De Club van Wageningen: spelregels voor een eerlijk digitaal energiesysteem
15.12.2025 Gijs de Koning

De energiewereld digitaliseert in razend tempo en dat heeft grote gevolgen voor de warmtevoorziening. Warmtepompen, warmtenetten en gebouwen worden steeds slimmer aangestuurd, vaak door algoritmes waar de gebruiker nauwelijks invloed op heeft. Daarmee ontstaan nieuwe kansen voor efficiëntie en flexibiliteit, maar ook risico’s voor zeggenschap, publieke waarden en toegankelijkheid. Om te voorkomen dat de warmtetransitie in handen raakt van een klein aantal commerciële partijen heeft de Club van Wageningen spelregels voor een eerlijk en robuust digitaal energiesysteem opgesteld. Martine Verweij en Xander Smit vertellen hoe het initiatief is ontstaan en waarom ingrijpen noodzakelijk is.
Verweij is al vanaf het begin betrokken geweest bij het initiatief en Smit is als secretaris van de Club van Wageningen ook vanaf meet af aan betrokken. Verweij: “Ik sta aan de wieg van de Club van Wageningen in de zin dat ik samen met een aantal experts voor het eerst het onderwerp heb geagendeerd door de eerste bijeenkomst van Club van Wageningen te organiseren in juni 2018.Een groep voorlopers werkzaam bij netbeheerders en gemeenten zag dat er steeds meer digitalisering ontstond in het energiesysteem.” Verweij gaat verder: “Die digitalisering heeft zich niet in elk maatschappelijk domein even positief ontwikkeld. Het is namelijk zo dat in veel sectoren hierdoor platformen met monopolies ontstonden, denk aan Google en Meta, maar ook Uber. We hebben toen een ‘future search’ voor de sector georganiseerd om na te denken over welke potentiële gevolgen dat zou kunnen hebben en wat we daarmee moeten?”
“We hebben eerst een kleine sessie belegd met hoogleraren en start-ups in het energiedomein, maar ook mensen uit andere sectoren, om zicht te krijgen op de potentie én wat er mis kan gaan. De conclusie luidde dat er zo’n 90 procent kans is dat het volledig misgaat in het energiesysteem als we niets doen, als we geen kaders stellen. Dus we moesten echt aan de bak”, voegt Smit toe.
De digitalisering van het energiesysteem moet eerlijk, democratisch bestuurbaar en inclusief verlopen. Energie is simpelweg te belangrijk. “Dat is geen vraagstuk dat bij één partij ligt”, gaat Smit verder. “Je kunt het niet bij de ACM of bij een ministerie neerleggen en zeggen: fixen jullie dat maar. Je hebt allerlei partijen nodig die samen verantwoordelijkheid nemen. Daarvoor zijn spelregels nodig. Het nadenken daarover startte toen we ‘het hele systeem’ letterlijk tweeënhalve dag bij elkaar opgesloten hebben op de Wageningse Berg.”
De regels voor een eerlijke digitalisering
Uit deze sessie kwam het netwerk Club van Wageningen voort en een actieagenda. In de loop der jaren hebben we met het netwerk zes spelregels voor het digitale energiesysteem ontwikkeld. De Club van Wageningen noemt dit de ‘ontwerpprincipes’ en luiden als volgt:
Lokale belangen worden democratisch afgewogen. De zeggenschap over aansturing is democratisch geborgd zodat de lokale belangen goed afgewogen worden. Denk bijvoorbeeld aan lokale marktplaatsregels.
Controleerbaarheid en toetsing. De systemen en de governance (inclusief rollen en verantwoordelijkheden) zijn transparant, toegankelijk, begrijpelijk en controleerbaar zodat getoetst kan worden of de democratisch gemaakte afspraken geborgd zijn.
Het is energetisch én digitaal betrouwbaar en veilig. Het borgt de kaders die de netbeheerder stelt vanuit het energienetwerk en voldoet aan cyber security eisen zodat de kritische infrastructuur niet in gevaar komt.
Toekomstbestendigheid en voorkomen van vendor lock in. Het maakt gebruik van open standaarden zodat onderdelen van het systeem vervangen kunnen worden, het toekomstbestendig is en vendor lock in voorkomt.
Borgen van privacy en data opslaan bij de bron. Het slaat noodzakelijke data zo dicht mogelijk bij de bron op en geeft de gebruiker regie zodat we privacy borgen en redundantie voorkomen.
