Nederland blijft nog lang aan aardgas vasthouden, maar heeft geen duidelijk inkoopstrategie
16.01.2024 Jan de Wit

De gasvoorraden blijven uitzonderlijk goed gevuld voor de tijd van het jaar en – ondanks een koude week – blijven de temperatuur gemiddeld relatief hoog. Hierdoor blijft de gasprijs op de korte termijn stabiel laag, maar op de lange termijn ontstaan onzekerheden en dus prijsrisico’s ziet Hans van Cleef, hoofd Energy Research & Strategy bij Publieke Zaken, in de nieuwste Marktupdate Olie & Gas. Zolang het verbruik niet snel genoeg daalt blijft Nederland sterk afhankelijk van gasimporten.
De marktprijzen van energie worden door vele factoren bepaald. Het aandeel hernieuwbare energie hierin wordt ook steeds dominanter. Daarnaast is toenemende beweeglijkheid van energieprijzen van invloed op investeringen in hernieuwbare energie. Warmte365 werkt daarom samen met Publieke Zaken om dit scherper te monitoren.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is inmiddels gestopt met de wekelijkse updates zekerheid gaslevering. Sinds 8 juli 2022 kwam er elke week op vrijdag een update over de stand van zaken van het gasverbruik en -opslagen in Nederland. Vanwege de oorlog in Oekraïne en de snelle afbouw van het Russische aardgasverbruik wou het ministerie wil structureel informatie delen over de Nederlandse- en Europese gassituatie.
Volgens de laatste update van 29 december 2023 was de Nederlandse gasvoorraad nog voor 82,6 procent gevuld. Pas als “de actualiteit daar aanleiding toe geeft” zal het ministerie met nieuwe updates komen. Uit gegevens van Gasunie blijkt de Nederlandse vulgraad op 11 januari 2024 nog altijd 76,1 procent.
Op 11 januari 2023 was de vulgraad met 75,6 procent vergelijkbaar hoog. In 2023 bereikte de Nederlandse gasvoorraad zijn laagste punt op 1 april. Toen was 58,2 procent van de Nederlandse gasbergingen gevuld. “We hebben het vaker gezegd, maar de gasmarkten staan er – voor de tijd van het jaar – gunstig voor”, aldus Van Cleef.
“De gasvoorraden in zowel Europa als Nederland zijn goed gevuld. De eerste maanden van het ‘stookseizoen’ zijn mild verlopen waardoor de voorraden niet sneller dalen dan normaal. Als gevolg van de hoge gasvoorraden en de daling in de consumptie – vooral vanuit de industrie, zijn de gasprijzen ook sterk gedaald. En hoewel deze nog steeds twee keer hoger liggen dan voor de energiecrisis, is de markt lang zo volatiel niet meer als in 2022.”
Op korte termijn zijn de risico’s volgens hem redelijk overzichtelijk. De enige mogelijke factoren zijn de huidige onrust in het Midden-Oosten en, of Rusland die de LNG-aanvoer zouden kunnen belemmeren en het weer van de komende maanden. Dit zou een iets hogere risicopremie kunnen betekenen en er zit iets kouder weer aan te komen in Europa. Maar de gasprijzen zouden volgens Van Cleef zelfs nog kunnen dalen.
“Vaak zien we dat in een week of twee weken van koude de prijzen wel stijgen, maar dat deze effecten tijdelijk zijn, en minder extreme prijsuitschieters kennen dan dat de markten in 2022 hebben ervaren. Dus tenzij de verwachtingen nog omslaan en er een langere periode van strenge vorst aan zit te komen, zullen we voldoende voorraden hebben om de winter door te komen. En nog belangrijker, om dan daarna met bovengemiddelde voorraden aan het vulseizoen te beginnen.”
Nederland heeft nog lang gas nodig, maar wil zich niet langjarig vastleggen
Nederland heeft zich gecommitteerd aan een ‘hybride strategie’ in het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Vanaf 2026 is het verplicht om bij vervanging van de cv-ketel een efficiënter, duurzamer alternatief te nemen. Tenzij deze niet past in de woning, niet in staat is om comfortabel en kostenefficiënt te verwarmen of wanneer de wijk binnen tien jaar overgaat op een warmtenet.
