60 tot 75 procent van alle woningen worden in de toekomst verwarmd met een warmtepomp
31.05.2023 Daan Jansen
De recent verschenen scenariostudie van Netbeheer Nederland beschrijft vier ontwikkelpaden voor het Nederlandse energiesysteem. In deze analyse laten Warmte365 en Dutch New Energy Research zien wat dit betekent voor warmtetechnieken bij woningen door een kijkje te nemen in de assumpties van het achterliggende model.
Vorige maand heeft Warmte365 al over de studie in algemene zin geschreven. Deze analyse is een verdiepingsslag voor warmtetechnieken bij woningen. De door Netbeheer Nederland gebruikte modellen zijn namelijk openbaar en bieden additionele inzichten die niet te vinden zijn in het rapport zelf.
Lees ook: Zo kan Nederland in 2050 over een klimaatneutraal energiesysteem beschikken
De scenario’s zijn gericht op de periode van 2040 tot 2050, maar vloeien voort uit de scenario’s investeringsplannen 2024 (IP2024). Door deze scenario’s te combineren verkrijgen we niet alleen inzicht in de eindbeelden, maar ook in de mogelijke ontwikkelpaden daar naartoe.
Netbeheer Nederland verwacht dat het aantal woningen gaat groeien van ongeveer 8 miljoen naar 9,2 miljoen in 2050. De grootste veranderingen zien we echter niet in het aantal woningen, maar in de warmtetechnieken die de woningen in de winter warm houden.
Het percentage woningen met een (mono) HR-combiketel daalt van 84 procent in 2020 naar 52 tot 57 procent in 2030, 15 tot 23 procent in 2040, en 0 tot 5 procent in 2050. Afhankelijk van het scenario maakt een (groot) deel van deze ketels gebruik van groen gas. Hetzelfde geldt voor de hybride warmtepomp op gas.
De verschillen tussen de scenario’s worden met name na 2035 goed zichtbaar. In de scenario’s Decentrale Initiatieven (DEC) en Nationaal Leiderschap (NAT) ligt de focus op warmtenetten en all-electric warmtepompen. In het scenario Europese Integratie (EUR) staan hybride warmtepompen op groen gas centraal. Het scenario Internationale Handel (INT) legt de focus op hybride warmtepompen op waterstof.
Ondanks dat de scenario’s grote verschillen laten zien, is het totale aantal warmtepompen in de scenario’s tot met 2035 vrijwel identiek. De cijfers komen bovendien overeen met de prognose die Dutch New Energy Research heeft geschetst in het Warmtepomp Trendrapport. De verschillen tussen de scenario’s zitten dus niet in het totale aantal warmtepompen, maar in het marktaandeel van de verschillende type warmtepompen: all-electric, hybride op aardgas of groen gas, hybride op waterstof, of bodemwarmtepomp.
Vanaf 2040 worden de verschillen tussen de scenario’s groter. In drie van de vier eindscenario’s worden 75 procent van alle woningen verwarmd met een (hybride) warmtepomp. In het andere scenario is dat 60 procent. Het betekent echter niet dat dit allemaal individuele warmtepompen zijn. Blokverwarming is namelijk niet meegenomen als aparte categorie. Blokverwarming met warmtepompen valt dus ook onder deze categorie.
Het aandeel van warmtenetten verschilt sterk tussen de scenario’s. De eindscenario’s laten een bandbreedte zien van 10 tot 30 procent van alle woningen. Op dit moment lijken de scenario’s waar dit getal hoger is (de nationaal georiënteerde scenario’s) het meest waarschijnlijk. Maar dat kan in de toekomst veranderen.
Toch lijkt ook een aandeel voor warmtenetten van 20 tot 30 procent van alle woningen relatief laag. De Startanalyse aardgasvrije buurten 2020 van Planbureau voor de Leefomgeving geeft namelijk aan dat een warmtenet bij 36 procent van de woningen de laagste nationale kosten oplevert. Ook op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat gaat men nog altijd uit van een scenario waarin zowel warmtenetten, all-electric als hybride warmtepompen een derde van de gebouwde omgeving zullen verwarmen.
Lees ook: De warmte-infrastructuur komt in publieke handen, wat zijn de opties?
In de eindscenario’s zijn (hybride) warmtepompen en warmtenetten samen voor 85 tot 95 procent van alle woningen. Het overige deel verschilt sterk per scenario van waterstof, groen gas, tot elektrische bijstook.
De warmtevraagreductie wordt uitgedrukt ten opzichte van een zeer slecht geïsoleerde woning (label G). In 2050 heeft de gemiddelde woning ongeveer (het huidige) label B in het scenario Internationale Handel (INT). Bij Decentrale Initiatieven (DEC) en Europese Integratie (EUR) is dat ongeveer label A. In het geval van scenario Nationaal Leiderschap (NAT) is dat zelfs label A+.
Tot slot is het van belang om in te zien dat er nog grote stappen worden gezet in de periode van 2040 tot 2050. Het Outlook Energiesysteem 2050 van het Expertteam Energiesysteem 2050 heeft onlangs echter laten zien dat Nederland al voor 2045 energieneutraal moet zijn om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Volgens die zienswijze moeten de einddoelen in de 2050 scenario’s dus al voor 2045 gehaald worden. Mogelijk zijn deze scenario’s dus nog niet ambitieus genoeg.