Ook vanuit Europa wordt er naar de Nederlandse hybride route gekeken

11.04.2023 Jan de Wit

Ook vanuit Europa wordt er naar de Nederlandse hybride route gekeken
©Michel Petillo

Om vaart te maken met de warmtetransitie in de gebouwde omgeving heeft het kabinet voor de hybride route gekozen. Wanneer een cv-ketel vanaf 2026 moet worden vervangen, moet dat door een duurzamere oplossing, in de praktijk betekent dit minimaal en hybride warmtepomp. Hoe wordt er in Europa gekeken naar de Nederlandse oplossing? “Hybride warmtepompen werken in alle gebouwen, maar het blijkt dat consumenten wanneer mogelijk investeren in alleen een warmtepomp”, merkt Thomas Nowak, secretaris-generaal van de European Heat Pump Association (EHPA), op.

15 juni stuurde Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, het Actieplan hybride warmtepompen naar de Tweede Kamer. Hij noemde de hybride warmtepomp een “onmisbare oplossing”, “spijtvrij” en in verschillende situaties “en een eindoplossing voor 2050”. Er werd te weinig vaart gemaakt door hele wijken in één keer van het gas af te halen en daarom moest er een tussenstap komen: de hybride warmtepomp.

Lees ook: Met de hybride warmtepomp kiest het kabinet voor realisme

Vanaf 2026 is het verplicht om bij vervanging van de gasketel een efficiënter, duurzamer alternatief te nemen. Tenzij deze niet past in de woning, niet in staat is om comfortabel en kostenefficiënt te verwarmen of wanneer de wijk binnen tien jaar overgaat op een warmtenet.

Nowak kan wel begrip opbrengen voor het standpunt van de Nederlandse overheid. “Bedrijven die zich bij de EHPA hebben aangesloten maken ook hybride warmtepompen en ze werken goed. Ze zijn relatief makkelijk te installeren en besparen gas, geld en CO2-uitstoot, maar consumenten investeren in alleen een warmtepomp zodra dit haalbaar is.”

Lees ook: Hybride warmtepomp wordt de katalysator, maar het streven blijft zo elektrisch mogelijk

Daarbij refereert hij aan waar zijn Nederlandse evenknie, Vereniging Warmtepompen-voorzitter Frank Agterberg, ook steeds op hamert: de juiste techniek op de juiste plek op het juiste moment. “Soms kan een hybride warmtepomp juist ook de enige manier zijn om de uitstoot van een gebouw echt terug te brengen. Zo kan het bijvoorbeeld voordelig zijn in de renovatiemarkt.”

Onvoorziene effecten
Toch wil Nowak daar wel een kanttekening bij plaatsen, want een hybride warmtepomp vermindert het gasverbruik van een Europees huishouden gemiddeld met zo’n 80 procent. Waarmee de energierekening ook fors omlaag gaat, maar hoe lang blijft dit het geval?

“Hybride oplossingen worden vaak gezien als de start van een gefaseerde renovatie, waarbij de vervanging van de verwarming voorop staat, de gebouwschil als tweede en de stap naar alleen verwarmen met een warmtepomp als derde. Maar gas wordt steeds duurder, dus op termijn betaal je meer voor die 20 procent gas meer dan voor die 80 procent stroom."

Volgens Nowak zijn het juist dit soort ‘onvoorziene effecten’ waar beleidsmakers rekening mee moeten houden. “Daar komt nog bij dat je na het aanschaffen van een hybride warmtepomp nog altijd niet van het gas af bent, je zult nog meer stappen moeten ondernemen en meer moeten investeren om klimaatneutraal te worden.”

Een mogelijke oplossing zou volgens hem zijn om een aparte stroomprijs te introduceren voor huishoudens met duurzame apparaten. Op het hoogtepunt van de energiecrisis introduceerde het kabinet immers een prijsplafond dat geen rekening hield met huishoudens met warmtepompen en moest het kabinet zijn eigen plan herstellen door het stroomplafond te verhogen.

