Minder kosten en meer zeggenschap bij publiek warmtenet in Nijmegen

18.11.2024 Evelien Schreurs

Minder kosten en meer zeggenschap bij publiek warmtenet in Nijmegen

In de Nijmeegse wijk Dukenburg komt een warmtenet steeds dichterbij. Nu het merendeel van de bewoners akkoord is gegaan met een aansluiting, kunnen de voorbereidingen voor de aanleg van het warmtenet starten. Wethouder bij de Gemeente Nijmegen, Tobias van Elferen, vertelt hoe het er nu voor staat met het Nijmeegse warmtenet en hoe het hier in tegenstelling tot andere steden wél lukt om een warmtenet te realiseren.

De Gemeente Nijmegen heeft als doel om in 2050 aardgasvrij te zijn. Voor de wijk Dukenburg staat dat doel al voor 2035, in die wijk zullen uiteindelijk in totaal 4.000 huishouden aangesloten worden op een warmtenet. Als eersten zijn ruim zeshonderd corporatiewoningen in de wijken Zwanenveld en Lankforst-Noord aan de beurt waar sowieso al onderhoud op de planning stond.

De bewoners hebben ingestemd met de plannen voor het warmtenet. Bij woningbouwvereniging Talis (vooral in Zwanenveld) werd de benodigde 70 procent behaald en woningbouwvereniging Woonwaarts (vooral in Lankforst-Noord) behaalde zelfs 90 procent.

Volgens wethouder Van Elferen zijn deze percentages bereikt omdat de gemeente en de woningcorporaties veel duidelijkheid hebben kunnen geven over de tarieven van het warmtenet. “Volgens mij begint alles met dat mensen willen weten dat het betaalbaar is. Ze willen dat niet alleen duidelijk hebben, maar ze willen ook zekerheid daarover voor de toekomst.”

De belofte is dat voor deze 642 aansluitingen in Lankforst-Noord en Zwanenveld de variabele kosten 15 procent lager liggen dan de maximale gasprijs die de Autoriteit Consument & Markt (ACM) jaarlijks stelt en dat de vaste kosten voor een aansluiting gelijk zullen zijn aan een gasaansluiting.

Van Elferen: “De bewoners krijgen een garantie, die is gewoon hard. Als het gaat om het vastrecht dan staan de corporaties voor het risico aan de lat. En als het gaat om de variabele kosten staat het warmtebedrijf voor het risico aan de lat.” Daarnaast verwacht woningbouwvereniging Talis dat de energiekosten omlaag zullen gaan door het grote onderhoud dat gepleegd zal worden, waaronder verbeterde isolatie.

Onrust
Het grootste deel van de bewoners heeft dus getekend voor een aansluiting op het warmtenet. Toch zijn er ook bewoners met zorgen omtrent de komst van het warmtenet. Zij maken zich ondanks de beloftes zorgen om de kosten ervan of zijn het er niet mee eens dat ze met één handtekening akkoord gaven voor zowel de renovatie als een aansluiting op het warmtenet.

Wat betreft de kosten benadrukt Van Elferen de beloftes die zijn gemaakt en volgens hem veelvuldig zijn gecommuniceerd, zowel in folders, in de instemmingsverklaring en op informatieavonden. “Je kan het er niet mee eens zijn, maar je kan het niet gemist hebben.”

En dat tegelijkertijd akkoord wordt gegeven voor de renovatie en de aansluiting op het warmtenet is logisch, naar zeggen van de woningbouwverenigingen, want die twee gaan hand in hand. Daar sluit van Elferen zich bij aan: “Mensen krijgen een duurzamere warmtebron tegen een lagere prijs. En daarnaast is het zo dat een beter geïsoleerde woning krijgen. Dus het is ook zo dat de maatregelen samenhangen met die investering in een duurzaam warmtenet.”

Desondanks staan sommige bewoners niet achter de komst van het warmtenet. “Die weerstand heeft onder andere tot verwarring geleid. Er zijn bijvoorbeeld pamfletten verspreid in de buurt waar ook echt desinformatie op stond. En dat heeft natuurlijk voor heel veel ongerustheid en vragen gezorgd.”

Er loopt nog een zaak van een van de bewoners die zijn toestemming voor aansluiting op het warmtenet wil intrekken. Volgens Van Elferen zal de uitkomst van die zaak geen invloed hebben op de komst van het warmtenet. “Ten eerste denk ik dat de corporaties de rechtszaak winnen. En zelfs als we hem verliezen is de kans groot dat de rechter zal zeggen ‘uw instemming is er inderdaad niet, maar daarmee is het nog steeds een redelijk aanbod dat de corporaties hebben gedaan.’ En daarmee mag dus gewoon de renovatie doorgaan zoals gepland.”

Publiek warmtenet
Op veel plekken komen warmtenetten, bijvoorbeeld vanwege hoge kosten voor huishoudens, niet van de grond. Maar in Dukenburg zal het warmtenet er toch echt komen, met lagere kosten voor de bewoners. Volgens van Elferen komt dat omdat dit warmtenet in publieke handen is.

Omdat het warmtebedrijf dat eigenaar zal worden van het warmtenet (grotendeels) in publieke handen is, heeft het geen winstoogmerk, zegt Van Elferen. “Onder de streep moet het wel optellen tot nul, maar het hoeft niet meer dan dat te zijn. Dus we kunnen op basis van heel andere argumenten strategische keuzes maken.”

