Onderzoekers pleiten voor een scherpere risicoafweging om netcongestie te gaan
19.09.2024 Sjoerd Rispens
Door de snelle elektrificatie in Nederland treedt steeds meer netcongestie op, waardoor het elektriciteitsnet in grote delen van Nederland steeds sneller vol raakt. Dit heeft grote maatschappelijke en economische gevolgen. Om het stroomnet beter te benutten hebben onderzoekers van Boston Consultancy Group zes maatregelen beschreven in het rapport ‘Haal de kink uit de kabel.’
Netcongestie zorgt naast overbelasting voor nog mee problemen, beginnen de onderzoekers hun rapport. “Het blokkeert de Nederlandse verduurzamingsagenda. Dat kost afgerond zo’n 1 tot 1,5 miljard euro per jaar. Het zorgt ervoor dat we duurzame opwekcapaciteit niet aan kunnen sluiten op ons stroomnetwerk en het belemmert de elektrificatie van bedrijven en woningen.”
“Alleen al op het middenspanningsnet kan meer dan 3 GW aan duurzame opwekcapaciteit nu niet worden toegelaten, voldoende om 3 miljoen huishoudens van stroom te voorzien.”
Om de problemen van netcongestie op te lossen werken de onderzoekers zes interventies uit. De eerste interventie die de onderzoekers voorstellen is het stimuleren van flexibilisering van bestaande contracten. De afgelopen jaren zijn verschillende mechanismen geïntroduceerd om de flexibilisering van transportcapaciteit te stimuleren, zoals alternatieve transportrechten. Door de piekbelasting beter te spreiden, en daarmee de pieken af te vlakken, kunnen meer gebruikers toegang krijgen tot het stroomnet, redeneren de onderzoekers.
Om binnen bestaande contracten flexibiliteit te realiseren, moeten gebruikers een passende beloning ontvangen voor de baten die zij door flexibilisering mislopen. Zo wordt voorkomen dat meer flexibiliteit vooral leidt tot productievervagingen. In de praktijk betekent dit dat netbeheerders bestaande gebruikers met een firm ATO met een aantrekkelijk bod moeten verleiden om over te stappen naar een non-firm ATO of CBC.
Risico’s mitigeren
De tweede interventie is het benutten van tijdelijke leegstand. Om ruimte te creëren, kunnen netbeheerders meer risico nemen in deze prognose door niet uit te gaan van het piekverbruik maar van bijvoorbeeld 95% of 90% daarvan. Als in de toekomst het verbruik op piekmomenten toch 100% van de prognose betreft, kan dit worden opgevangen met congestiemanagement of, in het uiterste geval, curtailment. De ruimte die hiermee ontstaat voor woningbouw en bedrijven weegt op tegen het risico dat hierdoor in de toekomst niet alle contracten kunnen worden nagekomen.
Om het risico verder te mitigeren, en mogelijk zelfs extra ruimte te creëren, kan ook blijvend worden ingezet op energiebesparende maatregelen en zo de groei van benodigde capaciteit onder bestaande gebruikers te beperken. Dit kan bijvoorbeeld door de energiebesparingsplicht uit te breiden of aan te scherpen en innovatie op het gebied van energiebesparing te stimuleren.
Een andere interventie die de onderzoekers voorstellen is om een scherpere risicoafweging te hanteren op het gebied van leveringszekerheid. Ze benadrukken dat ze zeker niet lichtzinnig pleiten voor interventies die impact hebben op levenszekerheid, maar de situatie zal volgens de onderzoekers zo nijpend worden dat het niet anders kan. Het kan volgens de onderzoekers op twee manieren.
Allereerst kan men nieuwe gebruikers toelaten op de storingsreserve zoals dat nu al in bepaalde gebieden wordt gedaan specifiek voor partijen die elektriciteit opwekken. De tweede manier om de risicocapaciteit te benutten, is om de risicobuffers te verminderen. Om de leveringszekerheid te garanderen, hanteren netbeheerders vaak buffers, bijvoorbeeld door meer flexibele capaciteit in te kopen dan ze verwachten nodig te hebben.
De vierde interventie die de onderzoekers voorstellen is het verhogen van de belasting van assets op de grootste knelpunten. Het zwaarder belasten verhoogt de kans op storingen en kan niet overal worden toegepast. Zo komen assets die aan het eind van hun levensduur zijn hier niet voor in aanmerking en is het niet verstandig het toe te passen op zeer kritieke en moeilijk te vervangen assets, zoals hoogvoltage transformatoren. Desondanks kan men, door de belasting van niet-kritieke assets te verhogen, op korte termijn gericht de druk verlichten op plekken waar dat grote maatschappelijke voordelen biedt.
Toewijzing
Tevens moeten de flexibele assets goed gebruikt worden, aldus de onderzoekers. Nog efficiënter is het om bestaande assets slim in te zetten om de belasting van het net tijdens piekmomenten te verminderen. Als voorbeeld geven de onderzoekers stuurbare zonnepanelen, die op afstand uitgezet kunnen worden. Of warmtepompen die hun buffervaten kunnen verwarmen voor naderende piekmomenten en aan hybride warmtepompen die tijdens piekmomenten over kunnen schakelen op gas.
Tot slot raden de onderzoekers aan om de toewijzing van de beschikbare capaciteit te versnellen. Nu geldt voornamelijk first come, first serve, in lijn met het Europese non-discriminatiebeginsel. Het komt hierdoor regelmatig voor dat er in een gebied nog wel ruimte is, maar dat deze ruimte onbenut blijft.
De onderzoekers geven een fictief voorbeeld van een gebied nog ruimte is voor 20 MW en dat de aanvrager vooraan in de wachtrij om een aansluiting van 30 MW vraagt. Pas zodra de aanvrager vooraan in de wachtrij niet akkoord gaat met een kleinere aansluiting die wel past binnen de beschikbare ruimte mag de netbeheerder het aanbieden aan de volgende in de wachtrij. Dit proces is zeer tijdrovend en hierdoor blijft beschikbare ruimte te lang onbenut.