PBL: ‘Betaalbaarheid en kostenverdeling blijven belangrijkste aspecten van aardgasvrij verwarmen’

27.08.2024 Jan de Wit

PBL: ‘Betaalbaarheid en kostenverdeling blijven belangrijkste aspecten van aardgasvrij verwarmen’
©Deltares

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft onderzocht welke beleidsopties voor aardgasvrije wijken burgers meer of minder aanvaardbaar vinden. In Aardgasvrij: een goed idee, maar ... Hoe legitiem vinden burgers beleidskeuzes in de warmtetransitie? concludeert PBL dat betaalbaarheid en kostenverdeling nog altijd de belangrijke pijnpunten zijn, anders vinden burgers het beleid niet aanvaardbaar.

Om erachter te komen wat Nederlandse burgers zien als legitieme, aanvaardbare beleidsopties heeft PBL ruim tweeduizend mensen variërende combinaties van opties voor aardgasvrij beleid voorgelegd met de vraag hoe legitiem ze die vonden als ze dachten aan de belangen van iedereen. Daarna zijn de achterliggende motivaties hiervoor onderzocht in gespreksgroepen.

Hieruit blijkt dat een grote meerderheid het legitiem vindt dat de overheid überhaupt beleid maakt om Nederland richting aardgasvrij verwarmen te sturen. Voor liefst 88 procent is het minder afhankelijk worden van andere landen een belangrijk argument. Daarnaast noemde 76 procent klimaatverandering als een belangrijke reden.

Hoewel een ruime meerderheid zich dus kan vinden in het belang van aardgasvrij verwarmen en de noodzaak om hier beleid op te maken, blijkt het lastiger om hier concreet invulling aan te geven. Vragen als waar warmtenetten komen, wie daarvan de eigenaren zijn en hoe de kosten van warmte-investeringen en verbruik moeten worden verdeeld leiden tot onzekerheid bij burgers.

De kostenverdeling blijkt “zeer bepalend” voor hoe legitiem burgers het beleid vinden, waarbij er rekening moet worden gehouden met de draagkracht van verschillende huishoudens: de sterkste schouders zouden de zwaarste lasten moeten dragen. Ook vinden burgers het belangrijk dat aardgasvrij verwarmen niet te duur wordt en dat er niet té grote prijsverschillen ontstaan tussen verschillende wijken.

Het huidige overheidsbeleid neemt de zorgen van burgers over de betaalbaarheid en kostenverdeling van de warmtetransitie niet weg. Burgers verwachten dan ook vier zaken van de overheid: dat die de regie neemt, de burger ontzorgt, de kosten rechtvaardig verdeelt en dat dit gebeurt met consistent beleid. Het vertrouwen van burgers in de overheid en het energietransitiebeleid is namelijk laag, mede dankzij inconsistent beleid, waarbij de salderingsregeling vaak wordt aangehaald.

PBL concludeert dan ook dat de Rijksoverheid een grotere rol zal moeten nemen om collectieve voordelen voor de lange termijn te laten samengaan met individuele voordelen op de korte termijn. Gemeenten hebben bijvoorbeeld meer regie gekregen in het realiseren van de lokale warmtetransitie met de Transitievisies Warmte, maar hebben tegelijk niet de middelen om de zorgen over kosten bij burgers weg te nemen en raadsleden genieten weinig vertrouwen van hun gemeenteleden. Ook hebben veel gemeenten nog altijd onvoldoende duidelijke keuzes gemaakt met hun transitievisie.

“Dit speelt bijvoorbeeld in gevallen als een lokaal warmtenet collectief de goedkoopste optie is, maar bewoners individueel goedkoper uit zijn met individuele warmtepompen. Sturen op de laagste maatschappelijke kosten is een uitgangspunt van het Klimaatakkoord, maar zonder grotere rol voor de Rijksoverheid dreigt dit niet van de grond te komen”, aldus het PBL.

Uit het PBL-onderzoek blijkt ook dat burgers er moeite mee hebben wanneer warmtenetten eigendom zijn van commerciële bedrijven. Een warmtenet in publieke handen wordt meer geaccepteerd. Hoewel dit in lijn is met het overheidsbeleid, waarschuwen de huidige eigenaren van de warmtenetinfrastructuur dat de businesscase voor warmtenetten hierdoor verdwijnt, waardoor er dan ook weinig lijkt te gaan veranderen aan de huidige bouwstop.