Lokale actie nodig om de warmtetransitie uit het slop te trekken

07.01.2025 Frits Verhoef

Lokale actie nodig om de warmtetransitie uit het slop te trekken

Green Energy Day is de dag waarop alle duurzame energie die in Nederland wordt geproduceerd “op” is. Het doel is om die dag in 2050 op 31 december te laten vallen. Als je alleen naar elektriciteit zou kijken dan zitten we ergens in de tweede helft van juni, bijna op de helft dus. Dit is vaak de bron van opgewekte en optimistische nieuwsberichten. We hebben nog 25 jaar en zijn al bijna op de helft! Maar de definitie van Green Energy Day gaat niet alleen over elektriciteit, maar over alle energie, dus ook warmte. In 2024 viel Green Energy Day al op 8 maart. Vanaf 9 maart leefden we dus van fossiele energie. Volgens de nationale klimaatmonitor daalt de hoeveelheid duurzaam opgewekte warmte zelfs! De verduurzaming van de elektriciteitsproductie is kinderspel vergeleken met de verduurzaming de warmtevoorziening.

Collectieve keuzes
Wat betreft de warmtevoorziening is het toekomstbeeld dat we overstappen van een centrale, op aardgas gebaseerde warmtevoorziening naar een warmtevoorziening die duurzaam én lokaal is. De meest voor de hand liggende mogelijkheden zijn warmtepompen (die uiteraard moeten draaien op duurzame elektriciteit) en warmtenetten (die worden gevoed door duurzame bronnen). Die oplossingen zijn per definitie lokaal, wat iets anders is dan individueel. De keuze voor een warmtepomp lijkt een individuele, maar wordt, als de hele wijk dezelfde keuze maakt, vanzelf een collectieve: dan moet namelijk het elektriciteitsnetwerk in de hele wijk worden uitgebreid. De aanleg van een warmtenet is per definitie een collectieve beslissing: voor een individu gaat niemand een netwerk van buizen in de grond aanleggen.

Samenwerking in plaats van innovatie
Technische innovatie -of het gebrek daaraan- houdt de transitie niet tegen. Warmtepompen worden op grote schaal al decennia gebruikt, en de meest geavanceerde zijn redelijk slim omdat ze (extra) verwarmen als er veel aanbod is van duurzame elektriciteit. Daarmee kan slim gebruik gemaakt worden van lage prijzen, en met dezelfde technologie kan de vraag naar elektriciteit in een wijk worden uitgespreid, waardoor een eventuele uitbreiding van het elektriciteitsnet niet of minder nodig is. En een warmtenet is niets anders dan warm water door (geïsoleerde) buizen naar de huizen brengen, bijna de definitie van low-tech.

De broodnodige innovatie zit in samenwerking tussen de verschillende partijen die nodig zijn voor een succes: gemeenten, netbeheerders, het Rijk, de bewoners, de coöperatieve sector en financiers. Gemeenten moeten samen met de netbeheerders de oplossingen per wijk aanwijzen. Het Rijk is nodig om de langetermijnvisie in wetgeving vast te leggen én te zorgen voor de juiste financiële incentives die gedurende langere tijd blijven bestaan. De bewoners moeten met elkaar gaan samenwerken om de energievoorziening in hun wijk vorm te geven. Bewoners moeten samenwerken met hun gemeente. Financiers moeten gaan samenwerken met het coöperaties en ga zo maar door. Een netwerk van samenwerkingen is nodig om de warmtetransitie te laten slagen. En voor elke buurt, elke gemeente kan die samenwerking weer anders zijn.

Samenwerken an sich is al lastig. Samenwerking tussen organisaties die wezenlijk van elkaar verschillen is nog veel lastiger. Het verschil in grootte tussen een netbeheerder en een bewonerscoöperatie is immens, net zoals de besluitvormingsprocedures en het tempo daarvan.

De warmtetransitie is een delicate dans tussen centraal de regie nemen en initiatieven van onderop laten groeien.

Geen techneuten (meer) nodig
Om de warmtetransitie te laten slagen is veel meer focus nodig op deze nieuwe samenwerkingsvormen. Hoe gaan deze wezenlijk verschillende partijen met elkaar om, ook als het even tegenzit? Hoe bereiken we schaalgrootte door op zoek te gaan naar de overeenkomsten tussen bewoners collectieven, terwijl op het eerste gezicht de verschillen groot zijn?

We hebben geen innovatieve techneuten (meer) nodig. We hebben innovatieve bedrijfskundigen, sociologen, fineuten, juristen en een goede dansleraar nodig om de warmtetransitie op tijd te doen slagen!