Voorstellen voor een betere Wet collectieve warmte

27.06.2025 Evelien Schreurs

Voorstellen voor een betere Wet collectieve warmte

De Wet Collectieve Warmte (Wcw) wordt, ook nu het kabinet demissionair is, behandeld door de Tweede Kamer. Volgende week donderdag stemt de Kamer over deze wet, maar eerst wordt op dinsdag nog gestemd over de laatste wijzigingen die worden gedaan op het wetsvoorstel. Zowel vanuit de Tweede Kamer als Energie-Nederland kwamen voorstellen om de Wcw te verbeteren.

Energie-Nederland zegt blij te zijn dat de Wcw op de agenda van de Tweede Kamer staat, maar vindt ook dat er een aantal punten verbeterd moeten worden aan het wetsvoorstel. Daarom doet de branchevereniging een aantal voorstellen.

Energie-Nederland ziet bijvoorbeeld knelpunten in de kostengebaseerde tarieven. Lagere maximumtarieven moeten een lagere energierekening voor huishoudens verzekeren. Maar volgens Energie-Nederland zijn de marges voor een warmtenet klein. Als warmtebedrijven de kosten moeten opvangen, wordt de businesscase nog krapper en bestaat het risico dat investeringen uitblijven. Daarom roept Energie-Nederland op om een oplossing te vinden voor warmtebedrijven die daardoor in de knel komen, en om zo snel mogelijk het kostengebaseerde systeem in te voeren.

Verder zou volgens Energie-Nederland een publiek aandeel van 20 procent voldoende zijn, in plaats van de 50 procent die nu in het wetsvoorstel staat. Dit zou het publieke belang waarborgen en tegelijkertijd meer uitvoeringskracht en investeringsbereidheid bieden.

Ook pleit Energie-Nederland voor het behouden van een groepsverbod, om risico op belangenverstrengeling te beperken; een automatisch positief besluit op aanvragen bij gemeenten en de ACM om tempo te behouden in de uitrol van warmtenetten; er moet helderheid komen over de daadwerkelijke publieke investering die moet worden gedaan voor de uitrol van warmtenetten; de 50 procent waar vanuit wordt gegaan zou niet haalbaar zijn; en tenslotte zouden duurzaamheidseisen per warmtebedrijf gesteld moeten worden in plaats van per kavel. 

Lokale initiatieven en betaalbaarheid
Ook in de Tweede Kamer werden voorstellen gedaan voor aanpassingen op de Wcw. Sandra Beckerman (SP) uitte haar zorg dat huishoudens die op een warmtenet aangesloten worden, duurder uit zullen zijn dan verwacht, en stelt voor de tarieven voor iedereen gelijk te trekken. Volgens minister Sophie Hermans zou dat warmtenetten minder rendabel maken en bovendien de prikkel wegnemen om kosten te beperken.

Henk Vermeer (BBB) vindt de aansluitkosten, van maximaal 5.250,99 euro, veel te hoog en denkt dat dit een drempel is voor huishoudens die overwegen zich aan te sluiten op een warmtenet. Ook Wytske Postma (NSC) benadrukt dat de vaste kosten van een warmtenet niet te hoog mogen worden, ook wanneer een warmtenet in de toekomst bijvoorbeeld wordt uitgebreid of samengevoegd. Daar is Hermans het mee eens: de vaste bronkosten zullen verwerkt worden in het variabele tarief en met de Warmtenetten Investeringssubsidie zal ook het vastrecht lager zijn.

Pieter Grinwis (ChristenUnie) diende moties in om de betaalbaarheid van warmtenetten te waarborgen, duidelijkheid te vragen voor de tarieven voor kleine wamtenetten (tot 1.500 gebruikers) en vraagt om ondersteuning voor VvE’s bij het kiezen voor warmtenetten.

André Flach (SGP) vraagt om te verzekeren dat op korte en lange termijn de mogelijkheid blijft om gebruiksafhankelijke tarieven te hanteren voor zeerlagetemperatuurwarmtenetten. En Suzanne Kröger (Groenlinks-PvdA) vraagt om er alles aan te doen om binnen vier jaar na ingaan van de Wcw over te gaan op het systeem met kostengebaseerde tarieven.

Op 1 juli wordt over de amendementen op de Wcw gestemd, dan zal er meer duidelijkheid komen over hoe het definitieve wetsvoorstel van de Wcw eruit komt te zien. Op 3 juli wordt over het wetsvoorstel van de Wcw gestemd.