De industrie praat met elektrificatie en groene waterstof, maar werkt met CCS

11.01.2022 Jan de Wit

De industrie praat met elektrificatie en groene waterstof, maar werkt met CCS
©IEA

De toekomst van de Nederlandse industrie is uitstootvrij en dat betekent elektrificeren, met groene waterstof werken én het afvangen en opslaan van CO2 (CCS). Tegen CCS bestaat nogal wat maatschappelijke weerstand, zo herzag Tata Steel zijn oorspronkelijk verduurzamingsstrategie met CCS – na aanhoudende kritiek – en koos het bedrijf ervoor om direct met waterstof aan de slag te gaan. Maar daarmee is Tata Steel een uitzondering.

In deze serie probeert Warmte365 te schetsen hoe groene industriepolitiek er uit zal gaan zien. In deel 1 aandacht voor groene waterstof en de waterstofbackbone, deel 2 over wat de industrie nodig heeft om zijn energietransitie te versnellen en in deel 3 staat industriële elektrificatie centraal. Deel 4 kijkt naar de huidige industriële plannen.

Groene industriepolitiek is tegenwoordig salonfähig. Van links tot rechts is men in Den Haag er eigenlijk wel over eens dat de industrie moet verduurzamen en dat er financiële steun moet komen voor de onrendabele top.

Extra interessant omdat de klassieke tegenstelling tussen kapitaal en arbeid hier juist bij elkaar komt. Rechts stimuleert het bedrijfsleven en links is blij dat de banen behouden blijven. Tegelijk is er consensus over de noodzaak om ook de industrie te verduurzamen. Al bestaat er nog wel discussie over de gewenste snelheid.

Tata Steel is met 12,5 megaton CO2 per jaar de grootste Nederlandse uitstoter en ligt al enige tijd onder een vergrootglas. Ook omdat uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu blijkt dat de uitstoot van de staalproducent grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.

In eerste instantie was Tata steel van plan de CO2-uitstoot af te vangen en op te slaan, maar na druk vanuit de maatschappij en de Tweede Kamer introduceerde het bedrijf project Apollo. Staalproductie met waterstof moest de uitstoot versneld verlagen. Totdat er voldoende waterstof beschikbaar is, zal het bedrijf aardgas gebruiken. Dit levert een jaarlijkse CO2-reductie van minimaal 3,9 megaton op, potentieel oplopend tot 5 megaton per jaar.

Driekwart CO2-reductie met CCS
Met de motie van Silvio Erkens (VVD) om Tata Steel “langs de lijn van groene industriepolitiek” te ondersteunen kreeg het bedrijf hier de toezegging op financiële steun én strengere uitstootnormen voor terug. De motie werd gesteund door D66, CDA, GroenLinks, PvdA, SP, ChristenUnie en Volt.

Maar Nederland heeft meer industriële bedrijven die moeten verduurzamen. In Nederland bevinden zich zes industriële clusters: Rotterdam-Moerdijk, Noord-Nederland, Noordzeekanaalgebied, Chemelot, Smart Delta Resources en Het Zesde Cluster (fabrieken in heel Nederland, buiten de grote vijf regionale clusters). In 2020 heeft ieder cluster een koplopersprogramma opgeleverd waarin ze hun plannen beschrijven om tot emissiereductie te komen richting 2030.

De RVO heeft deze koploperprogramma’s geanalyseerd en verdiepende interviews gedaan met de ruim dertig bedrijven die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 60 procent van de industriële CO2-emissies. Mits er wordt voldaan aan randvoorwaarden – zoals infrastructuur, subsidie en vergunningen – komt daar een verwachte emissiereductie uit zoals in onderstaande diagram te zien is.

Ruim driekwart (78,8 procent) van de verwachte emissiereductie in 2030 zal van CCS moeten komen en slechts een klein deel van groene waterstof (1,6 procent), elektrificatie (4,1 procent) en efficiëntie en restwarmte (6,2 procent).

Daarbij tekent de RVO aan dat van de geplande CCS-reductieprojecten “meer dan de helft blauwe waterstofprojecten” zijn, als opstap naar het opschalen van de productie van groene waterstof.

Industrie kijkt nog grotendeels naar de overheid
Bij de start van het Klimaatakkoord in 2019 heeft de industrie een indicatieve opgave gekregen van 14,3 megaton CO2-reductie, bovenop een bestaande doelstelling van 5,1 megaton CO2. Een totale reductieopgave van 19,3 megaton CO2 in 2030.

De RVO-analyse telt al op tot een CO2-reductie van 19,3 megaton. De ruim dertig bedrijven die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 60 procent van de industriële CO2-emissies, zijn in die ook verantwoordelijk voor de gehele noodzakelijke industriële CO2-reductie per 2030.

Dit zal echter met CCS gebeuren, wat inhoudt dat de directe CO2-uitstoot grotendeels gelijk zal blijven. De uitgesproken wens om de elektrificatie van de industrie en de productie van groene waterstof op te schalen, blijkt dan ook niet uit voorgenomen projecten uit de koploperprogramma’s.

Dit beeld werd onlangs met de laatste SDE++-ronde nogmaals bevestigd. De grote hoeveelheid aanvragen voor deze subsidie zorgen ervoor dat (onder andere) vrijwel alle warmteprojecten naast de SDE++ te grijpen, ten faveure van het afvangen – en met name opslaan – van CO2. Deze CCS-projecten kregen de subsidie bevestigd en kunnen van start.

Tata Steel is in die zin wel een illustratief voorbeeld als het gaat om industriële CO2-uitstoot, maar niet voor de radicale transitie die de industrie zegt te willen maken. Daarin lijken de koplopers niet op Tata Steel, maar lijken ze vooral te wachten tot de overheid met harde afspraken komt over de duurzame energie-infrastructuur en financiële ondersteuning voor de onrendabele top.