Hoewel een hybride warmtepomp gemiddeld tot 75 procent minder gasgebruik leidt, betekent de inzet op hybride warmtepomp ook dat meer huishoudens een langjarige gasvraag zullen hebben dan wanneer er meer zou worden ingezet op all-electric warmtepompen. Dat de Nederlandse warmtepompmarkt hierop aan het schakelen is, is in het afgelopen jaar ook duidelijk geworden met de forse productiecapaciteitsuitbreidingen van onder andere Remeha en Inventum.
Daarbij kent Nederland grote industriële gasverbruikers die weliswaar aan het omschakelen zijn richting meer elektrificatie van de bedrijfsprocessen en, of een mogelijke overgang naar waterstof, maar dat niet op korte termijn kunnen regelen. De verwachting dat de Nederlandse gasvraag de komende jaren zal dalen en de huidige balans in vraag en aanbod, zorgen ervoor dat Van Cleef denkt dat de grootste onzekerheden op de langere termijn aan de aanbodkant zitten.
“Nederland sluit het Groningengasveld definitief in oktober 2024, en ook op dit moment wordt er al geen gas meer gewonnen uit dit veld. De offshore gasproductie neemt gestaag af, en ondanks (politieke) steun voor meer productie van gas op zee, zien we dit nauwelijks aantrekken. De afhankelijkheid van gasimporten zal dus meer en meer toenemen”, stelt Van Cleef.
“Deze LNG komt nu vooral uit Qatar, de VS en Rusland. Extra LNG-capaciteit vanuit Qatar zal pas beschikbaar komen vanaf 2026. En waar veel landen inmiddels inzetten op langjarige contracten met het Emiraat, zien we nog steeds terughoudendheid bij de Nederlandse overheid. Hier geldt vooralsnog een voorkeur voor het aankopen op de korte termijnmarkten en het vermijden van langjarige verplichtingen – wat volgens ons vooral langjarige zekerheden zijn.”
Met langjarige contracten kan er meer leveringszekerheid en een vorm van bulkkorting worden bedongen. Aan de andere kant hebben langjarige contracten ook de potentie om op termijn relatief duur te worden. Wanneer de gasafbouw sneller gaat dan verwacht blijft een land vastzitten aan de import van gas dat het niet gebruikt. Weliswaar kan dit worden doorverkocht, maar de benodigde infrastructuur moet dan wel worden aangehouden en onderhouden.
Op de korte termijn is de aanvoer van de LNG uit de VS geen probleem, ook omdat Europese landen er doorgaans meer voor is bereid te betalen dan Aziatische landen. Van Cleef denkt dat het spannender kan worden na de komende Amerikaanse presidentsverkiezing op 4 november 2024.
“Op het moment dat er opnieuw een president komt die de Amerikaanse belangen voorop stelt, en mogelijk exportbeperkingen oplegt om de lokale energieprijzen te drukken, levert dat mogelijk niet alleen prijsstijgingen, maar ook fysieke tekorten op. Het zogenaamde ‘safety gas’, zoals Amerikaans LNG nu in Europa genoemd wordt, kan op termijn wel eens minder zeker blijken dan nu wordt verwacht.”
Ten slotte is er nog Russisch LNG. Ook al heeft de Europese Unie de Russische gasimport via pijpleidingen afgebouwd, er komt nog altijd Russische LNG binnen. De bestaande sancties verbieden dit niet omdat de EU het gas nodig heeft. “Uiteraard zet Europa in op verdere verduurzaming om de afhankelijkheid van deze LNG verder af te bouwen, maar het zal nog enige jaren duren voordat de afhankelijkheid tot nul is afgebouwd”, denkt Van Cleef.
“In de tussenliggende periode loopt Europa nog steeds het risico dat de Russische autoriteiten besluiten om de gasexporten richting Europa al eerder te verbieden. Naar mate de export vanuit de VS en Qatar door middel van lange termijncontracten wordt vastgelegd, des te minder flexibiliteit er is binnen de markt om hierin dingen te verschuiven. Vanzelfsprekend kan dat, bij de juiste (veel hogere) prijs, alsnog geregeld worden, maar dat gaat dan wel weer ten koste van de betaalbaarheid.”