Doordat de zeggenschap en regie niet in commerciële handen liggen, zijn de kosten lager en kunnen andere belangen (bijvoorbeeld duurzaamheid) meer aandacht krijgen. Ook is de zeggenschap en regie in handen van onder andere provincie en gemeente, die ook op een andere manier zullen beheren. Stel dat een woning nét buiten het concessiegebied ligt, dan hoeft een commerciële partij daar niets mee te doen. Een publieke eigenaar kan bijvoorbeeld kijken of die woning toch ook een aansluiting kan krijgen. 

Het warmtenet in Dukenburg zal in ieder geval voor meer dan de helft, maar misschien wel voor 90 of 100 procent in publieke handen zijn. De oprichting van het warmtebedrijf is nog bezig, maar in ieder geval zullen de Gemeente Nijmegen en het Gelders Warmtebedrijf  deelnemen. Daarnaast is er ook, voor een aandeel van maximaal 10 procent, ruimte voor een energiecoöperatie om deel te nemen.

Of die energiecoöperatie er zal komen, moet komend voorjaar duidelijk worden uit gesprekken met bewoners. Van Elferen zou graag zien dat bewoners nauw betrokken zijn bij het warmtenet. Stel dat het warmtebedrijf toch op een gegeven moment winst maakt, dan zouden bewoners dat kunnen inzetten voor de wijk, of bewoners zouden voor een deel eigenaar kunnen worden in het energiebedrijf.

Tegelijkertijd ziet hij dat niet iedere bewoners dat wil en dat ook niet iedereen daar het spaargeld voor heeft. “Dus we moeten de manier waarop we bewoners betrekken laten aansluiten op wat bewoners zelf willen, wat zij een mooie manier vinden om hierbij betrokken te zijn.”

Afvalcentrale als warmtebron
De warmte voor het Dukenburgse warmtenet zal geleverd worden door afvalcentrale ARN. De restwarmte die vrijkomt wordt ook al gebruikt voor warmtenetten in Nijmegen Noord en Nijmegen Waalfront. De afvalcentrale heeft genoeg warmte beschikbaar voor de hele wijk Dukenburg, en naar verwachting voor nog meer delen van Nijmegen.

“Ik wil eigenlijk voor heel Nijmegen nadenken over bronnen die we niet over vijf jaar ontwikkelen, maar over vijftien of twintig jaar. Want de hoeveelheid restafval neemt steeds meer af, dat vinden we uit duurzaamheidsoogpunt alleen maar goed. Dus je zou op termijn kunnen denken aan andere vormen van warmte, bijvoorbeeld andere industrie waarvan je warmte afneemt, of we zouden warmte kunnen winnen uit het maas-waal kanaal, of een geothermiebron. Maar voor dit plan biedt ARN meer dan voldoende meerjarige zekerheid.”

Volgende projecten in Nijmegen
Volgens de routekaart van het warmtenet, zullen in 2025 definitieve besluiten worden genomen over de financiering van het plan en zal de precieze inrichting van het warmtebedrijf bepaald worden. Dan is het warmtenet bestuurlijk grotendeels rond, maar moet er alsnog veel gebeuren voor de warmte daadwerkelijk door de huizen stroomt. De aanleg kan dan beginnen en in de eerste helft van 2026 zullen de huishoudens aangesloten zijn op het warmtenet.

Daarna zijn ook de volgende delen van de wijk Dukenburg aan de beurt. Ook van die warmtenetten zal Warmtebedrijf Dukenburg eigenaar worden “Ik hoop dat als mensen het gevoel hebben dat ze de warmte afnemen van hun gemeente, om het maar zo te zeggen, dat dat zorgt voor meer vertrouwen”, zegt Van Elferen. Daarnaast kan het warmtenet in Lankforst-Noord en Zwanenveld dienen als voorbeeld.

Of de Wet collectieve Warmte uiteindelijk doorgevoerd zal worden of niet, de warmtenetten in Dukenburg zullen hoe dan ook in publieke handen zijn en daarmee aansluiten bij het uitgangspunt van deze wet. Op de komst van de warmtenetten in Nijmegen zal de komst van de Wet collectieve Warmte (WcW) dus niet direct invloed hebben, toch benadrukt Van Elferen het belang van de wet.

“Als hij uiteindelijk niet door de kamer zou komen, dan kunnen wij wel verder met ons project, maar dan is het opeens lokale politiek die al die garanties afgeeft, dat het gemeentelijk en betaalbaar is. Ik zou het heel slecht vinden als we in Nederland een soort allegaartje aan overheden krijgen die allemaal andere afspraken maken hun inwoners.”

Toch ziet de wethouder een punt dat anders kan worden aangepakt bij de realisatie van de komende warmtenetten. “We hebben echt heel veel met de buurt gepraat. En toch stel ik vast dat we nog meer met de buurt moeten praten”, zegt van Elferen. “Omdat er nog steeds onrust kan ontstaan als gevolg van desinformatie of als mensen vang zijn dat het heel snel veel duurder wordt. Allemaal dingen die we in mijn ogen keihard hebben gegarandeerd, maar blijkbaar helpt het toch als we dat nog een keer in de wijk gaan vertellen.”

Al met al is het opzetten van een warmtenet niet eenvoudig. “Ik denk dat je een wethouder nodig hebt die het écht wil, mede-eigenaren nodig die het écht willen, corporaties die het écht willen. Als je geen zin hebt om je hier bestuurlijk voor in te spannen, en dat geldt voor al die partijen, dan komt het er niet”, aldus Van Elferen. “Maar dan ben ik er ook wel weer optimistisch over, want dit is gewoon het beste voor de inwoners, de planeet en Nederland. Dus we gaan het gewoon doen wat mij betreft.”