Europese landen maken gezamenlijk trainingen voor werknemers warmtetransitie

29.12.2025 Evelien Schreurs

Europese landen maken gezamenlijk trainingen voor werknemers warmtetransitie

De komende jaren moeten in heel Europa warmtenetten worden aangelegd als onderdeel van de warmtetransitie. Voor de aanleg en exploitatie van warmtenetten zijn echter mensen met gespecialiseerde kennis nodig, waar een tekort aan is. In het Skills4DHC programma springen Europese landen in op die behoefte, onder andere door trainingen voor professionals op te zetten en nieuw talent voor de warmtetransitie te werven.

Eind 2023 werd Stichting Warmtenetwerk benaderd door de AGFW, de (veel grotere) ‘Duitse Stichting Warmtenetwerk’. Zij zijn partner van het Skills4DHC project en hoorden dat er in Nederland een wetswijziging aan zat te komen, de Wcw, waardoor gemeenten aan het roer komen te staan van de warmtetransitie. Dat vereist nieuwe kennis en competenties voor gemeenteambtenaren, waar vanuit een nieuwe opleidingsbehoefte kan komen.

Zo sloot ook Stichting Warmtenetwerk aan bij Skills4DHC: een consortium van Europese partners die gezamenlijk trainingen ontwikkelen, werken aan een academisch opleidingsprogramma en een traineeprogramma hebben voor mensen die werkzaam zijn in de warmtetransitie.

Leren van elkaar

De aangesloten organisaties komen uit Oostenrijk, België, Denemarken, Estland, Duitsland, Ierland, Italië en Nederland. Die landen zitten allemaal in verschillende fases van hun warmtetransitie, vertelt Wendy Dubbeld, programmamanager bij Stichting Warmtenetwerk. Sommige landen hebben warmtenetten liggen die alweer bijna aan vervanging toe zijn, terwijl andere landen nog aan het begin staan van hun warmtetransitie.

“Het is een breed consortium en de doelstelling is om in al die landen te komen tot trainingen gericht op de warmtesector. En de reden waarom we dat gezamenlijk oppakken is om met en van elkaar te kunnen leren.” Landen die bepaalde stappen in de warmtetransitie al hebben gemaakt, geven hun kennis door aan landen die daar nog aan beginnen, zo wordt dubbel werk voorkomen.

Uiteindelijk moeten er trainingen liggen voor verschillende werkenden in de warmtetransitie, van managers van warmtenetprojecten tot gemeenteambtenaren die voor het eerst te maken krijgen met het opzetten van een warmtenet. En van mensen die het warmtenet gaan aanleggen tot academici. Ook komt er een apart wervingstraject voor starters in de warmtetransitie.

Trainingen voor gemeenten

De deelnemende landen hebben niet de capaciteit om allemaal aan al deze trainingen te werken, daarom focussen verschillende landen zich op verschillende trainingen. Stichting Warmtenetwerk richt zich bijvoorbeeld op de trajecten voor ambtenaren. “Dat vinden wij een belangrijke targetgroep in Nederland, dus met die training willen wij ons inhoudelijk bemoeien”, vertelt Dubbeld. Ieder land heeft natuurlijk haar eigen wet- en regelgeving, maar toch zijn er genoeg overeenkomsten te vinden om trainingen te maken die passend zijn voor ieder land.

Dubbeld: “De meeste gemeenteambtenaren zijn niet getraind op gebied van warmte en hoeven daar ook geen experts te worden, maar moeten wel gesprekken met warmte-experts kunnen voeren. Dan helpt het wel om basiskennis over warmte te hebben. En dat geldt eigenlijk voor alle landen. Technische informatie is natuurlijk niet heel verschillend, alleen de keuzes die mensen maken over techniek zijn verschillend in landen.”

Ook voor de trainingsmethoden kunnen landen van elkaar leren. “Wat we aanbieden moet passen binnen je werk en aantrekkelijk zijn om te volgen. Dus we denken ook na over de werkvormen van de trainingen.” Het liefst komt er een basiscurriculum aan de hand waarvan alle landen de training zouden kunnen geven. Stichting Warmtenetwerk heeft voor de cursus waar zij aan werken de onderwerpen op een rijtje gezet. Dat wordt waarschijnlijk een introductiecursus van vier tot zes dagdelen. Een introductiecursus die op basisniveau alle belangrijke onderwerpen afgaat, vertelt Dubbeld. “We zagen ook dat daar een behoefte aan was. En over financiën, techniek, regelgeving, welke rol je hebt als gemeente in de warmtetransitie.”

Werven voor de warmtetransitie

Een van de onderdelen van Skills4DHC is ook het werven van mensen voor de warmtetransitie, zoals zij-instromers en mensen die net zijn afgestudeerd. “Er zijn in alle landen tekorten aan personeel. En bij de een is dat wat urgenter dan bij de ander”, vertelt Dubbeld. Waar het ene land vooral mensen nodig heeft voor onderhoud van de warmtenetten, moet in andere landen nog veel warmtenetten worden aangelegd.

Dubbeld maakt zich serieus zorgen over het tekort aan uitvoerende handen dat we in Nederland hebben. “Er wordt gewerkt aan het subsidie- en financieringsframework, en de warmteplannen worden verder uitgewerkt. De bijna stilstand die we een tijd hadden in de warmtetransitie begint los te komen. Straks zijn al die warmteprogramma’s uitgedacht, maar dan moet het wel gebouwd worden. En dat wordt spannend als je niet tijdig werkt aan werving van mensen.”

“De deadline voor warmteprogramma’s is verschoven naar 1januari 2027. Maar omdat we allemaal in datzelfde tijdframe zitten, krijg je straks allemaal in hetzelfde tijdframe de vervolgstappen en gaan we ook in hetzelfde tijdframe mensen nodig hebben.” Daarom is het ook zo belangrijk dat het werven van personeel voor de branche aandacht krijgt. Stichting Warmtenetwerk gaat daarom samen met de andere partners in Skliss4DHC in kaart brengen of andere landen al succesvolle wervingscampagnes hebben gehad in de warmtesector of in vergelijkbare sectoren.

Halfjaarlijkse bijeenkomst

Wat andere landen op hun beurt van Nederland kunnen leren, zit bijvoorbeeld in WKO’s, vertelt Dubbeld. Nederland is koploper wat betreft Warmte- Koude Opslag, maar dat is niet altijd goed zichtbaar. Dat was dan ook een onderwerp dat aan bod kwam tijdens een bijeenkomst van het consortium begin 2025 in Nederland. Elk half jaar komen de deelnemende landen op een andere locatie samen om dit soort kennis te delen en praktijkvoorbeelden te laten zien. En hoewel dat niet per se het doel is, is het wel heel handig om deze korte lijntjes te hebben.

De eerste inventarisatie van wat verschillende landen nodig hebben is afgerond en de trainingsprogramma’s worden nu uitgewerkt. Het Skills4DHC project loopt tot en met 2027. Tegen die tijd moeten de programma’s zijn ontwikkeld, getest en moet een overdracht geweest zijn naar de partijen die de trainingen gaan geven.