‘Iedere ondernemer moet ook energieondernemer worden’

28.11.2023 Jan de Wit

‘Iedere ondernemer moet ook energieondernemer worden’

105 gigawatt. Zoveel vermogen aan aanvragen voor netverzwaringen of nieuwe aansluitingen voor elektriciteitsafname liggen er momenteel bij de netbeheerders. Het grootste gedeelte – 75 gigawatt – is aangevraagd voor grootschalige batterijen, maar de invloed van warmtepompen op het elektriciteitsnet en vice versa neemt eveneens toe. Naar verwachting zullen er dit jaar 167.000 nieuwe warmtepompen worden geïnstalleerd in de woningbouw en het is de bedoeling dat dit aantal stijgt naar 300.000 per jaar. Voor het elektriciteitsnet worden warmtepompen een steeds grotere belasting, maar met een andere houding kan het kan ook een deel van de oplossing worden.

In Europa heeft Nederland zowel de meeste zonnepanelen als laadpalen per inwoner en de subsidiepot voor elektrische auto’s is iedere keer in recordtempo leeg. Statistieken die graag worden aangehaald om te demonstreren dat Nederland hard aan de energietransitie werkt, maar het zorgt ook voor een forse belasting van het elektriciteitsnet.

In 2022 werden er 110.000 nieuwe warmtepompen geïnstalleerd in de woningbouw, een groei van 52 procent ten opzichte van de ruim 72.000 geïnstalleerde warmtepompen in 2021. In 2023 zullen er – naar alle waarschijnlijkheid – zo’n 167.000 nieuwe warmtepompen worden geïnstalleerd, een groei van 51,8 procent.

"Het is niet zo dat de zekeringen er nu al massaal uitvliegen door het huidige aantal warmtepompen, maar op lange termijn moet het net wel grootschalig verzwaard worden om de verwachte groei aan te kunnen. Een concreet voorbeeld van wat we nu al wel tegen zijn gekomen, is dat een woningcorporatie al zijn all-electric warmtepompen tegelijkertijd het programma voor legionellapreventie liet draaien”, vertelt Atze Peters, consultant toekomstvast netontwerp bij Alliander.

“Dan klapt het net er wel degelijk uit. Maar dat voorbeeld was gelukkig makkelijk op te lossen door wat beter op de spreiding van de programma's voor legionellapreventie te letten.”

In bestaande woonwijken die voor 2000 zijn gebouwd vraagt het toepassen van warmtepompen in veel woningen al snel om netverzwaring omdat warmtepompen in de praktijk vaak tegelijk draaien, zeker bij aanhoudende kou. In nieuwbouwwijken en bij vervanging wordt daarom vaak al voor een zwaarder netwerk gekozen.

“Meer warmtepompen betekent een grotere elektriciteitsvraag, dus wij gaan de impact zeker steeds sterker voelen. We zien het piekverbruik nu al stijgen, vooral in oude wijken waar het lokale elektriciteitsnet al wat ouder is kan dat problemen geven”, aldus Hans-Peter Oskam, directeur beleid en energietransitie bij Netbeheer Nederland.

“De invloed van zonnepanelen en met name elektrische auto’s is overigens een stuk groter. Tegelijk is het tijdens een piekvraag een stuk vervelender wanneer je een koud huis niet kunt verwarmen met je warmtepomp dan dat je omvormer of laadcyclus tijdelijk uitschakelt.”

De hybride als aanjager van groei én flex
De netbeheerders houden er volgens Oskam rekening mee dat warmtepompen tussen 2025 en 2030 voor “significante problemen” kunnen gaan zorgen, zoals te zware belasting van onderstations met het risico op stroomuitval op piekmomenten. Niet onlogisch, want vanaf 2026 geldt de hybride warmtepompnorm. Dan is het verplicht om bij vervanging van de cv-ketel een efficiënter, duurzamer alternatief te nemen, wat in de praktijk minimaal een hybride warmtepomp betekent.

De hybride warmtepompnorm geldt niet wanneer deze niet past in de woning, niet in staat is om comfortabel en kostenefficiënt te verwarmen of wanneer de wijk binnen tien jaar overgaat op een warmtenet. “Bij doorrekeningen van grote nieuwbouwprojecten of een verduurzaming van een grote woningcorporatie ontwerpen we het elektriciteitsnet voor de komende veertig jaar. Een concrete warmtenetplanning is daarom heel belangrijk voor ons”, zegt Peters.

"Als we weten dat er een warmtenet in de wijk wordt ontwikkeld en het gasnet binnenkort vernieuwd moet worden, kunnen we bijvoorbeeld kijken of we de bestaande netaansluiting aan het gasnet langer in stand kunnen houden om overbodige investeringen te voorkomen."

Keer op keer blijkt echter dat gemeenten te weinig duidelijkheid scheppen over mogelijke warmtenetten in hun Transitievisies Warmte. In juni 2023 concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat burgers daarom steeds vaker zelf al voor een warmtepomp kiezen. Hierdoor neemt vervolgens ook het vollooprisico voor een eventueel warmtenet toe, net als het groeipotentieel voor warmtepompen en daarmee ook de netbelasting van warmtepompen.

