Uitkomsten COP30: meer geld voor kwetsbare landen maar geen uitsluitsel over fossiele brandstoffen
25.11.2025 Gijs de Koning

Afgelopen week is de COP30 in Belém voltooid met het slotakkoord. Het akkoord wordt dit jaar niet zozeer getekend door wat er wél in staat, maar door wat er niet in staat. Na twee weken onderhandelen en een verlenging die tot zaterdagochtend duurde, zijn er namelijk geen concrete plannen gemaakt over het uitfaseren van fossiele brandstoffen.
Tijdens COP28 in Dubai werd er tegen alle verwachtingen in een afspraak gemaakt over de transitie van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen. Hoe dit exact moest gaan gebeuren werd in dat slotakkoord nog niet genoemd, maar het feit dat er überhaupt een consensus werd bereikt over de overgang van fossiel naar hernieuwbaar maakte COP28 een historische editie.
De hoop voor COP30 was dat de plannen om fossiele brandstoffen te gaan vervangen voor hernieuwbare energie van COP28 concreet zouden worden gemaakt met doelen en afspraken in het slotakkoord maar dit is niet gebeurd. In het slotakkoord worden zelfs geen expliciete verwijzingen gemaakt naar fossiele brandstoffen.
De voornaamste reden dat fossiele brandstoffen niet zijn genoemd in het slotakkoord is dat dit is tegengewerkt door landen die economisch afhankelijk zijn van olie, kolen en gas, zoals Rusland en Saudi Arabië.
Na lang onderhandelen is er wel besloten om in het slotakkoord te verwijzen naar fossiele brandstoffen door ‘het UAE consensus’ (een benaming voor de uitkomst van COP28), wel te benoemen in het slotakkoord.
De COP30 heeft er wel toe geleid dat verschillende landen gaan werken aan een routekaart voor het afschaffen van fossiele brandstoffen, met Brazilië aan het roer. Dit is grotendeels een vrijwillige overeenkomst. De uitkomsten hiervan zullen volgend jaar worden gedeeld.
1,5 graad opwarming
Het belangrijkste doel van elke COP is natuurlijk het aanpakken van de opwarming van de aarde. Ook hierover is weinig concreet geworden in het slotakkoord. Eerder bleek al uit rapporten dat het onwaarschijnlijk is dat het streefdoel van het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 graad niet zou worden gehaald.
Historisch aan de COP30 is dat er in het slotakkoord wordt gesproken over het niet halen van de 1,5 graad doelstelling. In de tekst staat namelijk dat de ondertekenende partijen benadrukken “dat de risico’s en gevolgen van klimaatverandering aanzienlijk lager zullen zijn bij een temperatuurstijging van 1,5 graad Celsius in vergelijking met 2 graden Celsius en herhaalt zijn vastberadenheid om inspanningen te blijven leveren om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 graad Celsius, om zowel de omvang als de duur van een eventuele overschrijding van die temperatuur te beperken, en om adaptatiekloven te dichten.”
Om dit te bereiken werd de ‘Belém Mission to 1.5’ gelanceerd. In dit initiatief kregen de COP 30- en 31-voorzitterschappen de opdracht om uiterlijk bij COP 31 een rapport op te leveren over het versterken van ambitie en de uitvoering van landelijke klimaatcontributies (NDC’s). Er is echter geen duidelijk aanknopingspunt opgesteld naar hoe dit rapport dan weer moet aansluiten op de volgende COP.
De slottekst lanceerde ook de ‘Global Implementation Accelerator’, die bedoeld is om de uitvoering van klimaatbeleid te versnellen om te opwarming van de aarde te beperken en landen te ondersteunen bij de implementatie van hun NDC’s. Deze twee processen zouden, als ze goed worden ontworpen en uitgevoerd, nog steeds stappen kunnen bieden richting een routekaart om af te stappen van fossiele brandstoffen.
Een belangrijk besluit dat wel is genomen, is het steunen van ontwikkelingslanden. In het slotakkoord is opgenomen dat de financiering voor klimaatadaptatie in ontwikkelingslanden wordt verhoogd van 120 miljard dollar naar 300 miljard dollar per jaar. Dit start wel pas in 2035 in plaats van 2030.
EU-klimaatcommissaris Wopke Hoekstra stelde na afloop van de COP: "We hadden graag meer gewild. Er is immers meer actie nodig in de strijd tegen de klimaatverandering.” Toch ging de EU uiteindelijk akkoord met de slotverklaring. "We hebben de eindtekst toch gesteund omdat het een stap in de juiste richting is. We moeten schouder aan schouder staan met de armste landen."




























