Sinds 1 juli geldt de gewijzigde Mijnbouwwet, wat betekent dit voor geothermie?

09.08.2023 Jan de Wit

Sinds 1 juli geldt de gewijzigde Mijnbouwwet, wat betekent dit voor geothermie?
©Geothermie Nederland

Voor het zomerreces stuurde Hans Vijlbrief, de inmiddels demissionaire staatssecretaris van Mijnbouw, een uitgebreide brief naar de Tweede Kamer. Hierin ging hij in op de stand van zaken rondom geothermie en de nu in werking getreden gewijzigde Mijnbouwwet. Belangrijke stappen “om geothermie veilig en verantwoord te laten bijdragen aan de energietransitie”.

Op 1 juli 2023 is de gewijzigde Mijnbouwwet in werking getreden, hierin is een passend vergunningenstelsel geïntroduceerd om aardwarmte te winnen. Dat was tot voor kort wettelijk nog niet goed geregeld omdat het winnen van aardwarmte een relatief nieuw fenomeen is in Nederland.

Provincies wijzen, in opdracht van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Aanvullende Strategische Voorraden (ASV’s) aan. In deze aardlagen bevindt zich zoet grondwater dat beschermd moet worden voor de drinkwatervoorziening. Volgens Vijlbrief vordert dit “gestaag”. Wanneer er in een gebied nog geen ASV’s zijn aangewezen moet dit in de vergunningaanvraag worden meegewogen. Daarnaast wijst het Rijk Nationale Grondwaterreserves aan voor de drinkwatervoorziening op lange termijn, als reserve bij grote calamiteiten en als natuurlijk kapitaal.

Rond beide gebieden liggen de grondwaterbeschermingsgebieden en boringvrije zones. Hier mogen in principe geen boringen voor geothermie worden gedaan, maar de provincie mag ontheffingen verlenen wanneer er geen sprake is van een doorboring van de aardlaag waarin het grondwater zit.

Bij een gepaste afstand tussen deze laag en de grondboring zorgt de afsluitende werking van de kleilagen ervoor dat de risico’s voor het drinkwater “zeer sterk” worden beperkt. Meestal is de gewenste afstand een kilometer of meer.

TNO heeft, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, een methode ontwikkeld die met behulp van software berekend welke omstandigheden nodig zijn voor de juiste afstanden. Deze zomer evalueert het ministerie hoe actueel de ASV’s zijn.

Daarnaast is het onderzoeksproject Seismische Campagne Aardwarmte Nederland (SCAN) gestart. Sindsdien is er door wetenschappelijke boringen 1.601 kilometer nieuwe data verzameld. Vijlbrief merkt op dat er grote interesse is in SCAN-boringen om de potentie voor geothermie inzichtelijker te maken en een eventuele rol in de herijking van de transitievisies warmte.

Lees ook: Landelijk bodemonderzoek start boringen: waar kan aardwarmte worden gewonnen?

SDE-hekjes moeten het verschil gaan maken
Voor het zomerreces waren er 25, waarvan er 20 in bedrijf zijn. “De verwachting van het kabinet is dat na inwerkingtreding van de gewijzigde Mijnbouwwet het aantal vergunningaanvragen zal toenemen, onder andere omdat door onzekerheid over de regels initiatiefnemers de afgelopen periode enigszins terughoudend zijn geweest”, schrijft demissionair staatssecretaris Vijlbrief aan de Kamer.

Daarbij hebben achttien geothermieprojecten subsidie ontvangen uit de SDE++-ronde in 2022, waarvan twaalf nieuwe projecten. “Ik verwacht dat het aantal aanvragen van geothermieprojecten voor SDE++-subsidie de aankomende ronde opnieuw fors zal zijn”, aldus Vijlbrief.

Dit moet eraan bijdragen dat geothermie een rol gaat spelen als duurzame bron voor warmtenetten in de gebouwde omgeving. Om dit te realiseren wijst Vijlbrief nog op de Handreiking geothermie voor gemeenten, het bijbehorende RVO-adviesloket en de Warmtenetten Investeringssubsidie ter waarde van 150 miljoen euro.

Relatief klein bier in vergelijking met de hekjes voor warmte in de SDE++ en de poging om de glastuinbouw te betrekken bij het Actieplan Geothermie. Hiervan zijn de verwachtingen hoog.