Maximale weerbaarheid en minimale CO2 belasting. Intelligentie is zo veel mogelijk aan de randen van het lokale energiesysteem ingebouwd zodat er minimaal dataverkeer en rekenkracht van datacenters nodig is en het systeem weerbaar is en een minimale CO2 belasting heeft.
De gevaren van monopolies
Als bedrijven zich niet houden aan deze ontwerpprincipes kunnen er monopolies ontstaan in de energiesector die gelijkenissen hebben met andere bedrijven in de techindustrie. Voorbeelden hiervan zijn de vergaring en het verkopen van data door giganten als Google en Facebook. Een voorbeeld van vendor lock in is Apple, die zijn eigen producten goed met elkaar laat samenwerken en communiceren maar de producten van concurrenten zo veel mogelijk buitensluit. Hierdoor is het voor consumenten met bijvoorbeeld een iPhone aantrekkelijker om een Apple Smartwatch te kopen dan een smartwatch van een ander merk.
Vendor lock in is relatief eenvoudig te vertalen naar de warmtesector. Het kan bijvoorbeeld ontstaan wanneer een warmtepompfabrikant ervoor kiest om zijn warmtepomp alleen maar open te stellen voor aansturing door het eigen energiemanagementsysteem. Hoewel hiervoor goede argumenten bestaan, zoals het behoud van de levensduur van de warmtepomp, leidt dit ook tot beperkingen in de keuzevrijheid voor de consument.
Op grotere schaal zijn er partijen die zich bezig houden met het aanbieden van flexibiliteit op het energienet door bijvoorbeeld zonneparken en batterijen op te kopen en de flexibiliteit die ze daarmee vergaren te verkopen op hun platform te verkopen aan de netbeheerders. Hierdoor wordt het energiesysteem afhankelijk van één partij die veel assets in bezit heeft.
Het is volgens Smit juist deze afhankelijkheid die de ontwerpprincipes voor het energiesysteem zo belangrijk maken. Smit: “Over details kun je verschillend denken, maar waar vrijwel iedereen het over eens is: energie is een primaire levensbehoefte. Het is niet te vergelijken met de taximarkt of de hotelbranche. Als we afhankelijk worden van een paar grote technologiebedrijven uit Silicon Valley, kan één telefoontje van bjvoorbeeld een Elon Musk naar Trump enorme gevolgen hebben. Dat was ooit een theoretisch risico, maar inmiddels zien we hoe direct die invloed kan zijn. De brede consensus is daarom: zo’n afhankelijkheid moeten we niet willen, zeker niet bij iets zo fundamenteels als energie.”
Het democratisch verloop van het ontwerp en de beslissingen in het energie staan centraal bij de Club van Wageningen. Democratie in de ontwerpprincipes staat voor inspraak en zeggenschap leggen Smit en Verweij uit.
Verweij heeft het gebrek aan zeggenschap op eerste hand ervaren: “Ik was laatst bij een bedrijf in het atrium, en daar heb je geen zeggenschap over de zonwering. Dat wordt op gebouwniveau geregeld, op basis van parameters waar je zelf geen inzicht in hebt. Iedereen conformeert zich daaraan: de zonwering kan niet omlaag, ook al is het binnen behoorlijk warm. Dan zie je hoe de zeggenschap georganiseerd is. Je zegt daar impliciet ‘ja’ tegen, tenzij je naar het management stapt. En dat staat haaks op de richting van de energiewereld, die juist steeds verder decentraliseert, waarin mensen lokaal en regionaal willen bepalen wat ze willen.”
Hoewel niemand precies kan voorspellen welke kant het digitaliserende energiesysteem op zal gaan, is één ding voor de Club van Wageningen glashelder: stilzitten is geen optie. De komende jaren zullen successen en misstappen elkaar afwisselen, maar juist die leerervaringen moeten leiden tot een eerlijk en betrouwbaar systeem waarin burgers niet de macht uit handen geven. Verweij vat haar blik op de toekomst treffend samen treffend zegt: “Ik denk dat er nog heel veel ongelukken gaan gebeuren… maar hopelijk leren we daar snel van, zodat de goede partijen de wind mee krijgen.”



























