Tien jaar energiebank: impact is groter dan alleen energierekening
09.10.2025 Evelien Schreurs

Vanuit de 25 energiebanken die Nederland heeft, gaan energiecoaches langs bij huishoudens die met energiearmoede te maken hebben. Ze brengen kleine energiebesparende maatregelen aan, maar helpen huishoudens vooral om met gedragsveranderingen energie te besparen. In de tien jaar dat de energiebank bestaat, is bewezen dat de aanpak werkt, en naast energiebesparing nog een veel bredere maatschappelijke impact heeft.
Tien jaar geleden ontstond het idee voor de Energiebank op een heidag van Alliander. Vanuit het idee dat de energietransitie van iedereen is, maar dat niet iedereen mee kan komen. Het plan was dat mensen die stroom overhouden, bijvoorbeeld van de opwek van hun zonnepanelen, dat geven aan mensen die moeite hebben met het betalen van de energierekening. In de praktijk bleek dat plan lastig, qua regelgeving en energiebelasting, maar het idee voor de Energiebank bleef overeind.
Zo werd de eerste energiebank opgezet, in de vorm van energiecoaches en fixbrigades die bij mensen langsgaan om ze te helpen met het verlagen van de energierekening. Deze energiecoaches zijn eigenlijk drie beroepen in één: monteur, leerkracht en sociaal maatschappelijk werker.
Het tienjarig bestaan wordt gevierd in Arnhem, waar de eerste energiebank werd opgericht. Marieke Vollering, voorzitter van de Energiebank, bedankt de vrijwilligers die ervoor zorgen dat mensen kunnen genieten van een warm thuis zonder de zorgen van een energierekening. De tien jaar energiebank zijn daarom een moment dat gevierd mag worden. Tegelijkertijd benoemt Vollering dat het een dubbel gevoel is. Want de Energiebank werd opgericht uit noodzaak, en die noodzaak is er nog steeds: ruim een half miljoen huishoudens hebben te maken met energiearmoede. Ze noemt dat een oncomfortabele waarheid, want uiteindelijk moet de Energiebank overbodig worden.
Dat de gedragsinterventies van de energiebank helpen was in de praktijk al te zien, maar werd afgelopen zomer zwart op wit duidelijk uit onderzoek van TNO. Onderzoek op basis van microdata van het CBS liet zien dat huishoudens in energiearmoede die bezoek hebben gehad van een energiecoach, gemiddeld 10,1 procent minder gas en 7,8 procent minder elektriciteit gebruiken. Gemiddeld besparen ze daarmee 215 euro per jaar op hun energierekening.
Sociale impact
De impact van de energiebank reikt echter nog verder. Uit het onderzoek van TNO bleek dat het bezoek van de energiecoach huishoudens ook kan helpen bij het voorkomen van schulden, sociaal isolement wordt voorkomen en zorgt voor meer werkgelegenheid. Ook werd impact op fysieke en mentale gezondheid gezien, voor een verscheidenheid aan aandoeningen, maar met name voor reuma en astma patiënten, zij kunnen respectievelijk met 52 en 31 procent minder medicijnen af.
Die impact is zo groot, en breder dan energie, omdat de energiecoaches achter de voordeur komen bij mensen die de deur misschien liever niet meer openen voor andere instanties. Veel mensen die leven in energiearmoede hebben namelijk ook te maken met andere zorgen, zoals schulden, gezondheidsproblemen of eenzaamheid.
De impact van energiecoaches is uniek, juist omdat zij werken vanuit gedragsverandering, legt Koen Straver uit, die voor TNO werkte aan het onderzoek naar de impact van energiecoaches. Hij zegt de positieve gezondheidseffecten niet automatisch bij renovaties te zien, omdat bij zo’n renovatie gedragsveranderingen zoals het belang van ventileren niet aan bod komen.
Energiecoach van de toekomst
De hulp van energiecoaches zal in ieder geval de komende jaren nog nodig zijn. Met stijgende energieprijzen is het risico dat het aantal mensen in energiearmoede ook zal toenemen. TNO verwacht dat de energiekosten inderdaad zullen toenemen, onder andere door het nieuwe emissiehandelssyteem (ETS-2) en de kosten van het uitbreiden van het stroomnet. Anderzijds zal verdere verduurzaming zorgen voor een lager energiegebruik voor (energiearme) huishoudens.
Op de tienjarige viering van de energiebank wordt ook nagedacht en gediscussieerd over manieren waarop energiehulp in de toekomst kan worden georganiseerd. Zo kan de rol van energiecoach groter worden en bijvoorbeeld veranderen van aanbrengen, informeren en signaleren, naar verbouwen, adviseren en coördineren.
Bij het nadenken over de toekomst van energiecoaches speelt die brede impact ook een belangrijke rol. Een holistische aanpak, waarin niet alleen energie maar bijvoorbeeld ook gezondheid aan bod komen, is belangrijk volgens sommigen. Ook bijvoorbeeld om financiële bijdragen te krijgen uit potjes waar door energiecoaches voor besparing zorgen (zoals gezondheid). Echter wordt daarbij geconcludeerd dat zo’n soort aanpak nou eenmaal niet is hoe er in Den Haag wordt gewerkt.
Niet alleen uit Den Haag, maar juist hulp vanuit gemeenten is cruciaal gebleken voor energiebanken. Bijvoorbeeld om vertrouwen en ruimte te geven om de energiebank haar werk te laten doen. En ambtenaren met lef bleken nodig om energiebanken op te richten.
Verder wordt op de viering van het tienjarig bestaan van de energiebank opnieuw de hand geschud tussen Alliander en de Energiebank. De twee organisaties werkten al samen, maar doen nu opnieuw de toezegging om samen goed te kijken naar situaties waarin huishoudens (dreigen) afgesloten te worden van energie, en of er mogelijkheden zijn om samen een oplossing te vinden om afsluiting te voorkomen.
Nu tien jaar verder wordt teruggegrepen naar waar de energiebank mee begon. Toentertijd was het energiedelen niet mogelijk, maar nu met de energiewet kan dat wel. Momenteel wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn.



