Lees ook: Definitief prijsplafond houdt wel rekening met duurzame warmteoplossingen

“De interesse van consumenten om te verduurzamen is enorm, net als de doelstellingen. Die interesse moet je vasthouden en niet laten afremmen door prijsfluctuaties”, stelt Nowak vast. “Het is slim dat bedrijven die warmtepompen produceren maken daarbij de koppeling met zonnepanelen en andersom.”

Veel consumenten willen nu namelijk hun hele huis in een keer verduurzamen. Nu levert het terugleveren van stroom aan het elektriciteitsnet dankzij de salderingsregeling nog geld op, maar die regeling zal worden afgebouwd. Overdag stroom terugleveren wordt ook steeds minder rendabel vanwege het enorme aanbod en de steeds verder toenemende netcongestie.

Een aparte stroomprijs voor warmtepompeigenaren, maar ook meer verbruik van zelfopgewekte stroom, zouden er volgens Nowak voor kunnen zorgen dat mensen geïnteresseerd blijven in het verduurzamen van hun woning. “Het is goed om de lokale bevolking onderdeel te maken van de grotere oplossingen.” Ter illustratie wijst hij op de mogelijkheden van energiecoöperaties om ook huishoudens met een laag inkomen mee te krijgen. “Die kunnen als rolmodel fungeren.”

Al met al wordt er vanuit Europa met interesse gekeken naar de Nederlandse hybride route, zo weet hij te vertellen. “Duitsland en Italië sturen ook al richting meer hybride warmtepompen door middel van subsidies en bedrijven gaan daar nou eenmaal in mee.”

Goede communicatie is de sleutel
Waar beleidsmakers en bedrijven ook een extra stap zouden moeten zetten volgens Nowak is het duidelijk communiceren over de techniek van de warmtepomp. Zo ziet hij dat er nog altijd veel onduidelijkheid en desinformatie in de rondte gaat over warmtepompen. Zo is de BoerBurgerBeweging (BBB) geen fan van warmtepompen, met name vanwege omdat het een verplichting wordt.

Lees ook: Winst BBB niet direct problematisch voor de warmtepompsector, beleid wordt wel lastiger

“Boeren zouden juist voor warmtepompen moeten zijn, want ze reduceren de uitstoot van schadelijke broeikasgassen en verkleinen zo hun probleem. Daarbij zijn warmtepompen ook nog eens goed lokaal toepasbaar”, stelt Nowak. De focus zou daarom moeten liggen op de communicatie richting de eindgebruiker en het goed uitleggen van de techniek.

“Dat geldt overigens ook voor het uitleggen van het belang van de isolatiegraad. Ik koppel het zelf vaak aan Fit fot 55. Als je gebouw Fit voor 55 graden Celsius is, dan is dat genoeg om een warmtepomp te kunnen plaatsen. De overheid moet er niet voor terugdeinzen om dat zelf toe te passen en te communiceren, voor consumentenorganisaties ligt hier eveneens een grote taak.”

Zelf focust de EHPA zich daarom ook nog altijd sterk op het uitleggen van de feitelijke werking van de warmtepomp en de potentiële kracht van de sector. Zo bleek uit de recent gepresenteerde Net-Zero Industry Act dat de Europese Commissie het belang van de warmtepomp wel ziet, maar de groeipotentie nog niet op waarde schat. De commissie mikt namelijk op 31 gigawatt Europese productiecapaciteit tegen 2030, maar de EHPA is ervan overtuigd dat 47 gigawatt zeker moet lukken.

Lees ook: De warmtepomp kan hét succes worden van Europa’s wens om zelf te produceren

“Daarbij sturen we meer op ecodesign, zoals het uitfaseren van F-gassen”, vertelt Nowak. Daar krijgt hij nog een flinke dobber aan, want hierop wil het Europees Parlement juist weer harder dan de sector aan kan volgens de EHPA. “Ook daarin zullen we duidelijk moeten communiceren, want wij zijn het eens met het doel, maar niet met het voorgestelde tijdspad.”