Lees ook: Aardwarmtesector vestigt hoop op SDE-hekjes, huidige groei blijft onvoldoende

In de nieuwe opzet van de SDE++ met hekjes zal er minimaal 750 miljoen euro naar hogetemperatuurwarmte. De verwachting is dat meer geothermieprojecten hierdoor in aanmerking komen voor een bijdrage uit de SDE++-pot, ook omdat er rekening is gehouden met de stijging in materiaalkosten en inflatie, en met de noodzakelijke extra kosten voor geothermie in de gebouwde omgeving.

“Vorig jaar presenteerden we onze ambitie van 40 tot 50 petajoule in 2030. En in de toekomst zal zelfs ongeveer 25 procent van de hele Nederlandse warmtevraag duurzaam ingevuld kunnen worden door geothermie, in de glastuinbouw is dit zelfs meer dan 50 procent”, aldus Hans Bolscher, voorzitter van Geothermie Nederland. De energiecrisis heeft echter tot stilstand geleid in de glastuinbouwsector, terwijl deze juist haast moet maken.

Lees ook: Kabinet wil dat de Nederlandse glastuinbouw in 2040 klimaatneutraal is

Volgens de brancheorganisatie blijft de groei van aardwarmte achter bij de ambities omdat de doorlooptijd van vergunningen, grondige tests die nodig zijn, het intensieve boorproces en de aanleg van een warmtenet naar woonwijken of kassencomplexen veel tijd kosten. Hierdoor liggen de ontwikkelingskosten vaak al rond de 2 tot 3 miljoen euro.

Hiervoor heeft Vijlbrief een aanjaagteam en taskforce opgericht. “Hierin wordt gewerkt aan het wegnemen van barrières, bijvoorbeeld met betrekking tot financiering van projecten, die de versnelling van geothermie in de weg staan.” Ook wordt er gewerkt aan verdere professionalisering van de geothermiesector, bijvoorbeeld met het ontwikkelen van industriestandaarden, convenanten en procesafspraken.

Beperken van (schade)risico’s
Om de risico’s van geothermieboringen te beperken hebben EBN, TNO en Staatstoezicht op de Mijnen met de sector een Seismische Dreigings- en Risicoanalyse voor aardwarmte ontwikkeld. Hieruit zou moeten blijken of een boring aan de vastgestelde veiligheidsnorm voor een vergunning voldoet.

Ook gaat de wet in op het voorkomen en afhandelen van schade door geothermieactiviteit. “Hoewel met de kennis van nu gesteld kan worden dat de kans op schade bij geothermie gering is, is het belangrijk dat de afhandeling en vergoeding van schade goed geregeld zijn”, schrijft Vijlbrief aan de Kamer.

Zes maanden voor de start van een geothermieproject zal er daarom al moeten worden gemonitord om de natuurlijke trillingen en achtergrondruis van de omgeving in kaart te brengen. Mocht er toch iets misgaan dan wil de overheid geen financiële rol spelen, alleen eventueel bij marktfalen, hiervoor is het Waarborgfonds mijnbouwschade. Daarnaast is de overheid door de verplichte deelname van staatsdeelneming EBN al betrokken bij alle nieuwe geothermieprojecten.

Gezien de eerdere negatieve ervaringen met mijnbouwactiviteiten in Nederland, denk bijvoorbeeld aan het Groningse gasdossier, zet de overheid nu ook meer in op communicatie met en het betrekken van de omwonenden, overheden en belangenvertegenwoordigers. Al is het aan lokale gemeenten om de mate te bepalen waarin burgers worden betrokken.

Lithiumwinning bij geothermie
EBN, TU Delft en TNO hebben ten slotte in de afgelopen anderhalf jaar bestaande watermonsters uit de olie- en gasindustrie en de geothermiesector verzameld. Vanwege de groeiende vraag naar lithium ontstond de vraag of er in Nederland ook lithium zou kunnen worden gewonnen.

Uit de watermonsters blijkt echter dat de concentratie lithium in de Nederlandse ondergrond relatief laag is, de geografische verspreiding relatief constant en er geen grote uitschieters zijn ontdekt. EBN heeft ingenieursbureau Witteveen & Bos nog gevraagd de winning van lithium uit geothermisch water te onderzoeken. Dit onderzoek moet deze zomer worden opgelopen, maar de voortekenen zijn dus niet gunstig. De geothermiesector kan zich beter richten op het implementeren van de versnellingsaanpak.