Bij het koelen van vers gemolken melk komt veel warmte vrij. Meestal gaat deze verloren, maar met een slimme installatie kan de warmte worden hergebruikt. Zo kan ‘lactothermie’, of het Milk2Heat-systeem zoals de uitvinders het zelf noemen, voor melkveehouders een duurzame manier zijn om hun stal én huis mee te verwarmen.

Melk die net uit een koe of geit komt, heeft een temperatuur van zo’n 37 graden Celsius. In een koelmachine wordt de melk tot ongeveer 3 graden Celsius afgekoeld, een proces waarbij veel warmte vrijkomt. Bij melkveehouders staan staldeuren soms open om de warmte van de koelmachine de deur uit te krijgen, terwijl de cv-ketel een stukje verderop aan staat om het woonhuis te verwarmen.

Verschillende bedrijven vonden het zonde om die warmte ‘weg te gooien’ en gingen op zoek naar oplossingen. Met die systemen wordt warmte van de koelmachine afgevangen en opgeslagen. Een van die technieken is het Milk2Heat-systeem dat werd ontwikkeld door boerenzoon en student Technische Bedrijfskunde Bjorn Weghorst in samenwerking met installatiebedrijf FH Loohuis.

Het Milk2heat-systeem vangt de warmte op die vrijkomt bij het koelen van de melk en slaat deze op in een buffer. Die warmte wordt vervolgens gebruikt om de stal mee te verwarmen en om warm water te verkrijgen. De installatie kan zelfs worden verbonden met het woonhuis van de melkveehouder. De warmte gaat via buizen, die oorspronkelijk voor stadswarmte bedoeld zijn, naar het woonhuis en zorgt ook daar voor verwarming en warm water. 

Met een Milk2heat-installatie kan een melkveehouder zo’n 5000 kubieke meter gas besparen per honderd koeien. De cv-ketel hoeft dan alleen bij te springen als de temperaturen ver onder het nulpunt komen, en soms kan een melkveehouder zelfs helemaal van het gas af. Naast een manier om melkveehouderijen te verduurzamen, is het systeem financieel aantrekkelijk met een terugverdientijd van vijf jaar.