Onlangs publiceerde Berenschot, in opdracht van Energie Beheer Nederland (EBN), Bouwend Nederland, netbeheerder Stedin en de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), een voorbeeldcasus in het oude stadscentrum van Den Haag. Hierin werden de meerkosten van all-electric warmtepompen vergeleken met warmtenetten, waaruit de conclusie werd getrokken dat de nationale meerkosten van all-electric warmtepompen 40 procent hoger liggen. Maar alleen all-electric warmtepompen vergelijken met warmtenetten is “te beperkt” stelt de Vereniging voor Duurzame Warmte en leidt “tot onnodige verwarring”.

Uit de vergelijking tussen all-electric warmtepompen en een warmtenet in het oude stadscentrum in Den Haag, trok Berenschot de conclusie dat de nationale meerkosten voor all-electric warmtepompen 40 procent hoger liggen dan voor warmtenetten. Hoofdzakelijk omdat de kosten voor netverzwaring 30 procent hoger zijn.

De Vereniging voor Duurzame Warmte stelt dat de onderzoeksopzet te beperkt is omdat er meerdere typen warmtepompen zijn. Daarbij refereert de vereniging met name aan de hybride warmtepomp die – mits slim ingezet – lokale netcongestie juist kan voorkomen, gemiddeld 75 procent gas bespaart en in de toekomst op groen gas kan draaien.

Berenschot stelt echter dat groen gas in 2050 slecht beschikbaar is en niet ingezet moet worden in de binnenstad van Den Haag. “Dat is een voorbarige conclusie”, aldus de Vereniging voor Duurzame Warmte. “De 9 miljard kubieke meter aardgas die nu nodig is voor de verwarming van de gebouwde omgeving wordt met toepassing van hybride teruggebracht tot 2 miljard kubieke meter.” Het niet meenemen van de hybride zou daarom “een vertekend beeld” geven en leiden “tot onnodige verwarring”.