Om meer vaart te zetten achter de ontwikkeling van duurzame warmtenetten gaan Techniek Nederland en Energie-Nederland samenwerken. Hiervoor hebben de brancheorganisaties de overeenkomst Samenwerken aan de kwaliteit van duurzame warmtenetten getekend. Uiteindelijk moet dit leiden tot installatiebedrijven die zich bezighouden met het plaatsen van afleversets in aangesloten woningen. Ook moet de installatiekwaliteit hiermee beter zijn gewaarborgd.

Om een woning aan te sluiten op een warmtenet is er een afleverset nodig die de woning van warmte en tapwater kan voorzien. Hiervoor heeft InstallQ een erkenningsregeling Afleversets ontwikkeld, ter aanvulling op de erkenning Warmteafgiftesystemen van gebouwgebonden verwarmingsinstallaties.

Tot 2030 moeten er een half miljoen woningen worden aangesloten op warmtenetten, maar er komen er slechts enkele tienduizenden per jaar bij. Om het tempo op te schroeven gaan Techniek Nederland en Energie-Nederland nu samenwerken. De erkenningsregeling Afleversets wordt daarbij de norm.

“Installateurs spelen een cruciale rol in de energietransitie. Dat geldt ook bij warmtenetten. We willen de bekendheid van de werkzaamheden en van de erkenningsregeling Afleversets vergroten. Als méér installateurs actief worden in deze markt, zorgt dat voor meer snelheid in de ontwikkeling van duurzame warmtenetten”, aldus Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland.

Daarnaast komt er een gezamenlijk kwaliteitskader voor het aanleggen, aansluiten en beheren van afgifte-installaties aangesloten op warmtenetten. Ten slotte gaan beide brancheorganisaties warmtebedrijven actief adviseren om in de opdrachtenverlening voor stadswarmtenetten te kiezen voor erkende installatiebedrijven.

“In de samenwerkingsovereenkomst met Techniek Nederland staat dat warmtebedrijven de voorkeur geven aan het werken met erkende installateurs en dat in hun opdrachten zullen uitvragen. Op die manier stimuleren we vakmanschap, ontstaan er minder storingen en dragen ook installateurs bij aan een snellere warmtetransitie”, stelt Cora van Nieuwenhuizen, voorzitter van Energie-Nederland.