Wat kunnen we leren van Deense warmtenetten?
19.12.2025 Evelien Schreurs

In Nederland stagneert de aanleg van warmtenetten, met de hoge kosten als belangrijke oorzaak. In Denemarken zouden warmtenetten worden aangelegd tegen lagere kosten. Stichting Warmtenetwerk en TNO onderzochten of dat inderdaad zo is, en wat de oorzaken zijn van de lagere kosten.
Denemarken wordt vaak als voorbeeldland gezien wat betreft warmtenetten. Al sinds de jaren ’70 worden er warmtenetten aangelegd in Denemarken. Er zijn dan ook al veel woningen op warmtenetten aangesloten (zo’n 70 procent), de maatschappelijke acceptatie en het vertrouwen in warmtenetten is hoog en warmtenetten maken echt onderdeel uit van het nationale energiesysteem.
“Denemarken heeft een non-profit principe voor warmtebedrijven en kende lange tijd in aangewezen gebieden een aansluitplicht op warmtenetten. De planning en ontwikkeling van warmtenetten gebeurt grotendeels op gemeentelijk niveau”, schrijven de onderzoekers. “Technische oplossingen in Denemarken kenmerken zich door een hoge mate van standaardisatie en integratie met het elektriciteitssysteem.”
Dat is anders dan de situatie in Nederland, concluderen de onderzoekers. Hier zijn nog niet veel woningen aangesloten op een warmtenet, is er stilstand in de aanleg van nieuwe warmtenetten en is er in het algemeen minder vertrouwen in warmtenetten.
Het onderzoek werd uitgevoerd aan de hand van casusanalyses en interviews, waarvan de bevindingen getoetst zijn aan partijen in de Nederlandse warmtesector. Vijf Nederlandse casussen werden voorgelegd aan consultants uit Denemarken. In dit onderzoek is alleen gekeken naar warmtenetten met middentemperatuur, omdat Denemarken vooral daar ervaring mee heeft. “Dit betekent dat niet automatisch alle conclusies ook gelden voor (zeer) lagetemperatuurwarmte”, schrijven de onderzoekers.
Opnemen in energiesysteem
De onderzoekers zien dat er in Denemarken veel aandacht is voor het plannen en ontwerpen van warmtenetten. Er wordt gekeken naar de lange termijn en het energiesysteem als geheel, waardoor warmtenetten als flexibele schakel echt geïntegreerd worden in het energiesysteem. Ze worden bijvoorbeeld gekoppeld aan opslag en duurzame elektriciteitsproductie.
De onderzoekers doen de aanbeveling om warmtenetten niet alleen te zien als manier om te verwarmen, maar ook als manier om flexibiliteit in het energiesysteem te krijgen, door bijvoorbeeld elektriciteitsoverschotten op te vangen. Ook zou opslag expliciet moeten worden meegenomen in subsidies en het ontwerp van warmtenetten.
Standaardisatie
Ook zijn er verschillen op gebied van techniek en uitvoering. In Denemarken is de aanleg van warmtenetten meer gestandaardiseerd, is de aanlegdiepte minder groot en wordt er veel gebruikgemaakt van standaard bochten en componenten voor de aanleg van tracés dan in Nederland. De onderzoekers doen dan ook de aanbeveling om de aanleg van warmtenetten in Nederland meer te standaardiseren.
In Denemarken worden woningen worden vaak bovengronds, buitenshuis, aangesloten en gaat via een ‘kastje’ de woning binnen, naar een warmteafgifteset. In Nederland worden woningen bijna altijd inpandig aangesloten, wat het proces complexer en duurder maakt. De onderzoekers doen de suggestie om te onderzoeken of aansluitingen buiten huis ook een optie zouden zijn in Nederland.
Financiering
Wat betreft financiering zijn er ook belangrijke verschillen te vinden. In Denemarken ligt de focus op betaalbaarheid en stabiliteit, en worden bestaande warmtenetten stapsgewijs verduurzaamd. In Nederland ligt de focus meer op verduurzaming, wat kan zorgen voor hoge investeringskosten en vertraging in de realisatie van een warmtenet.
“Zorg dat CO₂-reductie over de levensduur wordt meegewogen, niet alleen op korte termijn. Focus in eerste instantie op de bijdrage aan betaalbaarheid”, aldus de onderzoekers. Ze doen ook de aanbeveling om te onderzoeken of de afschrijvingstermijn van leidingen verhoogd kan worden van 30 naar 45 jaar.
“In Nederland is men sterk afhankelijk van een versnipperd subsidielandschap, waarbij voor elk onderdeel van het warmtenet apart subsidie moet worden aangevraagd”, zien de onderzoekers. Denemarken doet dat anders. “Projecten worden gefinancierd met goedkoop vreemd vermogen en gemeentelijke garanties, waardoor de rentepercentages laag blijven en de businesscase robuust is.”
Tenslotte is het maatschappelijke draagvlak voor warmtenetten in Denemarken hoger dan in Nederland door de hoge aansluitgraad en het ‘non-profit karakter’ is. Hier hangt het draagvlak sterk af van lokale omstandigheden, concluderen de onderzoekers. Volgens de onderzoekers zou daarom het beeld dat veel Nederlanders hebben over warmtenetten verbeterd moeten worden, onder andere door meer gevoel van urgentie en sociale verantwoordelijkheid te creëren.
“Het werk dat in Nederland wordt verricht aan warmtenetten verdient grote waardering, gegeven de complexe kaders waarin deze projecten tot stand komen”, concluderen de onderzoekers. “Tegelijkertijd blijkt uit de vergelijking met Denemarken dat die kaders op belangrijke punten verschillen, wat invloed heeft op de keuzes die worden gemaakt, de kostenstructuur en uiteindelijk de betaalbaarheid van warmte. De uitdaging ligt nu vooral in de spelregels, terwijl er daarnaast nog optimalisaties mogelijk zijn in techniek en uitvoering. De technische kennis en expertise om deze verbeteringen door te voeren zijn aanwezig.”



