Zo blijkt uit onderzoek van Smart Energy Foundation binnen het Demonstratieproject Hybride Warmtepompen dat hybride warmtepompen 40 tot 90 procent gas kunnen besparen, met een gemiddelde van 75 procent. Het gemiddelde elektriciteitsgebruik van de onderzochte woningen nam toe met 2.360 kilowattuur.

In het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2024, een gezamenlijke productie van Dutch New Energy Research (DNE Research) en Warmte365, stelt DNE Research dat de versnellende groei van het aantal geïnstalleerde warmtepompen door de hybride warmtepompnorm nog veel spectaculairder zal gaan toenemen.

In het laagste scenario worden er vanaf 2026 per jaar 240.000 nieuwe warmtepompen geïnstalleerd in de bestaande bouw. In het hoogste scenario zijn dit er 300.000 per jaar vanaf 2026, terwijl warmtepompen in nieuwbouwwoningen hier niet eens in zijn meegenomen.

Kabinet en netbeheerders grijpen drastisch in
De gigantische hoeveelheid aanvragen voor netverzwaringen of nieuwe aansluitingen die nu al bij de netbeheerders liggen hebben het kabinet doen besluiten om ingrijpende maatregelen te nemen. Voor warmtepompen zijn drie zaken van groot belang. Allereerst gaan netbeheerders per wijk in kaart brengen waar congestie zich voordoet en wanneer netverzwaring is gerealiseerd, zodat gemeenten vervolgens aan kunnen geven op welke termijn zij kunnen starten met de wijkgerichte aanpak en welke warmteoplossing zij in welke wijk willen.

Ten tweede worden slim aanstuurbare apparaten de norm. Met hybride warmtepompen kan er immers geschakeld worden tussen gas en elektriciteit. “Elke domme warmtepomp is er een te veel”, stelt Oskam. “We zijn daarom al enige tijd in gesprek met Techniek Nederland, Vereniging Warmtepompen enzovoorts om ze op het hart te drukken vooral slimme techniek te ontwikkelen, bijvoorbeeld met self learning-technologie.”

Daarbij zet het kabinet in op wetgeving, certificering, standaarden en registratie. “Daarbij wordt nader uitgewerkt hoe deze apparaten ook slim met elkaar kunnen communiceren. Op deze manier ondersteunt slimme aanstuurbaarheid de mogelijkheden van huishoudens in de overgang naar meer flexibel en dynamisch gebruik van het net”, schrijft Rob Jetten, demissionair minister voor Klimaat en Energie aan de Tweede Kamer.

Ten derde worden de zogeheten home energy management systems op termijn de standaard voor huishoudens. “Dit vraagt wat van iedereen, maar slim omgaan met energie is ook voor de energierekening van belang. Voor Nederlanders is dat vaak een interessant argument, dus voor fabrikanten kan dit ook een gat in de markt zijn. Daarbij verwachten we dat het aantal dynamische energiecontracten een vlucht gaat nemen”, denkt Oskam.

“Je zou ook kunnen overwegen om geen subsidie te geven voor bepaalde elektrische verduurzamingsmaatregelen in wijken waar het elektriciteitsnet het niet aankan”, oppert Frank Agterberg, voorzitter van de Vereniging Warmtepompen. Hiervoor zou een selectie moeten worden gemaakt omdat een verduurzamingsmaatregel zoals meer woningisolatie de piekvraag juist weer dempt. Ook is de impact van bodem-warmtepompen veel minder dan lucht-warmtepompen.

Wat in ieder geval duidelijk is, is dat burgers moeten worden verleid om te kiezen voor verduurzamingsmaatregelen met een flexibele energievraag. Dat vraagt meer van burgers dan alleen een nieuwe, vaak duurdere verwarmingstechniek aanschaffen, zij zullen ook hun verwarmingspatronen en dus hun gedrag moeten aanpassen. Nu er in Nederland – en andere Europese lidstaten – meer verzet ontstaat tegen versneld energie- en klimaatbeleid is dat geen gemakkelijke boodschap om te verkopen.

Hoewel het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) en het Akkoord van Parijs nauwelijks tot geen ruimte laten om te vertragen is het van het grootste belang om burgers niet van de energietransitie te vervreemden. Zij zien stijgende energieprijzen en een versnellende energietransitie, en eisen van hun politici dat zij dit oplossen. Ook al waren de gestegen energieprijzen hoofdzakelijk een gevolg van internationale ontwikkelingen, zoals de sancties tegen Rusland, zien veel politici uit electorale overwegingen geen andere keus dan het beleid afzwakken.

De nieuwe Duitse verwarmingswet is hier een duidelijk voorbeeld van. Deze kwam er na zware kritiek – op de verplichte uitfasering van fossiele verwarmingssystemen – uiteindelijk in afgezwakte vorm. Als Nederland zijn burgers naar meer flexibele verwarmingssystemen wil bewegen moeten zij worden ontzorgd, zullen de beweegredenen goed moeten worden uitgelegd én de potentiële voordelen. De staat van het elektriciteitsnet laat geen ruimte voor afgezwakt beleid.

