Strijd om warmtenetten nadert kookpunt, Jetten wil energiebedrijven op afstand

21.10.2022 Jan de Wit

Strijd om warmtenetten nadert kookpunt, Jetten wil energiebedrijven op afstand
©Ennatuurlijk

Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, wil wettelijk vastleggen dat in de toekomst alleen gemeenten nog eigenaar kunnen worden van warmtenetten, dat meldt NRC op basis van een rondgang langs diverse ingewijden. Dat zal betekenen dat energiebedrijven buitenspel worden gezet, Eneco en Vattenfall reageren dan ook gepikeerd. Eneco: “Het kabinet vertraagt de warmtetransitie.”

Het debat waar het eigendom van warmtenetten moet komen te liggen speelt al enige tijd en lijkt nu beslist te worden door minister Jetten. Hij wil dat de netten in publieke handen komen te liggen. In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat er in 2030 een half miljoen nieuwe aansluitingen op warmtenetten zijn gerealiseerd.

Vrijdag staat zijn voorstel voor de nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening op de agenda voor de ministerraad. Door commerciële energiebedrijven op afstand te zetten komt hij tegemoet aan de wens van de Tweede Kamer. In de toekomst kunnen energiebedrijven nog wel een minderheidsbelang verwerven in een warmtenet.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) deed eerder ook al een vergelijkbare oproep aan de Tweede Kamer: “De infrastructuur van warmte moet net als bij aardgas en elektriciteit in handen van de overheid zijn. Gemeenten willen dat dat publieke eigenaarschap bij wet wordt geregeld.”

Volgens de VNG worden publieke belangen het beste gediend als er met publieke middelen wordt geïnvesteerd in warmtenetten. Er wordt ook mee “voorkomen dat marktmonopolisten de dienst uitmaken op vitale infrastructuur”. De organisatie stelt dat overheidsinvestering in publieke infrastructuur op de lange termijn goedkoper is voor de burger, en dat is goed voor het draagvlak.

“Aan de overheden de taak om te voorinvesteren in een publieke vitale warmte-infrastructuur waardoor een bijdrage kan worden geleverd aan de betaalbaarheid.”

Lees ook: Warmtenetten moeten volgens Jetten van privaat naar publiek eigendom

Jetten liet in juni zelf ook al doorschemeren een voorkeur te hebben voor publiek eigendom, maar stelde daarbij wel als voorwaarde dat het de energietransitie niet mag vertragen en dat gemeenten de eigenaarsrol aankunnen.

Commerciële warmtepartijen vrezen al voor onteigening
Eneco wijst echter op een recent onderzoek van PWC dat uitwijst dat verplicht publiek eigendom de warmtetransitie zal vertragen. De hoofdconclusie van het onderzoek is dat het doel voor 2030 van 500.000 nieuwe aansluitingen hiermee “waarschijnlijk onhaalbaar” wordt, schrijft Energie-Nederland.

Er zou volgens het adviesbureau 5,6 miljard euro nodig zijn om in 2030 een half miljoen woningen aan te sluiten op een warmtenet, ook komen daar de kosten voor de ontwikkeling van nieuwe, duurzame warmtebronnen nog bovenop. “Verder tast de beoogde grotere rol voor commerciële netwerkbedrijven – die onderdeel zijn van de gereguleerde netbeheerdersconcerns – het gelijke speelveld in de warmtemarkt aan.”

Volgens PWC zorgt het voor financiële risico’s voor gemeenten en schiet hun realisatiekracht tot tenminste 2030 te kort. Daarbij wijst Eneco op zijn eigen rol als launching customer van transportleiding WarmteLinq door hier als eerste partij een transportovereenkomst te sluiten met de Gasunie.

Lees ook: Bouw WarmtelinQ van start

Concullega Vattenfall spreekt van een “onwerkbare situatie voor private warmtebedrijven” en lijkt nogal hard van stapel te lopen door al te beginnen over “de wijze van onteigenen van bestaande private warmtenetten naar publiek eigendom”. Ook zegt het bedrijf geen nieuwe warmtenetten meer te ontwikkelen en de uitbreidingsactiviteiten op bestaande warmtenetten on hold te zetten.

Nederlandse pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM, dat een 80-procent aandeelhoudersbelang in Ennatuurlijk heeft, is eveneens not amused. PGGM wijst op de honderden miljoenen euro’s die zij al hebben geïnvesteerd in warmtenetten.

“Om het financiële belang te borgen van drie miljoen pensioenfondsdeelnemers (een vijfde van de Nederlandse huishoudens) bij deze investering, is een passend rendement nodig en zeggenschap in de vennootschap die het kapitaal aanwendt. Zonder die zeggenschap is het onverantwoord het geld van de deelnemers beschikbaar te stellen”, zo stellen zij.

“Door de plannen van de minister zijn de onzekerheden voor de lange termijn immers te groot. Als het tot een gedwongen verkoop van onze leidingnetwerken komt, leidt dit ontegenzeggelijk tot waardeverlies – en dus ook schade voor onze deelnemers.”

Wat nu, wie heeft er gelijk?
Het lastige aan deze discussie is dat er voor beide kanten wel wat valt te zeggen. Bedrijven die op winst gericht zijn, hebben een grotere innovatieprikkel, maar een te grote winst kan weer nadelig uitpakken voor de burger. In het licht van een langjarige energietransitie kan dat negatief uitpakken voor de energietransitie.

Het gaat ook om vitale energie-infrastructuur. Als daar problemen mee ontstaan wordt er ook naar de overheid gekeken door de burger. Dat deze daarom een stevige vinger aan de pols wil houden is daarom niet onbegrijpelijk.

Problematisch wordt het als de commerciële warmtebedrijven hun voornemen doorzetten om geen nieuwe warmte-infrastructuur aan te leggen. Ongeacht de toegestane grootte van hun aandeel in warmteprojecten, de overheid rekent wel op hun kennis en kunde.

Al met al lijkt er toch vooral een meer werkbaar compromis te moeten komen om alle partijen weer aan de slag te laten gaan. En snel, want 2030 en 2050 naderen met rasse schreden.