Warmtenet impopulair: hoge kosten en geen keuzevrijheid frustreren huiseigenaren

26.06.2025 Gijs de Koning

Warmtenet impopulair: hoge kosten en geen keuzevrijheid frustreren huiseigenaren

Uit onderzoek van TNO en Vereniging Eigen Huis blijkt dat slechts 30 procent van de woningeigenaren positief is over hun aansluiting op het warmtenet. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de prijs die de woningeigenaren moeten betalen voor hun warmte en de monopolies van de aanbieders. De belangenvereniging pleit daarom voor meer zekerheid over de prijs van een aansluiting op het warmtenet.

Het onderzoek is uitgevoerd onder 2197 huiseigenaren. Hiervan geeft 60 procent aan het huis te verwarmen met een gasketel en 21 procent gebruikt een (hybride) warmtepomp. Ongeveer 11 procent geeft aan aangesloten te zijn op een warmtenet. Het restant gebruikt andere middelen om het huis warm te houden zoals een airco, palletkachel, infraroodpanelen, bodemwarmte, blokverwarming of een houtkachel.

Van de ondervraagden met een aansluiting op het warmtenet geeft 6 procent aan “zeer positief” hierover te zijn en 24 procent geeft aan hier “positief” over te zijn. Ongeveer 34 procent van de ondervraagden staat neutraal tegenover het warmtenet, 16 procent is “negatief” over het warmtenet en 11 procent is “zeer negatief”.

Aan alle ondervraagden is voorgelegd wat ze vinden van het bedrag dat ze betalen voor het verwarmen van hun woning. Opvallend is dat het grootste gedeelte van de ondervraagden met een warmtenet aangeeft dat dit bedrag “veel te hoog” is, namelijk 43 procent. Terwijl dit voor ondervraagde met een gasketel of warmtepomp lager ligt, namelijk respectievelijk 8 en 3 procent.

Het merendeel van de huishoudens met een gasketel of warmtepomp geeft aan het bedrag “redelijk” te vinden (65 en 79 procent respectievelijk). Het aandeel aan huishoudens met een warmtenet dat aangeeft dat ze het bedrag voor het verwarmen “redelijk” vinden is 19 procent.

Oorzaken van de negativiteit
Volgens het onderzoek zijn er een aantal redenen waarom de n negatief staan tegenover warmtenetten. De belangrijkste redenen zijn het monopolie wat aanbieders van warmtenetleveranciers vaak hebben, de hoge kosten die een warmtenet met zich mee brengt, het gebrek aan controle over de kosten en de ondoorzichtige kostenstructuren. Ook zijn er soms technische problemen bij de warmtenetten volgens de ondervraagden en zijn er twijfels over de duurzaamheid en efficiëntie.

Toch is er, onder de ondervraagden, ook een ongeveer even grote groep die positief staat tegenover warmtenetten. Zij geven aan te waarderen dat er gebruik wordt gemaakt van restwarmte, er wordt bijgedragen aan de duurzaamheid van de warmtevraag en dat ze bijdragen aan de energietransitie.

Nieuwe Wet collectieve warmte
Een van de stellingen waar de ondervraagden op reageren is: “het plan om tarieven te baseren op de werkelijke kosten van het warmtenet in uw gebied kan zorgen voor verschillen tot 100 euro per maand. Dit betekent dat huishoudens op het ene warmtenet minder zullen betalen dan mensen op het andere warmtenet.” Op de vraag “wat vindt u van deze verschillen?” reageerde 27 procent met “acceptabel” en 59 procent met “niet acceptabel”.

Deze stelling doelt op de nieuwe bepaling in de Wet collectieve warmte (Wcw) waarin wordt bepaald dat de tarieven die huishoudens voor het warmtenet betalen mogen worden vastgesteld door de daadwerkelijke kosten die warmtebedrijven maken voor het aanleggen en onderhouden van het net.

Prijsverschillen kunnen ontstaan in warmtenetten doordat er bijvoorbeeld in een gebied minder mensen wonen de kosten kunnen worden verdeeld over een kleiner aantal dan wanneer een warmtenet wordt aangelegd in dichtbevolkte gebieden. Ook zullen de kosten hoger zijn om een warmtenet aan te leggen in de historische binnenstad dan in een nieuwbouwwijk.

Daarnaast is er een maximum gesteld aan het winstpercentage dat warmtebedrijven mogen doorberekenen en komt er een maximumtarief. Hierdoor worden de prijzen voor warmtenetten meer transparant en wordt het aantrekkelijker voor warmtebedrijven om te investeren in de aanleg van de warmtenetten.

Grote prijsverschillen tussen warmtenetten, zoals 100  euro per maand, zijn onwaarschijnlijk omdat warmteleveranciers onder de nieuwe Wet collectieve warmte verplicht worden hun tarieven te baseren op werkelijke kosten, die worden getoetst door Autoriteit Consument en Markt. Hierdoor mogen tarieven wel per net verschillen, maar alleen als dat kostentechnisch verklaarbaar is. Excessieve verschillen worden voorkomen door een gereguleerd maximumtarief per warmtekavel, waardoor betaalbaarheid en redelijke prijsverschillen gewaarborgd blijven.

Oproep Vereniging Eigen Huis
Vereniging Eigen Huis roept naar aanleiding van het onderzoek op om de consument vijf jaar prijsgarantie te geven in plaats van de drie jaar die genoemd wordt in de Wet collectieve warmte. Ook stellen ze voor om te consument het recht te geven om na drie jaar het contract met de warmteleverancier te kunnen ontbinden. Vereniging eigen huis stelt dat: “Dit houdt leveranciers scherp en warmtenetten aantrekkelijk.”