeken “welke woningtypen überhaupt aardgasvrij te krijgen zijn om nutteloze en grootschalige investeringen te voorkomen”.

Nieuw Sociaal Contract
Net als vele andere partijen wil Nieuw Sociaal Contract (NSC) de verduurzamingsopgave laten beginnen met een nationaal programma energiebesparing, beginnend met de isolatie van huurwoningen, waarbij er een lagere huurprijs moet gaan gelden voor slecht geïsoleerde woningen. Hiervoor wil het de opbrengsten van de toekomstige CO2-rechten voor de gebouwde omgeving gebruiken.

Onder dit programma vallen ook vergoedingen die gemeenten uit kunnen keren voor energiebesparende maatregelen. Zo moet energiearmoede verder tegengegaan worden. Wanneer de energieprijzen sterk stijgen wil NSC eveneens in kunnen grijpen, bijvoorbeeld met een prijsplafond.

De hybride warmtepompnorm die in 2026 gaat gelden kan wat de partij betreft blijven, “maar met oog voor uitvoerbaarheid en betaalbaarheid”. Warmtenetten moeten in publieke handen zijn zodat de overheid invloed kan uitoefenen op het aanbod en de tarieven. NSC wil voor de hele energietransitie meer inzetten “op normeren en beprijzen en minder op subsidiëren” en wil daarom ook het Klimaatfonds schrappen en innovaties al dan niet steunen via de Rijksbegroting.

Partij voor de Dieren
De Partij voor de Dieren heeft met afstand het hoogste aantal verduurzamende maatregelen opgenomen in het partijprogramma en heeft als een van de weinige partijen oog voor hittestress. Zowel hittegolven als ongelijkheid wil de partij tegengaan met natuurinclusieve isolatie, dat betekent met bio-based materialen en rekening houdend met de natuur. “Wanneer bijvoorbeeld nestgelegenheid voor vogels verdwijnt door dakisolatie, moet dichtbij een alternatief worden geboden.” Met subsidies en verduurzamingsleningen moet dit ook financieel aantrekkelijker worden.

Om ervoor te zorgen dat de woningvoorraad in 2030 energieneutraal is komt er een duidelijk plan met afrekenbare doelen. Een energielabel D of lager wordt aangemerkt als een gebrek en reden voor een huurverlaging. Alle nieuwbouwwoningen moeten circulair, gasvrij, natuurinclusief, minstens energieneutraal en zo mogelijk energiepositief worden gebouwd om te compenseren voor oude woningen die niet voor 2030 energieneutraal kunnen worden gemaakt.

Voor grote gebouwen gaat een groen dak gelden als een verplichte energiebesparende maatregelen omdat dit de koelbehoefte van het gebouw verlaagd en in de winter leidt tot procent besparing van warmteverlies. Daarbij wordt de onroerendezaakbelasting mede bepaald door energielabel en energieverbruik. Voor overheidsgebouwen geldt dat zij alleen nog energielabel A mogen hebben en dat de overheid investeert in het verduurzamen van scholen, sportaccommodaties, zorginstellingen en culturele instanties.

Ten slotte wil de Partij voor de Dieren (fiscaal) “regelingen voor het opwekken van energie op wijkniveau, en het opslaan hiervan in buurtbatterijen of een buurtwarmtepomp”. Waarbij ook warmteopslag en warmte-koude opslag in aanmerking komen en warmtenetten die zijn aangesloten op de fossiele industrie worden stopgezet.

PVV
“De Klimaatwet, het Klimaatakkoord en alle andere klimaatmaatregelen gaan direct door de shredder. Geen miljardenverspilling aan zinloze klimaathobby’s, maar meer geld voor onze mensen”, aldus de PVV in zijn verkiezingsprogramma.

Concreet betekent dit dat de partij de energiebelasting én de BTW op energie wil verlagen, wil stoppen met het aardgasvrij maken van woningen, geen warmtepompverplichting wil en dat het de SDE++ en andere klimaatsubsidies wil schrappen.

SGP
Energie en klimaat is geen hoofdthema voor de SGP, zo is het hoofdstuk negen van de achttien in het verkiezingsprogramma. De Staatkundig Gereformeerde Partij komt desondanks met 67 voorstellen om naar “een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening” te gaan. De afbouw van het fossiele energiedeel moet haalbaar en betaalbaar zijn, waarbij het wettelijk vastgelegde streefdoel van 55 procent CO2-reductie in 2030 niet als bindende doelstelling vastgelegd worden.

Ook voor de SGP begint dit bij besparen, daarom wil de partij richting 2050 een derde minder energie gebruiken dan nu en dat de lusten en lasten van onder andere isoleren rechtvaardig worden verdeeld. Daarbij wil de partij meer inzetten op warmteterugwinning uit ventilatielucht en warm water, grootschalige isolatieprogramma’s, het socialiseren van de warmtenetwerkkosten, toepassing van de bodem-warmtepomp en lage temperatuur warmtenetten met minder energieverlies.

Met name voor warmtenetten heeft SGP de nodige ideeën. Zo hebben open warmtenetten – waar verschillende warmteproducenten op aan kunnen haken – de voorkeur, is aanscherping van de regels nodig om ervoor te zorgen dat warmtetarieven binnen de perken blijven, moet er een garantstelling komen voor bedrijven die investeren in lokale warmtevoorzieningen en moet er een belasting komen op het grootschalig lozen van restwarmte.