Hiervoor zullen netbeheerders ook de juiste prikkels voor kleinverbruikers moeten introduceren en om ervoor te zorgen dat flexibele verwarmingssystemen hier ook daadwerkelijk goed op kunnen schakelen zullen de energiesector en de installatiebranche hun opleidingen hier op moeten aanpassen. Daarbij zullen ook duidelijke veiligheidsafspraken moeten worden gemaakt.

“Je zou je ten slotte ook kunnen afvragen of we een noodgreep mogelijk moeten maken? In Duitsland mogen de netbeheerders warmtepompen op afstand uitschakelen, maar ik denk niet dat dit in Nederland wordt geaccepteerd. Daarnaast is het ook gewoon slecht voor de levensduur van de warmtepomp. Maar als we niks doen gaan warmtepompen het net op een gegeven moment te zwaar belasten. We moeten daarom nu al de opties bespreken en het ons niet laten overkomen”, stelt Agterberg.

De utiliteit is zelf aan zet om met creatieve oplossingen te komen
In de utiliteit speelt netcongestie al langere tijd een grote rol. Voor grootverbruikers is er in (grote delen van) Noord-Brabant, Limburg, Gelderland, Utrecht, Flevoland en een groot deel van de haven van Rotterdam geen ruimte voor nieuwe aansluitingen of uitbreidingen, tenzij een bedrijf kan afschakelen op piekmomenten. In Zeeland en Noord-Holland doet TenneT momenteel congestieonderzoeken, daardoor is hier ook geen ruimte voor nieuwe aansluitingen of uitbreidingen.

“Wie in de utiliteit wil verduurzamen met een warmtepomp loopt al tijden tegen de beperkte netcapaciteit aan. We zien dat zowel modulair geregelde als hybride warmtepompen daarom ook in de utiliteit in opkomst zijn”, aldus Agterberg.

“Dat vergroot de opties en biedt de mogelijkheid om te kunnen afschakelen bij een hoge elektriciteitsvraag en, of hoge elektriciteitsprijzen. Daarbij worden de netbeheerders op hun wenken bediend doordat de hybride warmtepomp is toegevoegd aan de Erkende Maatregelenlijsten energiebesparing (EML), waarop overigens nog te weinig wordt gehandhaafd.”

Thomas Dekker, business developer bij Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn), vermoedt dat het belang van energieopslag in de utiliteit door de verregaande netcongestie nu ook flink zal toenemen. “Bedrijven zoals supermarkten hebben namelijk bedrijfsprocessen die niet stil mogen vallen.” Afschakelen is in de utiliteit niet altijd een optie.

Tegelijkertijd schrijft demissionair minister Jetten aan de Kamer dat hij “gezien de ernst van de situatie” gaat onderzoeken of een gegarandeerde transportcapaciteit een premium product kan worden: “Hiermee wordt continu gebruik van het net dus beprijsd.”

Voor bedrijven met processen die niet stil mogen vallen maken de financiële prikkels voor flexibel netgebruik – die Jetten toezegt te willen onderzoeken – niet uit. Zij zullen moeten kiezen tussen een hogere energierekening en het implementeren van energieopslag.

“Dit zal een enorme innovatiekracht aanwakkeren”, stelt Dekker. “Voor warmteopslag is dit een steun in de rug. Met een warmtebatterij op zouten kun je een warmtepomp bijvoorbeeld twee weken laten overbruggen. Zeker als je het systeem kunt koppelen aan de handelsmarkten kan dat erg interessant zijn.”

Bedrijven zullen ook actief worden aangemoedigd om flexibele contracten af te sluiten en met elkaar samen te werken om stroom op piekmomenten te verdelen. Het kabinet heeft Gerard Schouw hiervoor aangesteld als bestuurlijk aanjager ‘slim met stroom’. NVO-NCW gaat de gevolgen van netcongestie en het handelingsperspectief voor bedrijven communiceren naar alle bedrijventerreinen in Nederland.

Daarnaast stelt het kabinet 166 miljoen euro beschikbaar tussen 2024 en 2030 voor een Stimuleringsprogramma Energiehubs. Deze subsidie kan worden gebruikt voor het aanstellen van regisseurs en voor de ontwikkeling van het onderling delen van data en contracten. Voor creatieve onderlinge oplossingen gaat het right to challenge-principe gelden waarbij bedrijven zichzelf mogen aansluiten op het net als er capaciteit beschikbaar is. Jetten verwacht dat de eerste bedrijven hier begin 2024 van gebruik kunnen gaan maken.

“Het is natuurlijk heel vervelend dat mensen geen kant-en-klare oplossing meer kunnen krijgen, maar iedereen die geen aansluiting of verzwaring kan krijgen kan ook eens een kopje koffie gaan drinken met de buren”, stelt Oskam. “Uit nood geboren zien we zo veel creativiteit ontstaan op bedrijventerreinen, uiteindelijk moet iedere ondernemer nu ook energieondernemer worden.”