Ten slotte wil de partij niet dat gemeenten eerst kostenneutraliteit en financiële ondersteuning bij woningaanpassingen garandeert voordat zij worden afgesloten van het gasnet. Een oplossing met waterstof voor “slecht te isoleren stadswijken” wordt daarbij niet uitgesloten.

SP
Voor de SP is de opwarming van de aarde een belangrijk thema omdat “de kosten van de bestrijding van klimaatverandering eerlijk verdeeld moeten worden”. Voor de partij betekent dit allereerst dat de rekening bij de industrie en andere grote (energie)bedrijven wordt gelegd. Wanneer er toch subsidies moeten komen “dan moet dat leiden tot publieke zeggenschap”.

Dit moet eveneens leiden tot “een oorlogsaanpak” die de energierekening van huishoudens structureel verlaagd. Dit betekent onder andere een isoleringsoffensief en beter onderhoud van woningen. “Energievoorziening is een publieke taak, die dan ook in publieke handen moet zijn”, aldus de SP.

Energiebedrijven moeten daarom worden genationaliseerd of lokaal georganiseerd en kunnen rekenen op investeringen in aardwarmte en een toekomstbestendige energie-infrastructuur. Daarbij moet ook (stads)warmte in publieke handen komen en mag warmte nooit meer kosten dan andere vormen, zodat Nederland “collectief van de warmtetransitie” kan profiteren.

Volt
Volt wil dat Nederland en de Europese Unie in 2040 klimaatneutraal zijn en dat de EU haar invloed gebruikt “om wereldwijd klimaatleider te zijn”. In Nederland zou een CO2-reductiepercentage van 100 procent in 2040 wettelijk vast worden gelegd en daarna moet worden toegewerkt naar klimaatpositiviteit. Het belasten van vervuiling moet de verduurzaming betaalbaar houden.

Voor de bestaande bouw moet een isolatie-offensief ervoor zorgen dat het energieverbruik met de helft is teruggebracht in 2040. Een Nationaal Isolatieplan moet er daarbij voor zorgen dat er alleen nog wordt geïnvesteerd in duurzame isolatiematerialen. De overheid moet de isolatiekosten voorschieten en energiecoaches inzetten voor het aanvragen van subsidies.

Bedrijven hebben al te maken met een energiebesparingsplicht en die wil Volt uitbreiden naar woningverhuurders. Daarbij moeten slimme warmtepompen voor de uitfasering van fossiele verwarming zorgen, vanaf 2035 mogen hybride warmtepompen alleen nog maar groen gas gebruiken.

Alle uitzonderingen op de energiebelasting worden afgeschaft, behalve voor duurzame stadsverwarmingsregeling. Volt wil inzetten op aardwarmte en “het stimuleren van warmtenetten die draaien op aardwarmte en restwarmte van de industrie”, daarbij neemt de overheid de regie op de aanleg van warmtenetten en de onzekerheid over de kosten weg.

VVD
De VVD wil vasthouden aan tenminste 55 procent CO2-reductie in 2030 en 100 procent in 2050, maar met een nieuw streefdoel van 85 procent CO2-reductie in 2030. Op de delen die de Nederlandse economie en het verdienvermogen versterken wil de VVD koploper worden. Daarbij wil het maatregelen bij voorkeur Europees nemen, ook om te voorkomen dat “industrieën en banen verdwijnen naar andere (EU-)landen”.

Al het klimaatbeleid wil de VVD gaan toetsen op kosten en rendement, tegelijkertijd wil het ook de energiebelasting verlagen om de energierekening omlaag te krijgen en een noodknop verkennen voor hoge energieprijzen. Net als NSC ziet de partij een ‘slapend energieplafond’ als een goede optie.

Voor de bestaande bouw wil de VVD blijven inzetten op isolatie, hybride warmtepompen en groen gas, maar dan zonder verplichtingen zoals labelsprongen. “We willen huiseigenaren wel verleiden om zelf verantwoordelijkheid te nemen.” Voor huurwoningen gaan wel verplichtingen gelden, zoals de uitfasering van energielabels E, F en G in 2029 en dat er voor slecht-geïsoleerde huurwoningen een maandelijkse huurkorting moet komen totdat er isolatiemaatregelen zijn genomen.

Ten slotte wil de VVD meer inzetten op geothermie. “Geothermie is ideaal voor de verduurzaming in de glastuinbouwsector, maar ook als input voor (lokale) warmtenetten.” Daarbij moet rekening worden gehouden met seismiciteit en grondwater.

50PLUS
Ouderenpartij 50PLUS wil krachtig klimaat-, energie- en milieubeleid, daarbij moet geen schade ontstaan aan de economie en economische groei. Daarbij denkt de partij aan provinciale virtuele energiecentrales: “Het clusteren van decentrale opwekkingsinstallaties zoals micro-warmtekrachtcentrales, windturbines, zonneparken maar ook biogasinstallaties en gas- en kolencentrales, die allemaal van één punt in de provincie worden aangestuurd waardoor wij het maximale rendement uit groene energie krijgen.”